‘Duurzaam gebouw verdient zich terug’
De financiële winst die met verduurzaming te behalen valt, gaat voor huurders een steeds belangrijkere rol spelen. De meeste huurders zijn vandaag de dag niet meer geïnteresseerd in een kantoorruimte zonder duurzaamheidscertificaat. Gelukkig geven de Nederlandse energielabels over het algemeen al een goed beeld van het energieverbruik van een gebouw.
Bovendien zorgen de labels voor het vergroten van de transparantie in de markt. Echter, het energieverbruik van een gebouw is grotendeels afhankelijk van de technische staat van het gebouw, het gebruik van de kantoorruimte en de aard van de huurder. Deze aspecten worden buiten beschouwing gelaten bij de berekening van het theoretische energielabel.
In het onderzoek van Baas wordt wel rekening gehouden met het werkelijke verbruik.
Uit eerder onderzoek (Visser, 2010) blijkt dat huurders 32% van de bespaarde energiekosten bereid zijn te betalen aan de additionele huur. De uitkomsten uit het onderzoek van Luc Baas tonen aan dat de extra huur onder dit percentage van 32% ligt. Deze resultaten kunnen gebruikt worden om de ‘split-incentive’ tussen de huurder en de verhuurder op te lossen door duurzame initiatieven zoals Green Lease.
Het onderzoek
Luc Baas maakte voor zijn onderzoek gebruik van databases met hierin alle waardebepalende factoren van kantoorgebouwen. Gebouwspecifieke kenmerken zijn verzameld in de DGBBenchmark, een initiatief van de Dutch Green Building Council. De energielabels en de energieindex zijn gecontroleerd en eventueel aangevuld met behulp van de Agentschap-NL database. Vervolgens werden de 265 onderzochte kantoorpanden gekoppeld aan huurtransacties.
Allereerst onderzocht Baas de relatie tussen de energielabels en de huurontwikkelingen. Hierna werden de resultaten vergeleken met de gemiddelde energiekosten per energielabel. Om een accurate vergelijking te maken met de extra huuropbrengsten voor duurzame kantoren is het werkelijke energieverbruik gefilterd op een bezettingsgraad van 75-100%. Deze verbruiksdata zijn vervolgens omgerekend in energiekosten. Hiervoor is de ‘Energieprijzen Utiliteitsbouw versie 2011’ (Agentschap-NL, 2011) gebruikt. Zodoende kon de relatie tussen de huuropbrengsten en de energiekosten onderzocht worden.
Lees ook het volledige onderzoek van Luc Baas.
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
WeerWoord 2030 biedt antwoorden voor klimaatverandering
30 nov 2023De wereld gaat vanaf vanavond in Dubai opnieuw op zoek naar antwoorden die moeten leiden tot een daling van het…
Ruimtelijke kwaliteit realiseren die niet vanzelfsprekend is
22 nov 2023Hij zit nog na te genieten tegenover ons. Raymond van Sabben, de architect die een dag eerder zijn creatie, de…
Welke overheden mikken op echt duurzame aanbestedingen?
15 nov 2023Het Aanbestedingsinstituut beoordeelt jaarlijks de duurzaamheid van publieke opdrachtgevers. Daaruit komt ten…
Stimulering gezonde, duurzame woningbouw met puntensysteem
19 okt 2023Sinds ruim een jaar hanteert de gemeente Veenendaal een puntensysteem om gezonde, groene en duurzame woningbouw…
'Geen gelijke kansen als schoolgebouwen uit elkaar vallen'
12 okt 2023Het derde Duurzame & Gezonde Scholen Congres in Utrecht was een ‘feest van herkenning’ en tegelijkertijd…
De toekomst van het samenwerken
27 sep 2023In een decor van foute grappen over aannemers zocht Henberto Remmerts twee decennia geleden naar mogelijkheden…
Vernieuwend ontwerp biedt verzorgingshuis weer toekomst
28 aug 2023Hoe verbouw je een verzorgingshuis, zodat het voldoet aan de wensen en eisen die tegenwoordig en in de toekomst…
Reactie toevoegen