‘Bedrijventerreinen: zorgenkindjes van de stedelijke herstructurering?’
Beeld door diederendirrix
Op die vragen krijgen we antwoord van Bert Dirrix van diederendirrix, die zich al decennialang inzet voor de succesvolle omvorming van gebouwen en gebieden naar de huidige en toekomstige maatstaven. Hij blikt terug naar het moment dat de versnelling in renovatie en herstructurering goed te proeven was, vanaf 1995.“Toen kwamen herbestemmingskansen op en was er de ruimte om te veranderen. Weerbarstige structuren en beperkingen van gebieden waren vanaf dat moment geen barrière meer, maar werden een kans. We startten met het omvormen van een aantal oude fabrieken met betonskeletten en een fantastische structuur, om daar een compleet nieuw interieur te creëren. De onverwachte hoogtes en dieptes leidden tot unieke oplossingen.”
Waarde van een plek vergroten
Een misconceptie is dat transformatie alleen over een dergelijke verandering van gebouwen gaat. Natuurlijk krijgt het vastgoed een nieuwe bestemming zodat deze weer mee kan met de tijdsgeest, maar het gaat ook over het gebied. “Er zijn vaak volop mogelijkheden om de omgeving een nieuwe betekenis te geven in de bestaande structuur. Daar ligt ook de koppeling met de verdichtingsopgave. Met verduurzaming en verbeterprogramma’s kun je de lading en de waarde van een specifieke plek vergroten én het functiebereik, terwijl je de rijke geschiedenis behoudt. Binnen de stedelijke massa wil je daarom de beschikbare grond optimaal inzetten, met een grotere diversiteit aan functies en gelaagdheden.”
Nieuwe betekenis
Om die reden zorgt verdichting ook voor een andere verhouding van de publieke ruimte. Volgens Dirrix verandert de voetafdruk en de waarde van een gebied. Daar schuilt ook de uitdaging. “We stellen nu nieuwe, scherpere eisen aan bijvoorbeeld biodiversiteit en klimaat. En ook aan vergroening van de omgeving en deelmobiliteit, als gevolg van een autoluwe stad. Door met de vernieuwing van een gebied aan de slag te gaan en deze elementen in te vullen, ontstaat er een nieuwe betekenis. Ook voor de tussenruimte, waarbij er vaak onder druk van de verdichting innovatie ontstaat.”
Bij de herstructurering van steden zijn er een aantal gebieden die als zorgenkind kunnen worden aangeduid. Dirrix oordeelt dat dit vooral perifere bedrijventerreinen betreft, die hun functie zijn verloren en nu tussen wal en schip vallen. “Dit zijn vaak gebieden net buiten de stad, met een grove structuur van grote kavels, veel parkeren en anonieme gebouwen. De openbare ruimte is enkel afgestemd op logistiek, waarbij een interessante stedelijke geschiedenis ontbreekt of niet duidelijk meer zichtbaar is. Je kent misschien zelf ook wel zo’n bedrijventerrein waarvan bijna iedereen vindt dat het zijn bestaansrecht is verloren. Dan is een herformulering van een gebied aan de orde. Dat is een ingewikkelde opgave waarbij je het verhaal van het gebied opnieuw opbouwt.”
Do’s and don’ts voor de binnenstedelijke opgave
Bert Dirrix ziet veel mogelijkheden om de omgeving een nieuwe betekenis te geven in de bestaande structuur. “Ook als het gaat om een uitdagend gebied, bijvoorbeeld een bedrijventerrein zonder duidelijke geschiedenis, die functieloos werd naarmate de tijd verstreek. Met verduurzaming en verbeterprogramma’s kun je de lading en de waarde van een specifieke plek vergroten en zo ook het functiebereik. Zorg dat je de geschiedenis – als die aanwezig is – van een gebied behoudt en dat je een bouwkundige structuur hanteert die kleinere of grotere woningen mogelijk maakt. Maak adaptieve gebouwen die makkelijker te transformeren zijn door veranderingen in de tijd. Een heldere, robuuste en generieke constructieve structuur helpt daarbij, evenals karakteristieke schoonheid. Mooie gebouwen dagen meer uit tot behoud en hergebruik.”
Opgave voor de toekomst
Eenvoudiger om onder handen te nemen zijn neutrale kantoorgebouwen die in de binnenstad zijn opgezet. Wellicht hebben ze hun tijd gehad en zijn ze interessant voor een omvorming naar andere functies. “Meestal zijn het kleinere eenheden die zich hier vooral goed voor lenen.” Maar ook maatschappelijk of overheidsvastgoed is geschikt voor vernieuwing. “In Almelo transformeren we het oude stadhuis naar woningen. Het is gelukt om met respect voor de eigenheid van het gebouw en de architectuur daar een nieuwe invulling aan te geven. Hier zien we een rijke differentiatie, want de woningen zijn klein, groot en dubbel laags. Dit is de opgave voor de toekomst, door met behoud van kwaliteit en met nieuwe ingrepen een rijkere en meer passende invulling van de omgeving te maken.” Wanneer een gebouw een bestaande kwaliteit heeft en als het bijvoorbeeld een cultuurhistorisch erfgoed is, dan is voor iedereen duidelijk dat je er op een zorgvuldige manier mee moet omgaan. “Daar kun je het je niet permitteren om niet goed om te gaan met een omvorming en verbetering. Je kunt gebruikmaken van de bestaande kwaliteiten om bijzonder en onderscheidend te werk te gaan.”
Urgente opgaves
Een valkuil bij renovatie en transformatie is om bij een verbetering niet goed te letten op toekomstige ontwikkelingen en veranderingen van een gebied. Op dit moment speelt de maatschappelijke opgave om versneld voor huisvesting te zorgen: flex- en prefabwoningen worden in rap tempo neergezet, soms industrieel vervaardigd, om de grote vraag naar woonruimte de baas te kunnen. “Deze opgave is nu urgent, maar vraag je ook meteen af hoe het landschap en de stad er over tien of vijftien jaar uitzien. Om flexibel te kunnen inspelen op verandering is het van belang dat je robuuste structuren maakt. Die zien we bijvoorbeeld terug in oude fabrieken in de stad, met een ruimhartige opzet en skeletstructuur, waarbij het relatief eenvoudig is om voor een andere functionele indeling en invulling te zorgen. Zorg daarom dat je een bouwkundige structuur hanteert die zowel kleinere als grotere woningen mogelijk maakt. Maak adaptieve gebouwen die makkelijker te transformeren zijn door veranderingen in de tijd. Een heldere, robuuste en generieke constructieve structuur helpt daarbij, evenals karakteristieke schoonheid. Mooie gebouwen dagen meer uit tot behoud en hergebruik.”
Dit artikel verscheen eerder in Stedebouw & Architectuur, editie Renovatie & Herstructurering van 2022, die op 15 juli 2022 verscheen. Je kunt de editie nabestellen. Een exemplaar kost € 25,- exclusief verzendkosten. Mail naar administratie@acquirepublishing.nl met jouw NAW-gegevens en (indien noodzakelijk) een opdrachtnummer.
Gegarandeerd alle edities van Stedebouw & Architectuur per jaar ontvangen, inclusief de Innovatiecatalogus? Neem dan een abonnement.
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
De gezondheidsvoordelen van een superblock
6 aug om 07:30 uurOver de effecten van superblocks en andere manieren om straten autoluw te maken, publiceerde Verkeerskunde…
Het definiëren van de essentie van de openbare ruimte
5 aug om 07:30 uurHet Paleiskwartier in ’s-Hertogenbosch is bijna gereed. Volgens gasthoofdredacteur Gert-Joost Peek heeft de…
Inspiratie voor een natuurinclusieve leefomgeving
2 aug om 07:30 uurHet nieuwe inspiratiemagazine over de natuurinclusieve leefomgeving, getiteld Waar sta jij?, loopt vooruit op…
Omgevingswet en -programma: stedenbouwkundigen aan zet
1 aug om 07:30 uurNu ‘water en bodem sturend’ zijn, is het de vraag hoe dit concreet past in het instrumentarium van de…
Grenzen aan de verdichting?
29 jul om 07:30 uurOnderzoeken van het bureau KAW toonden aan dat er nog genoeg kan worden verdicht. Maar zijn onze steden al niet…
Gebiedsprocessen: bouwen aan of met vertrouwen?
22 jul om 07:30 uurIn de nieuwste column op Stedebouw & Architectuur vraagt Michiel Cappendijk, principal adviseur Ruimte,…
Groen-blauwe structuren in de Omgevingswet
25 jun om 08:00 uurVoor het realiseren van groen-blauwe structuren in de fysieke leefomgeving biedt de dit jaar ingevoerde…
Niet meer bouwen in de polder?
24 jun om 14:30 uurHet ministerie van Infrastructuur en Waterstaat publiceerde onlangs sturingskaarten waaruit blijkt waar in de…
Reactie toevoegen