In de nieuwste column op Stedebouw & Architectuur vraagt Michiel Cappendijk, principal adviseur Ruimte, Wonen & Economie bij TwijnstraGudde, zich af: “Hoe komt het dat we de zorg voor de natuur, tegen onze eigen wil, verslonzen?”
Gebiedsprocessen: bouwen aan of met vertrouwen?
“Nescio. Niemand wil de aarde vernietigen en iedereen geniet van een mooi landschap. Maar in ons gedrag laten we iets heel anders zien. Hoe komt het dat we op zich mooie doelen - als zorg voor de natuur en in balans boeren met die natuur - zo, tegen onze eigen wil, verslonzen? Deze doelen worden vaak geïnterpreteerd als ‘Europese verplichtingen’ of ‘ze maken onze gezinsbedrijven kapot’. Wat mij betreft zijn dit hetzelfde type argumenten die beide de legitimiteit van de mooie doelen op het gebied van landschap en natuur onderuithalen, “want wij kunnen er immers ook niks aan doen”.
Tegelijkertijd zijn deze argumenten beide ook waar: er zijn Europese wetten en het boerengezinsbedrijf wordt in zijn bestaan bedreigd. Het gestolde wantrouwen bij rijk (in Europese wetten) en bij boerengezin (in existentie) is reëel. Hoe dit wantrouwen te herstellen, is een vraag van mythische proporties, waar ik in deze column geen antwoord op kan geven, maar het leek mij goed deze wel te adresseren; hoe kunnen wij elkaar in de samenleving opnieuw leren vertrouwen?
Nescio. De huidige instrumenten van de tucht van de internationale markt enerzijds en de tucht van (Europese) regelgeving anderzijds schieten daarin aantoonbaar tekort. Mijn indruk is dat weinigen daar nog echt geloof in hebben, maar het beleid is daar wel op gebaseerd. Maar juist ook onder beleidsmakers, en dit is een grote interpretatie, is geen heilig geloof dat we ‘er uit gaan komen’ en dat we de mooie doelen op het gebied van natuur en landschap (en voldoende te eten) gaan realiseren. Zonder dit geloof, zonder dit zelfvertrouwen, produceren we vooral fragmentarisch beleid en gebrekkige samenwerking. De financiën tonen dat mooi aan. Uit het niets toverde het kabinet Rutte IV maar liefst 25 miljard euro om de problemen in het landelijk gebied aan te pakken. Dit werd vervolgens uitgedaagd door de gezamenlijke provincies, die meer dan 50 miljard euro nodig dachten te hebben. En tot slot verwacht het kabinet Schoof I dat 5 miljard ook wel genoeg is. De onbeschaamdheid waarin deze bedragen steeds publiek worden gemaakt, toont het fragmentarische werken aan een niet ‘op elkaar gericht zijn’ en dus het gebrek aan onderling vertrouwen. Dit terwijl ik ook ervaar dat iedereen, ‘boeren, burgers, en buitenlui’, die mooie doelen over natuur en landschap ten diepste onderschrijft.
Nescio. Is dan iedereen onkundig of gooit iedereen er met de pet naar? Integendeel, de idee dat vertrouwen belangrijk is en dat het hieraan ontbreekt ervaart men wel. Vooral als we ons niet in de abstracte wereld van beleid en regelgeving begeven, of in de wereld van internationale marktmachten. En dat zijn de plekken waar mensen van vlees en bloed elkaars zorgen en wensen kunnen delen en kunnen zien wat een gesprek met iemand ten positieve of negatieve doet. Het herbouwen van onderling vertrouwen is daarom mijns inziens de kern van een gebiedsproces. Het investeren in gebiedsprocessen is daarom de moeite waard, hoewel ik ernstig betwijfel of dit voldoende weerstand biedt tegen de tucht van wet en markt. Daarom start ik elke alinea met Nescio, dat ‘Ik weet het niet’ betekent. En uiteraard is het een knipoog naar het bekendste personage van de schrijver Nescio, genaamd Japie, ook wel ‘de uitvreter’ genoemd. De uitvreter is een aardig en innemend persoon die maar wat aanrommelt. Zijn wij, ‘boeren, burgers en buitenlui’, niet allemaal uitvreters?
Nescio. Ene meneer Hobbes dacht van wel. In zijn wereldberoemde boek Leviathan pleit hij voor een sterke macht die al die uitvreters bij de les moet houden. Zijn boek staat aan de basis van progressieve partijen die een sterke staat voorstaan. Het beleid van Rutte IV inzake het landelijk gebied gaat er vanuit dat die sterke staat nodig is om in balans te komen met de natuur. Het kabinet Schoof I ziet het anders en baseert haar denken meer op Adam Smith. Deze vond ook dat we allemaal maar uitvreters waren, maar dacht juist dat de inventiviteit van al die afzonderlijke uitvreters de oplossing biedt. Niet de sterke hand van de staat, maar de onzichtbare hand van de markt lost volgens Smith de problemen op. Smith staat aan de basis van conservatieve en marktgerichte partijen.
Hier komt overigens nog een opvallende, politieke paradox naar boven. Progressieve partijen hebben in de regel een heel conservatief beeld over landbouw en natuur. Centraal staat behoud van de natuur en, met de kennis van vroeger, heruitvinden van de kringlooplandbouw. Conservatieve partijen hebben juist een heel progressief beeld over landbouw en natuur, waarin ze met vernieuwing, ook wel innovatie, alle negatieve gevolgen van de landbouweconomie oplossen en de natuur naar hun hand zetten.
Persoonlijk denk ik dat Rutte IV de lat te hoog heeft gelegd en dat het kabinet Schoof I de lat te laag legt. Per saldo bereik je evenveel, namelijk weinig. Gebiedsprocessen hebben in beide kabinetten echter grote waarde, juist omdat het bouwen aan vertrouwen zo belangrijk is en in een gebiedsproces de menselijke maat aanwezig blijft. Vanuit een gebiedsproces is het mogelijk om kleine instituties op te zetten, zoals een coöperatie of een publiek ontwikkelbedrijf, een ‘Leviathan’ op gebiedsniveau. Als het regionale partijen uit de markt, overheid en samenleving lukt om iets dergelijks op te zetten, kan je het met vertrouwen gaan uitvoeren. Of dat voldoende is om de mooie doelen op het gebied van natuur en landschap te realiseren? Nescio.”
Tekst: Michiel Cappendijk
Beeld (boven): Shutterstock
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Inspiratie voor een natuurinclusieve leefomgeving
2 aug om 07:30 uurHet nieuwe inspiratiemagazine over de natuurinclusieve leefomgeving, getiteld Waar sta jij?, loopt vooruit op…
Omgevingswet en -programma: stedenbouwkundigen aan zet
1 aug om 07:30 uurNu ‘water en bodem sturend’ zijn, is het de vraag hoe dit concreet past in het instrumentarium van de…
Grenzen aan de verdichting?
29 jul om 07:30 uurOnderzoeken van het bureau KAW toonden aan dat er nog genoeg kan worden verdicht. Maar zijn onze steden al niet…
Groen-blauwe structuren in de Omgevingswet
25 jun om 08:00 uurVoor het realiseren van groen-blauwe structuren in de fysieke leefomgeving biedt de dit jaar ingevoerde…
Niet meer bouwen in de polder?
24 jun om 14:30 uurHet ministerie van Infrastructuur en Waterstaat publiceerde onlangs sturingskaarten waaruit blijkt waar in de…
Gebiedsontwikkeling: ‘Gebouwen komen en gaan’
21 jun om 09:31 uurGebiedsontwikkeling in alle soorten en maten; dat is het centrale thema van de nieuwe Stedebouw &…
Drie thema’s en vijf acties bij Ruimte voor Werk in Leiden
21 jun om 09:30 uurIn ons nieuwe themanummer Gebiedsontwikkeling gaan Vince de Jong (Kickstad) en Arnoud Nierop (Leiden) in op de…
Impasse in gebiedsontwikkeling
12 jun om 07:30 uurNederland heeft de intentie om een derde van de woningen op zeventien grootschalige woninglocaties te…
Wat een prachtige column eigenlijk Michiel, nu ik nog eens heel bewust lees. Dit is wat mij dagelijks motiveert in mijn werk om nieuwsgierig het gesprek met betrokken mensen aan te gaan
Ingediend door Boudewijn Swart (niet geregistreerde gebruiker) op za, 26/10/2024 - 11:45
Gouden uitspraak Michiel, die onthoud ik. Maar naast vertrouwen en lokale samenwerking denk ik dat sociaal culturele en psychologische structuren meegenomen moeten worden in een transities: duurzamer ontwikkelen centraler stellen als proces en mensen vragen wat ze nodig hebben om daarvoor te kiezen. Verleiden mee te denken in transities hoeft niet altijd met geld, kan bijvoorbeeld ook met ontwikkelkansen en zekerheden. Mijn 5 centen...
Ingediend door Corina Kroon (niet geregistreerde gebruiker) op ma, 04/11/2024 - 15:14
Reactie toevoegen