Voor het realiseren van groen-blauwe structuren in de fysieke leefomgeving biedt de dit jaar ingevoerde Omgevingswet volop kansen, al is het wel even wennen.
Groen-blauwe structuren in de Omgevingswet
“Het is zoeken voor gemeenten”, merkt Petra Thijs in de dagelijkse praktijk. Ze is adviseur Klimaat en Water bij Kragten en komt in die rol bij veel gemeenten over de vloer. “Doordat je in de Omgevingswet heel integraal werkt, wordt het meteen complexer. Je moet meer keuzes maken. Men is niet altijd gewend om zo met elkaar op te trekken. Je moet je continu afvragen hoe ver je gaat, wat je wel en niet erbij betrekt. Het is eenvoudiger om een project bij jezelf te houden. Het is zoals het gezegde: alleen ga je sneller, maar samen kom je verder.”
Politiek spel
Of je dit succesvol doet hangt volgens Thijs mede af van de mensen met wie je werkt. “Je hebt mensen nodig die risico durven te lopen en die een voortrekkersrol vervullen. Niet iedereen in de organisatie heeft die positie. Daarnaast speel je altijd een politiek spel. Kortom, het is heel dynamisch. Er is geen blauwdruk voor hoe je dit het beste aanpakt.”
Meer dan genoeg uitdaging dus, maar tegelijkertijd biedt de Omgevingswet ook heel veel kansen, met name bij thema’s die een integrale aanpak vragen. Het realiseren van groen-blauwe structuren is zo’n thema. “Voor Weert werken we momenteel aan het realiseren van een groen-blauwe agenda. Hiervoor hebben we voor elke wijk een kenschets gemaakt.” Eerder al stelde gemeente Weert een Omgevingsvisie op waarin specifiek werd benoemd dat een groen-blauwe omgeving belangrijk is. “In de kenschets van elke wijk komt naar voren welke opgaven in welke wijk spelen. Iedere wijk is namelijk anders en kent zijn eigen problematiek. Een wijk met woningen met een eigen tuin bijvoorbeeld hebben minder snel behoefte aan een koelteplek in de openbare ruimte dan een centrumwijk met veel hoogbouw. Daarentegen kan er wel behoefte zijn aan ontmoetingsplaatsen in het groen. Door dit per wijk inzichtelijk te maken krijg je meer grip op wat nu daadwerkelijk nodig is. We kijken hoe we hier met groen-blauwe structuren een invulling aan kunnen geven. Daarnaast kijken we hoe wijken onderling verbonden kunnen worden, onder meer voor het versterken van de biodiversiteit en het creëren van aantrekkelijke uitloopgebieden naar het groene buitengebied.
Deze manier van werken vergt veel samenwerking, ook tussen afdelingen en domeinen die elkaar niet van nature opzoeken. “Met de projectgroep hebben we regelmatig overleg”, vertelt Thijs. “Hierin zitten mensen van energie, welzijn, ecologie, een stedenbouwkundige, iemand van water en van groen. Daarnaast betrekken we in werkateliers ook nog afdelingen als mobiliteit en economie, maar ook het IVN. Interne en externe stakeholders dus.” Ook voor Thijs en haar collega’s bij Kragten is het een kwestie van trial and error. “We werken bij Kragten al een aantal jaar op deze manier. Bij een eerder project in Son en Breugel hebben we ervaren dat je ook stakeholders te vroeg kunt betrekken. We vragen ons dus nu telkens af wie je wanneer in positie brengt. Wie heb je nodig en op welk moment. En hoewel het voor gemeenten soms wennen is, wordt deze integrale manier van werken altijd als positief ervaren. Het leuke is dat men vooraf niet altijd begrijpt waarom hij bij een project wordt betrokken, maar dat altijd blijkt dat er meerwaarde in zit. Zelfs bij kleine gemeenten komt het voor dat de beheerder en beleidsmaker van elkaar niet wat ze doen.”
Participatie
Participatie is een belangrijk aspect van de nieuwe Omgevingswet. “Voor gemeenten is dit nu wel anders dan vroeger”, weet Thijs. “Vroeger was alles al ingekleurd en konden de bewoners op een bewonersavond de plannen inzien. Nu worden ze al in een vroeg stadium gevraagd om mee te denken, zowel in de beleids- als in de projectfase. En uiteindelijk zorgt dit voor betere resultaten. Je doet het immers voor de gebruiker.” Thijs plaatst wel een kanttekening. “Communicatie is heel belangrijk. De gebruiker moet begrijpen waarom bepaalde keuzes worden gemaakt. Stel dat je niet maait om de biodiversiteit een boost te geven. Dan moet je uitleggen waarom de berm er misschien wat rommeliger uitziet.”
Rol stedenbouwkundige
De hoeveelheid aan opgaven maakt het werk voor iedereen complexer, zo ook voor stedenbouwkundigen. Die moeten met veel meer dan vroeger rekening houden met functionaliteit, het esthetische aspect komt daarna. Bovendien hebben bewoners en andere betrokkenen een dikkere vinger in de pap. “De stedenbouwkundigen bij Kragten kijken al met een klimaatbril naar de fysieke omgeving. Over het algemeen vind ik dat stedenbouwkundigen er goed in zijn om meerdere opgaven met elkaar te verweven. Op een haalbare en tegelijkertijd creatieve manier.”
En er wordt steeds meer gevraagd van die creativiteit. Parkeernormen bestaan al heel lang, normen voor waterberging zijn er ook en steeds vaker gaan er stemmen op om ook groennormen in te stellen. “Vroeger was water echt een sluitpost. Dan moest er op het laatst nog ergens een waterberging ingepast worden. Tegenwoordig vraagt water heel veel ruimte, maar gelukkig kan je ruimte vaak op een creatieve manier dubbel inzetten. Ik vind dat je risicogestuurd moet werken als gemeente. Mocht het misgaan, wat gebeurt er dan? Wat versta je precies onder wateroverlast? Welke overlast accepteer je en welke niet? En communiceer daar dan vervolgens goed over.”
Met alle opgaven die een plekje zoeken in de schaarse ruimte kan het bijna niet anders dat er ook zaken zijn die minder ruimte toebedeeld krijgen. Des te belangrijker om duidelijke keuzes te maken, waarbij de keuzes die gemaakt worden afhankelijk zijn van de locatie, weet Thijs Dit geldt ook voor de invulling van de groen-blauwe structuren. Sommige dorpen zijn echt versteend, maar bewoners vinden dat lang niet altijd erg. Die vinden het niet zo van belang om daar verandering in te brengen, als ze met tien minuten lopen in het landelijk gebied staan. Je hebt dus altijd maatwerk nodig, omdat elke kern en wijk zijn eigen kwaliteiten en kansen heeft.”
Alle vakgebieden betrekken
Met een integrale blik kijken naar het creëren van groen-blauwe structuren betekent ook dat je probeert mee te liften op andere opgaven en werkzaamheden. Het afkoppelen van waterafvoer op het riool is daar een goed voorbeeld van. “We zien echter steeds vaker dat wordt gekozen voor het relinen van het riool in plaats van afkoppelen. Gemeenten denken er daarom over om groen-blauwe structuren autonoom te ontwikkelen. Ik vind dat je dan verder moet kijken. Het feit dat wijken van het gas af moeten kan ook een kans zijn om op aan te haken. Kijk naar de planning van alle vakgebieden, leg die op elkaar en vergelijk ze met de opgaven die je als gemeenten hebt. Dan kan je kijken wat eerst moet en waar.”
Data op orde
Zoals Thijs het stelt klinkt het heel eenvoudig. Uiteraard is de praktijk weerbarstiger. “Het begint met het op orde hebben van je data en dat mist in veel gevallen nog. Denk aan data over de situatie ondergronds, het groen en infrastructuur. Hierbij is het niet alleen belangrijk waar wat ligt waar, maar ook wat is de kwaliteit en hoe actueel is de data. . Zolang je dat niet hebt kan je ook geen planning maken. Data op orde krijgen is een kostbare klus, maar gaat je op de lange termijn geld opleveren”, aldus Thijs.
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Vitaliteit en voorzieningen 100 steden onder de loep
9 sep om 12:00 uurDe vijfde Vitaliteitsbenchmark Centrumgebieden (2024) biedt, na de edities uit 2015, 2017, 2019 en 2022,…
Experimenten maken stadsgroen klimaatrobuust
6 sep om 07:30 uurStadsgroen fleurt niet alleen straten op, maar heeft nadrukkelijk ook een functie voor klimaatadaptatie, de…
Gezondheid bevorderen in de openbare ruimte
28 aug om 07:30 uurEen beweegvriendelijke leefomgeving nodigt uit tot sporten, spelen en bewegen. Op die manier kan dat een…
Nieuwe Ring Zuid zorgvuldig ingebed in landschap Groningen
23 aug om 07:30 uurNa een ingrijpende operatie wordt op maandag 2 september de zuidelijke ringweg van Groningen weer geopend voor…
8 keer natuur en vergroenen in een stedelijke omgeving
22 aug om 07:30 uurTijdens het laatste KAN Café sprak ecoloog Robbert Snep (Wageningen Universiteit & Research) uitgebreid…
Utrecht Nabij: ruimtelijk ordening biedt betere mobiliteit
20 aug om 07:30 uurin de metropoolregio Utrecht wordt het instrument van de ruimtelijke ordening ingezet om de mobiliteit van de…
Gemeente Den Haag pakt in de Binckhorst deels de regie terug
19 aug om 07:30 uurIn Den Haag wordt in de Binckhorst al bijna twee decennia gewerkt aan een van de grootste gebiedsontwikkelingen…
Condities creëren voor duurzame stedelijkheid
16 aug om 07:30 uurAls gasthoofdredacteur van ons themanummer Gebiedsontwikkeling dook Gert-Joost Peek diep in zijn vakgebied. Hij…