Een treinstation is veel meer dan een station voor treinen. Afhankelijk van de gebouwde en economische omgeving speelt er een groeiende dynamiek aan ontwikkelingen. Bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is Geert Buijs het hoofd van de afdeling die zich bezighoudt met het beleid ten aanzien van het openbaar vervoer en dus ook ‘het spoor’. “Soms vragen ze in het buitenland bewoners om een bijdrage voor het publieke vervoer.”
Treinstation als katalysator van woningbouw
Als we de ontwikkelingen van de woningbouw in relatie tot het openbaar vervoer ter sprake brengen, komt er meteen een verschuiving op tafel. “Langer geleden”, begint Buijs, “voerden wij gewoon onze plannen uit, waarna een stad zich er wel omheen plooide. Inmiddels zie je, zeker op de stations, dat er veel meer interactie is met de omgeving. Daarom is er nu veel meer samenspraak met andere overheden. Als je ergens ziet dat de ruimtedruk erg groot wordt, heb je dat ook nodig. Een goed voorbeeld daarvan zijn grootschalige fietsenstallingen. Die moet je echt in interactie met elkaar organiseren.”
Veel stations hebben niet alleen een functie binnen het openbaar vervoer, maar vormen vaak ook de verbindingszone tussen twee gebieden. Nieuwe ontwikkelingen kunnen dat karakter van een station veranderen, zoals in Leiden, aldus Buijs. “Wat daar ooit de achterkant van het station was, kan echt niet meer zo genoemd worden, want daar zie je nu meer in- en uitstappers. Dat blijft nog wel een tijd doorgroeien, zodat we onderzoeken hoe we dat station verder kunnen verbeteren. Want naar de huidige inzichten vormt het spoor in Leiden te veel een barrière in de stad, net als in Den Bosch. Het station en de directe omgeving heeft dan juist een belangrijke functie in het verbinden van de stad.”
Stedelijke vernieuwing
“Omdat we in Nederland heel secuur omgaan met de vrije ruimte die er nog is, wordt binnenstedelijk wonen en werken steeds belangrijker. Bijvoorbeeld op terreinen die langzamerhand in onbruik zijn geraakt, maar steeds meer worden omkapseld door de stad en geschikt zijn voor stadsuitbreiding. Dat type denken, over ‘bouwen in spoor- en kanaalzones’, wordt zelfs expliciet in het Regeerakkoord genoemd. Ook wij moeten dus overal goed kijken naar stedelijke vernieuwing, met veel meer woningen en werkgelegenheid dicht op het spoor.”
“We zijn daardoor de afgelopen jaren intensief aan het werk gegaan met het begrip ‘nabijheid’. In samenwerking met andere partijen kijken we naar de behoefte aan woningbouw en werkgelegenheid, waar dat kan worden gepland en welke vervoersvraag en mobiliteit daarbij past. Per station kijken we eerst naar de bereikbaarheid, bijvoorbeeld per fiets, en welk vervoer we daar al aanbieden. Zit daar nog ruimte in of kun je daar iets meer aanbieden? En kunnen de mensen dan het perron nog veilig betreden en kan de stationshal die groei aan?”
“Vervolgens bekijken we hoe een station op zichzelf een aantrekkelijke plek voor de hele omgeving kan worden. Dat aspect krijgt de afgelopen jaren steeds meer aandacht. Met zaken als vergaderlocaties of, op kleinere stations, een huiskamerfaciliteit. Als je de omgeving benut om te wonen, werken en recreëren, heb je het echt over een station als plek voor de hele gemeenschap.”
2040
Met analyses - nu tot 2040 - probeert het ministerie die ontwikkelingen te voorspellen en voor te zijn. Buijs: “We onderzoeken wat in een bepaalde regio de te verwachten groei is en waar die op neerslaat. Vaak zijn daarbij demografische ontwikkelingen leidend. De bevolking groeit nog steeds en dat is voor ons een heel belangrijke drijfveer, want daarna komt steeds de vervoersvraag. Zo zien we naast ontwikkelingen in de Randstad ook veel groei tot in Overijssel en tot voorbij Eindhoven. Dat is voor ons een belangrijke graadmeter, maar we kijken ook naar andere gebieden, want daar liggen misschien wel meer kansen.”
Je leest het complete interview met Geert Buijs in Stedebouw & Architectuur 4/2023 (thema Renovatie & Herstructurering), met daarin veel meer artikelen over gebieds- en spoorontwikkelingen.
Je kunt de hele editie digitaal lezen via onze online bibliotheek. Hiervoor dien je een abonnement te hebben. Nog geen lid? Overweeg dan een abonnement en krijg direct toegang tot alle toekomstige én reeds verschenen edities van Stedebouw & Architectuur.
Lees ook:
De titanen van het spoor
De toekomst van het station: ruimtelijke gelaagdheid
Tekst: Ysbrand Visser
Foto's: Shutterstock (boven Centraal Station Utrecht)
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
‘Wettelijke verplichting tot vergroening noodzakelijk’
17 dec om 07:30 uurDoor de voortgaande verstening van Nederlandse steden roept Natuur & Milieu het kabinet op om een…
Ontwerpkeuzes binnen een beperkt beschikbare fysieke ruimte
19 nov om 14:47 uurRuimte is bij elke stedelijke schaalsprong het toverwoord. Niet iedereen wil wonen…
Bodem, water én natuur sturend
18 nov om 07:30 uurAls adviseur biodiversiteit en natuurinclusief ontwerp bij Sweco adviseert Gijs Meijer dagelijks over…
'Eerst lokale cultuur, identiteit en historie snappen'
15 nov om 07:30 uurAls stedenbouwkundige Tom van Tuijn start met een gebiedsontwikkeling, laat hij een ecoloog de wijk ingaan om…
Van Vinex naar NOVEX
12 nov om 07:30 uurWelke ervaringen met de Vinex-wijken kunnen helpen voor de ontwikkeling van de nieuwe NOVEX-gebieden? Het…
Dordrecht: vergroenen voor leefbaarheid en tegen hittestress
5 nov om 07:30 uurDe gemeente Dordrecht gaat fors investeren in het vergroenen van het centrum. Naast hittestress speelt ook…
Bomen basis van klimaatadaptieve en energievriendelijke stad
31 okt om 07:30 uurVolgens Joris Voeten vormen bomen de basis voor een natuurinclusief, klimaatadaptief en energievriendelijk…
Transformatie: van fabrieksterrein tot cohousinggemeenschap
23 okt om 07:00 uurDe Belgische stad Gent pioniert op het gebied van collectief wonen. Ook kent de stad innovatieve…