‘Het alledaagse levensgeluk maximaliseren’
Wat is voor jou het belangrijkste aspect van een zorgorganisatie?
“Nederland kent veel verschillende groepen mensen die verzorgd moeten worden. Een groot deel van hen heeft nog het besef van hun onbezorgde dagelijkse bestaan en dat heeft grote invloed op hun zorgbeleving. Wij moesten eens een woongroep maken voor mensen met een niet-aangeboren hersenletsel en toen we langs hun toenmalige kamer gingen, zagen we in alles de herinnering aan de tijd voor het ongeluk, hun vorige leven. Dat leerde mij dat het gevoel van eigenwaarde ontzettend belangrijk is. Zij willen zich niet weggestopt voelen in een institutionele zorgomgeving.”
“Heel anders werkt dit bij bijvoorbeeld mensen met een aangeboren meervoudige beperking. Zij hebben geen herinnering aan een andere tijd, maar staan vol in hun eigen leven. Nog een ander verhaal is die van mensen met dementie: zij zakken terug in hun beleving van een eerdere levensfase, dus moet je een omgeving maken waarin zij zich vroeger thuis voelden. Dat wisselt sterk per persoon: ouderen van nu hebben vaak een rurale achtergrond, maar als jij en ik straks oud zijn, is onze beleving waarschijnlijk een klein huurhuis in een drukke wijk. Dat is dus een interessant spanningsveld.”
“Mijn diepste drijfveer is dat ik prettige omgevingen kan creëren om het leven van mensen die zorg behoeven te verrijken. Ik wil dat op zo’n manier doen dat mensen met andere behoeften niet gestigmatiseerd worden, maar dat ze eigenwaarde, trots en geluk ontlenen aan de plek waar ze wonen. Ze hebben andere behoeften, maar dat hoeven we niet zichtbaar te maken in hun woonomgeving. Ik vind ook dat je als maatschappij trots kan zijn op goede zorggebouwen. De hoogste vorm van beschaving die we met elkaar kunnen bereiken is af te lezen aan de manier waarop wij omgaan met mensen met andere behoeftes.”
Welke kwaliteit van een zorggebouw acht jij belangrijk om optimaal zorg te verlenen?
“Ik word niet blij van gebouwen binnen de zorgopgave die zeer pragmatisch en superefficiënt zijn opgezet. Daar zie je dat de kwaliteit wegzakt en terug geredeneerd wordt naar budgetten die precies moeten passen. Het gevolg: complexen zoals we die veertig à vijftig jaar geleden bouwden en nu weer slopen. Als je vanuit modellen en Excel-sheets ontwerpt, ontstaan vanzelf gebouwen die meteen verouderd en niet duurzaam zijn. Daarom is hergebruik zo belangrijk. Veel gebouwen die voor de zorg worden hergebruikt liggen in een prachtige omgeving of een ruraal gebied. In die gebouwen houd je vaak ruimte over waardoor je gratis kwaliteit uit de omgeving haalt.”
“We ontdekken op steeds meer vlakken dat budgettair gedreven zorgmodellen niet goed scoren. Val je terug op gestandaardiseerde modellen, zoals korte looplijnen, efficiënte ordening en weinig buitenschil, dan krijg je een gebouw met een introvert karakter en 1,80 meter brede gangen. Dat lijkt dan, oneerbiedig gezegd, net een grottencomplex. Een gebouw met meer daglicht, groenbeleving en gangen waarin je elkaar ruim kan passeren voelt prettiger, omdat je elkaars afstandswens gemakkelijker kunt respecteren. Dat was pre-covid ook al een ding. Zeker in de zorg, en vooral op het gebied van geestelijke behoeften, wil je ruimte inbouwen om anders met elkaar om te gaan. Een gebouw moet dat kunnen faciliteren.”
“Wat het echter complex maakt, is dat de behoeften in de zorg sterk verschillen. Daarom moeten we blijven studeren, want als architect kun je het niet automatisch goed doen voor elk type zorg. Toch zie ik dat vaak misgaan, bijvoorbeeld doordat een uitgeknepen programma van eisen voor meerdere typen woongroepen als uitgangspunt wordt genomen. Als je als architect aan de start van het proces aanhaakt, kun je dat voorkomen en een groot verschil maken door bijvoorbeeld 15 procent extra oppervlak voor de verkeersruimte te onderbouwen. Daarmee kun je memory corners maken, terugtrekhoekjes voor als men overprikkeld is of een plekje bij het raam zodat bewoners in de warmte van de natuur kunnen genieten. Dat soort zaken kun je pas realiseren als je net even die extra ruimte hebt.”
Lees verder in Stedebouw & Architectuur, thema Bouw & Zorg 2022
In de nieuwste editie van Stedebouw & Architectuur lees je het integrale interview met Henk Middelkoop. In dat artikel gaat hij dieper in op extra ruimte als pré voor een zorgorganisatie, alsook op de ruimtelijke en culturele verbinding aan zo'n locatie.
Benieuwd? Neem dan nu een abonnement op Stedebouw & Architectuur en je ontvangt dit jaar vijf edities van Stedebouw & Architectuur plus de Innovatiecatalogus. De editie Bouw & Zorg ontvang je op 25 maart.
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Kroniek van een aangekondigde nood
13 mrt om 16:00 uurHet magazine Stedebouw & Architectuur is vernieuwd! Met onder meer de nieuwe rubrieken Bouwiconen, Rapport…
Vernieuwde Stedebouw & Architectuur: Gezondheid & Welzijn
6 mrt om 13:25 uurHet fors vernieuwde nieuwe magazine van Stedebouw & Architectuur is net uit! In deze digitale editie zijn…
Vijf maatregelen om funderingsschade goed aan te pakken
1 mrt om 10:00 uurDe Raad voor de leefomgeving en infrastructuur verwacht dat vierhonderdduizend panden in Nederland te maken…
Doe mee: hoe denk jij over een gezonde openbare ruimte?
16 feb om 07:30 uurKunnen vuistregels voor de gezonde leefomgeving jou verder helpen? Het RIVM en het ministerie van…
Rijke biodiversiteit: gunstige invloed op gezondheid
15 feb om 07:30 uurBiodiversiteit heeft niet alleen betrekking op de planten- en dierenwereld. Een rijke biodiversiteit heeft ook…
Nieuwe zorgvisie met toekomstige woonvormen
14 feb om 07:30 uurMet een nieuwe, eigen zorgvisie - ‘Wonen met Zorg’ - wil INBO het gesprek aangaan met betrokkenen op het gebied…
Spaghetti aan regels belemmert huisvesting en zorg ouderen
12 feb om 07:30 uurIn 2014 besefte Bart Bijlsma dat het nieuwe overheidsbeleid, gericht op langer zelfstandig thuis wonen van…
Seminar De Bewoner Centraal 2.0 zet grote stappen vooruit
9 feb om 10:25 uurDe grootste uitdaging om de bestaande woningvoorraad te verduurzamen is niet de…
Reactie toevoegen