‘Renovatie kan leren van erfgoed en nieuwbouw’
“Disciplines die vroeger erg gescheiden waren, te weten restauratie, renovatie en nieuwbouw, zie ik steeds meer door elkaar heen lopen”, aldus Quist. “Daar zit kracht in.” Volgens hem kan bijvoorbeeld de traditioneel als ‘stoffig’ geziene restauratiebranche veel leren van ontwikkelingen op het gebied van nieuwbouw, zoals het gebruik van duurzame en biobased producten. “Aan de andere kant begint de nieuwbouwsector zich steeds meer te realiseren dat wat er gebouwd moet worden er vaak al is. Wat mij betreft ligt de grootste waarde dan ook in renovatie: omgaan met het bestaande om opgaves in te vullen, maar zonder die zware cultuurhistorische lading.”
Progressief Nederland
Vanuit de restauratiebranche is veel te leren over omgaan met het bestaande. Zorgvuldigheid en behoud van karakter en waardes zijn vruchten die andere sectoren kunnen plukken, al is het tegenovergestelde ook waar. “Denk aan de ontwikkelingen in verf”, zegt Quist. “Vroeger stapten we van op lijnolie gebaseerde verven over op chemisch verf, wat eigenlijk niet geschikt is voor restauratiewerkzaamheden. Door houtbouw komt traditionele olieverf juist weer op, wat naadloos past bij historische materialen.” Hetzelfde geldt voor isolatiemateriaal, zegt de universitair docent, om bijvoorbeeld materialen als steen- en glaswol uit te faseren.
'Polderen, in positieve zin, speelt een belangrijke rol in het idee van 'behoud door ontwikkeling''
De renovatiesector snoept in die zin van beide walletjes. “Zij kunnen leren van de precisie om iets te behouden, wat je ook kunt betrekken op bijvoorbeeld economische waarde of gebruikswaarde, zodat iets weer hip and happening wordt”, zegt Quist. “Dat kunnen wij omdat Nederland daarin voorop loopt. Wij hebben wereldwijd gezien een redelijk progressieve monumentenzorg: heel veel is bespreekbaar. Architecten zijn altijd in dialoog met alles en iedereen. Dat polderen, in positieve zin, speelt een belangrijke rol in het idee van ‘behoud door ontwikkeling’, een credo dat twintig jaar geleden al werd geponeerd.”
Vinex look-a-like
In Quists visie is het niet ondenkbaar dat monumentale gebouwen worden ingezet voor hedendaagse opgaven. “Het is een opgave voor ons allemaal”, zegt hij. “We kunnen best concluderen dat we niet om elk historisch gebouw een hekje moeten zetten met een bord ‘museum’ op de deur. We moeten accepteren dat dingen veranderen, willen we een duurzame toekomst tegemoet gaan. Ja, er zal wel eens iets misgaan, maar waar gehakt wordt vallen spaanders.” Bovendien kan deze manier van denken juist positief werken voor de cultuurhistorische waarde, argumenteert Quist. “Veel panden waren bij een klassieke manier van denken rucksichtslos gesloopt, zoals een school die geen functie meer heeft maar wel beeldbepalend is. Als je dat kan renoveren en een andere functie kan geven, blijft de architectonische samenhang in de wijk behouden.”
'Veel van de opgave is op te lossen in de eerste ringen om steden heen'
Een progressievere aanpak van (monumenten)renovatie stuit natuurlijk op complexe situaties, geeft Quist toe. “Is de functionele waarde belangrijker dan een laatste stukje 19e-eeuws metselwerk? Dat is lastig om te vergelijken”, zegt hij. “Ik wil daarover de dialoog openen. Ik denk namelijk dat wij, als BV Nederland, het ons niet kunnen veroorloven monumenten te laten voor wat ze zijn. We moeten ons realiseren dat de meeste meters die we nodig hebben er al zijn. Ik wil de woningbouwopgave niet bagatelliseren, want er zijn gewoonweg meer woningen nodig, maar het is geen uitgemaakte zaak dat er daarom allemaal nieuwe vinex look-a-likes gemaakt moeten worden. Veel van de opgave is op te lossen in de eerste ringen om steden heen.”
Dáár is innovatie te behalen. “Niet zozeer in producten, maar in concepten”, zegt Quist. Bouwen in stedelijke context is namelijk complex, want geen situatie is gelijk. “Alles is contextspecifiek. Dat vraagt wat van iedereen in de keten, van architect tot schilder en alles ertussenin. Het kan best betekenen dat er op een locatie drie woningen bij moeten komen, er twee bestaande worden gesplitst in vier en het kantoortje om de hoek wordt getransformeerd.” Dat maakt de uitdaging des te ingewikkelder, snapt de universitair docent, maar volgens hem weegt dat absoluut op tegen een volledige nieuwbouwwijk.
Deuren openen
Bovenstaande inzichten zijn makkelijk uitgesproken, maar moeilijk in de cultuur te verweven. Desalniettemin is precies dat – het uitspreken van de opgaven, kansen en belemmeringen – volgens Quist een quick win. “Als architect, academicus, bouwer of ambtenaar schieten we nog vaak in de reflex van ‘zo doen we het altijd’”, zegt hij. “Door een stapje terug te zetten en ons afvragen waarom we dat zo doen, opent de dialoog.” Dat dit mogelijk is én wenselijke resultaten geeft, is volgens Quist te zien aan hoe wij intussen met kerken omgaan. “Die worden gerenoveerd of omgebouwd naar een andere functie. Dat had je tien jaar geleden niet zomaar kunnen doen. Hetzelfde geldt voor leegstaande kantoren van dertig jaar geleden.”
'Studenten kunnen relatief eenvoudig deuren openen die normaal gesproken potdicht zitten'
Aan de academicikant ziet Quist een andere win, namelijk de studenten. “Zij hebben een andere culturele bagage”, zegt hij. “Zijn staan frank en vrij in zo’n dialoog en kunnen, in gesprek met externe stakeholders, relatief eenvoudig deuren openen die normaal gesproken potdicht zitten. Desnoods zetten ze hem op een kier, maar dan krijg je er wel een voet tussen. Dán gebeuren er dingen.” Bovendien is de wisseling van nieuwbouw naar renovatie al sterk zichtbaar in de nieuwe garde, zegt Quist: “Als ik naar de afstudeerprojecten aan de faculteit Bouwkunde kijk, dan heeft het grootste deel met de bestaande context te maken.”
Kom gratis naar de Inspiratiedag Renovatie
Benieuwd naar meer? Quist spreekt op 21 april 2022 tijdens de Inspiratiedag Renovatie tijdens een keynote onze omgang met bestaande gebouwen, inclusief een retrospectief vol inspiratie voor de toekomst. Daarnaast bezoek je op deze dag diverse exposanten met innovaties op het gebied van renovatie en duurzame materialen, alsook een uitgebreid lezingenprogramma.
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Nieuwe Ring Zuid zorgvuldig ingebed in landschap Groningen
23 aug 2024Na een ingrijpende operatie wordt op maandag 2 september de zuidelijke ringweg van Groningen weer geopend voor…
8 keer natuur en vergroenen in een stedelijke omgeving
22 aug 2024Tijdens het laatste KAN Café sprak ecoloog Robbert Snep (Wageningen Universiteit & Research) uitgebreid…
Utrecht Nabij: ruimtelijk ordening biedt betere mobiliteit
20 aug 2024in de metropoolregio Utrecht wordt het instrument van de ruimtelijke ordening ingezet om de mobiliteit van de…
Gemeente Den Haag pakt in de Binckhorst deels de regie terug
19 aug 2024In Den Haag wordt in de Binckhorst al bijna twee decennia gewerkt aan een van de grootste gebiedsontwikkelingen…
Condities creëren voor duurzame stedelijkheid
16 aug 2024Als gasthoofdredacteur van ons themanummer Gebiedsontwikkeling dook Gert-Joost Peek diep in zijn vakgebied. Hij…
Eindafrekening van Kaderrichtlijn Water zal genadeloos zijn
14 aug 2024De doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water gaat Nederland bij de toetsing in 2027 niet halen. Dat vindt…
Deelmobiliteit oplossing voor nieuwe gebiedsontwikkelingen?
8 aug 2024Wat is de impact van een autoluwe inrichting en een lage parkeernorm voor het mobiliteitsgedrag van de bewoners…
Kleurrijke tentoonstelling over tuindorpen en tuinsteden
7 aug 2024Voor een (inter)nationaal beeld over verleden, heden en toekomst van wonen in een gezonde, groene omgeving kun…
Graag woon ik de Inspiratiedag renovatie bij. Sinds 1990 onderzoek ik intensief de meest relevante architectuurstroming voor de 21ste eeuw , het integrale duurzame (steden)bouwen en geldt als wereldwijd pionier in dit vakgebied. Mijn architectuurhistorische proefschrift (periode 1945-200 en toekomstvisie) is gepubliceerd aan de TU/e als Juri Czabanowski, Bouwstenen 99 , TU/e 2006. Als aanbeveling vermeld ik dat er op alle technische universiteiten en hogescholen architectuur hoogleraren en uni. docenten zouden moeten worden beroemd en aangesteld. Tot heden wacht ik op een benoeming , dansel aanstelling. Aan deze onderwijsinstellingen ontbreekt het helaas aan architectuurhistorici op dit vakgebied. Graag licht ik mijn standpunten op de inspiratiedag toe a.d.h. van korte pop-lezing.
Ingediend door postdoc dr. Ju… (niet geregistreerde gebruiker) op ma, 31/01/2022 - 11:36
Alweer verder in de tijd , anderhalf jaar, en nog geen benoeming terwijl de studenten ernaar roepen en uitkijken! Naast mijn vakgebied 'Geschiedenis en Ontwikkeling Integraal Duurzame Architectuur' pleeg sinds 2018 intensief onderzoek naar Unesco-erfgoed in Europa en verzorg liefst 3 Unesco-reizen , 2 gericht op Middeleeuwse vooral sacrale bouwkunst en kunst en een gericht op de 'Geschiedenis van het Bauhaus in context' (o.a De Stijl beweging). Op 26 april 2023 heb ik samen met collega dr.ir. Philip Krabbendam (pionier in Centraal Wonen) een pp-lezing '100 jaar stedenbouw in Nederland' verzorgd voor TUD-studenten Urbanisme en Architectuur in Berlagezaal faculteit Bouwkunde met veel succes en nieuwe contacten met studenten en docenten Stedenbouw en Architectuur.
Ingediend door Postdoc Dr. MA… (niet geregistreerde gebruiker) op za, 09/09/2023 - 09:17
Reactie toevoegen