‘De stad is gezonder dan de buitenwijk’
Tekst: Reinoud Schaatsbergen
Wagenaar is professor in de geschiedenis en theorie van architectuur en stedenbouw en hoofd van het kenniscentrum Architectuur, Stedenbouw en Gezondheid. Vanuit die posities onderzoekt hij de relatie tussen stedenbouwkundig ontwerp en de invloed daarvan op de volksgezondheid. “Een oeroud thema”, noemt hij het. “Heel de stedenbouw is in de 19e eeuw geprofessionaliseerd en dat was nooit gebeurd zonder allerlei catastrofes.”
Wagenaar doelt hierbij vooral op epidemieën, omdat die historisch gezien de meeste slachtoffers maken. Toch is in het huidige tijdsgewricht slechts 15 procent van alle gezondheidsproblemen toe te schrijven aan dit verschijnsel. “Het hele festijn dat wij nu beleven”, waarmee Wagenaar doelt op de coronapandemie, “heeft geen duurzaam effect op de inrichting van de stad. Je kunt niets aan epi- of pandemieën doen. De maatregelen zijn dan ook niet medisch ingestoken, maar slechts een klassiek ruimtelijk beleid dat we al honderden jaren uitvoeren. Dat duurt even en dan houdt het op.”
Fysieke kwaliteiten van de stad
De stad inrichten op anderhalve meter is volgens de professor dan ook ‘flauwekul’. “Wij zijn niet gebouwd om elkaar te beschouwen als wandelende giftbelten”, zegt hij. “Wij richten ons daarom op het structurele, op die 85 procent. Dat zijn niet-besmettelijke ziektes en daar werkt preventie goed op.” Het grootste stedenbouwkundige voorbeeld van een dergelijke preventie is het riool, stipt hij aan. “Als we dat niet hadden, woonden we hier nu niet.”
Vandaag de dag staan (on)gezonde leefstijlen bovenaan het lijstje van volksgezondheid. “De belangrijkste preventie daarvoor is fysieke beweging”, stelt Wagenaar. “Het blijkt dat als je tot je veertigste een zittende levensstijl hebt en je op dat moment lopen en fietsen onderdeel maakt van jouw leefpatroon, je tot wel tien jaar langer kan leven.” Hier ontstaat de clash met onze woon- en werkomgeving, zegt de professor, want die zijn in de jaren 50 tot 70 ingericht op de auto. “De auto wordt nu anders gezien en gebruikt”, vervolgt Wagenaar. “Ook in stedenbouw, wat betekent dat mobiliteit een belangrijke factor is bij het herinrichten van voornamelijk naoorlogse wijken.”
‘Het coronafestijn dat wij nu beleven, heeft geen duurzaam effect op de inrichting van de stad’
Gekoppeld aan deze fysieke eigenschappen van de stad zijn sociale contacten. “Vereenzaming is in deze maatschappij een van de grootste problemen”, zegt Wagenaar, “en dat wordt alsmaar erger. Mede doordat het stelsel van verzorgingstehuizen om zeep is geholpen en je nu maar thuis ouder moet worden. Dat is vaak geen optie voor mensen.” De professor stipt bovendien aan dat sociale vangnetten zijn verdwenen, onder andere omdat gezinnen kleiner worden en buren minder aanwezig zijn. “Want zij hebben twee banen, anders kunnen ze hun huis niet betalen.”
De ongezonde buitenwijk
Onder andere bovenstaande factoren hebben ervoor gezorgd dat er een paradox is ontstaan. Wagenaar legt uit: “Zet een plaatje van de metropool Manhattan tegenover een idyllische buitenwijk van Almere en bijna iedereen zegt dat de volksgezondheid meer is gediend met de tweede, maar dat is niet zo. Het dichtbevolkte stedelijke gebied is gezonder omdat je daar wordt uitgenodigd om te lopen: naar winkels, het theater, om andere mensen te zien, et cetera. Ja, het stinkt en er is lawaai, maar dat weegt niet op tegen het gezondheidsvoordeel van lopen.”
Bovendien gaat er meer schuil achter lopen dan sec fysieke beweging, zegt Wagenaar. Voedselwinkels zitten doorgaans op plekken waar veel mensen hen kunnen bereiken, liefst te voet. “Zulke winkels vestigen zich niet in een gebied met lage dichtheid”, aldus de professor. “Daarom staan veel buitenwijken bekend als food deserts. Je kunt er misschien naar de McDonald’s, maar voor de volksgezondheid is het rampzalig als er geen andere opties zijn.”
Bommenwerpers
Hoge dichtheid nodigt dus uit tot lopen en limiteert bovendien de behoefte aan een auto. Een levendige en aantrekkelijke openbare ruimte stimuleert dit verder doordat het een stedelijke gemeenschap creëert. “Dat is een van de kwaliteiten die bijvoorbeeld Groningen wil cultiveren door in de naoorlogse wijk Paddepoel negatieve keuzes weg te ontwerpen”, zegt Wagenaar. “Die wijk kenmerkt zich door een lage dichtheid, veel ongeprogrammeerd groen en weinig sociale hubs door ontbrekende voorzieningen, waardoor mensen er niet lopen en elkaar niet ontmoeten.”
Volgens Wagenaar is al sinds de jaren 50 bekend dat bovenstaande elementen een slechtere gezondheid veroorzaken, ondanks dat ze wel als gezond werden gepropageerd. “Het zouden zelfs sociale katalysatoren zijn, omdat de wijken werden opgeknipt in buurtjes, maar dat gebeurde niet”, zegt Wagenaar. “Pas sinds enkele jaren snappen we wat er speelde: voor wijken uit de jaren 50, 60 en 70 hadden de ontwerpers de Tweede Wereldoorlog nog in hun kop. Door met lage dichtheid te bouwen, zou de vijand veel meer bommen moeten afwerpen. Dit militaire aspect, waar niemand het over heeft, was een van de belangrijkste redenen dat er zo werd gebouwd.”
Virtual reality
Hedendaagse stedenbouw staat volgens Wagenaar voor de uitdaging om te sleutelen aan de ontwerpkeuzes van het verleden. “Dat doen we in Paddepoel”, zegt hij. “Dat kan door de fouten eruit te halen, zoals zebrapaden verplaatsen, maar je kunt ook streven naar een utopisch scenario. Het probleem wat je dan krijgt: geen sterveling kan plannen lezen.” Juist dat laatste aspect is belangrijk, stelt hij, want zonder de steun en inbreng van bewoners kom je niet vooruit.
“Daarom zetten wij virtual reality in, zodat we met groepen bewoners door de nieuwe situatie kunnen lopen”, vervolgt Wagenaar. “Naderhand vragen we ze wat voor effect die situatie op hun levensstijl heeft, inclusief een parallelonderzoek om de validiteit te testen. We hebben dit immers nog nooit eerder gedaan.” Door middel van de resultaten hoopt het team, met daarin onder andere architectenbureau De Zwarte Hond, te achterhalen wat de meest realistische optie is om door middel van een herontwikkelde openbare ruimte een gezonde levensstijl te stimuleren. “Een toekomstgericht project, want Paddepoel is een typische wijk. Wat we hier leren, werkt ook elders.”
Antimetropool
Wagenaar voelt zich genoodzaakt een disclaimer toe te voegen aan de plannen voor een gezonder Groningen: “Die stad heeft het geluk niet te concurreren met andere grote steden. Dat is het nadelige effect van de randstad: daar hebben steden als Rotterdam en Amsterdam naburige stadjes verpletterd.” Wagenaar stipt hiermee een historische ontwikkeling aan, die van de antimetropool. Dit fenomeen gaat ervan uit dat de grote stad ongezond is, maar de randen ervan niet.
“Statistisch gezien klopte dat ook, tot de introductie van het riool in de 19e eeuw”, zegt Wagenaar. “Toen draaide het om en werden dichtbevolkte gebieden juist gezond. Het ideaal van de randstad bestaat daarom niet meer, waardoor Amsterdam en Rotterdam grootse en levendige steden zijn geworden waar mensen willen wonen en steden als Gouda en Schiedam op sterven na dood zijn. Dat klinkt wat negatief, maar in termen van gezonde steden hebben zij de competitie verloren. Voor Groningen bestaat die competitie niet.”
‘Ja, het stinkt in steden en er is lawaai, maar dat weegt niet op tegen het gezondheidsvoordeel van lopen’
Lopen versus luchtkwaliteit
Stedenbouwkundige mobiliteit speelt ook een grote rol in het geheel, maar hierover is Wagenaar positief gestemd. Een van de redenen dat dichtbevolkte steden namelijk ongezond lijken, is omdat luchtvervuiling tot diep in de stad wordt gebracht door verbrandingsmotoren. “Die brengen het haast tot in je huis”, zegt Wagenaar, “maar over twintig tot dertig jaar is dat voorbij.” Hij doelt hiermee op de trend van elektrische auto’s, maar ook de ontwikkeling van autoluwe binnensteden. “Hetzelfde geldt voor lawaai, dat voornamelijk van autobanden komt. Door nieuwe soorten banden en plaveisel wordt dat probleem in de nabije toekomst opgelost.”
Dat wil niet zeggen dat Wagenaar de huidige fysieke problemen bagatelliseert. “Die zijn er gewoon”, stelt hij, “maar enerzijds worden die structureel opgelost en anderzijds is er nog geen onderzoek dat uitwijst dat die problemen opwegen tegen het gezonde effect van lopen.” Dat brengt de professor terug naar de eerste conclusie uit dit artikel: de meest effectieve maatregel voor volksgezondheid is preventie, waarvoor lopen het belangrijkste ingrediënt is. Stedenbouw kan hier enorm aan bijdragen door lopen te stimuleren.
Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. “Wat architectuur doet voor de volksgezondheid is geen wetenschap”, stelt Wagenaar. “Je hebt medische experts nodig om dat te duiden en te verankeren in de volksgezondheid. Wij kunnen dat niet. Het probleem is dat medici én architecten gauw denken dat hun manier de enige manier is. Toch is het essentieel dat ze samenwerken.” Wagenaar hoopt met de plannen voor Paddepoel een bijdrage aan dit euvel te leveren, gezien daarvoor wordt samengewerkt met de GGD en het UMC Groningen. In november 2022 zien we daar de resultaten van in de vorm van een toolkit voor gemeenten die aan naoorlogse wijken sleutelen.
Dit artikel verscheen eerder in het vakblad Stedebouw & Architectuur, thema Scholenbouw 2021.
De hele editie is hier te downloaden.
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
8 keer natuur en vergroenen in een stedelijke omgeving
22 aug om 07:30 uurTijdens het laatste KAN Café sprak ecoloog Robbert Snep (Wageningen Universiteit & Research) uitgebreid…
Utrecht Nabij: ruimtelijk ordening biedt betere mobiliteit
20 aug om 07:30 uurin de metropoolregio Utrecht wordt het instrument van de ruimtelijke ordening ingezet om de mobiliteit van de…
Gemeente Den Haag pakt in de Binckhorst deels de regie terug
19 aug om 07:30 uurIn Den Haag wordt in de Binckhorst al bijna twee decennia gewerkt aan een van de grootste gebiedsontwikkelingen…
Condities creëren voor duurzame stedelijkheid
16 aug om 07:30 uurAls gasthoofdredacteur van ons themanummer Gebiedsontwikkeling dook Gert-Joost Peek diep in zijn vakgebied. Hij…
Eindafrekening van Kaderrichtlijn Water zal genadeloos zijn
14 aug om 13:00 uurDe doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water gaat Nederland bij de toetsing in 2027 niet halen. Dat vindt…
Deelmobiliteit oplossing voor nieuwe gebiedsontwikkelingen?
8 aug om 07:30 uurWat is de impact van een autoluwe inrichting en een lage parkeernorm voor het mobiliteitsgedrag van de bewoners…
Kleurrijke tentoonstelling over tuindorpen en tuinsteden
7 aug om 07:30 uurVoor een (inter)nationaal beeld over verleden, heden en toekomst van wonen in een gezonde, groene omgeving kun…
De gezondheidsvoordelen van een superblock
6 aug om 07:30 uurOver de effecten van superblocks en andere manieren om straten autoluw te maken, publiceerde Verkeerskunde…
Reactie toevoegen