Waaraan moet een groen gebouw voldoen? Leiden de specificaties wel tot voldoende groen? Of wordt het hooguit wat schaamgroen? Het ene groene gebouw is dus het andere niet. En dan hebben we het nog niet eens over beheer en onderhoud. Ook daarover moet je vooraf goed nadenken, aldus Gerbert van den Dikkenberg (Donker Design).
Een groen gebouw kent ook bouwkundig groen
De waardering voor groen neemt toe. Zeker na de coronaperiode schatten ook bewoners groen meer op waarde. Dat leidt ertoe dat opdrachtgevers ook steeds vaker groen opnemen in de eisen voor een nieuw gebouw. “Ik zie zeker een toename, maar er zit een gradatie in”, stelt Gerbert van den Dikkenberg van Donker Design. “Het hangt erg af van de uitvraag van de opdrachtgever. Hoe meer er wordt gestuurd op natuurinclusief bouwen, hoe meer de ontwikkelaar daarmee gaat uitpakken. Als niet voldoende wordt gespecificeerd waaraan een groen gebouw moet voldoen, wordt ook weleens volstaan met alleen een daktuin.”
In harmonie met natuur
Maar ja, wat is nu eigenlijk een groen gebouw? Van den Dikkenberg beschrijft het als volgt: “Een groen gebouw draagt eraan bij dat de mens in harmonie met de natuur kan leven en is faciliterend aan stadsnatuur. Daarnaast is het gebouw ook bouwkundig groen, bijvoorbeeld door met biobased isolatiemateriaal te werken.”
Eenmaal opgeleverd is het uiteraard zaak om het groene gebouw ook groen te houden. Iets wat al in het beginstadium van het ontwerp besproken moet worden, weet Van den Dikkenberg. “Zo moet je goed nadenken over de bereikbaarheid voor de persoon die het onderhoud gaat doen. Vaak heb je daar een hoogwerker voor nodig of een systeem met touwen. Verder moet je op voorhand de wensen van de natuur respecteren. Zet je klimplanten in een te klein bakje, dan hang je ze eigenlijk aan een infuus. Je moet ervoor zorgen dat de planten de ecosysteemdiensten kunnen leveren die je van ze verlangt. Daarvoor moeten de randvoorwaarden in orde zijn. In de hele bouwkolom moet je daarvoor aandacht hebben.”
Het helpt daarbij om te denken als een hovenier, stelt de senior adviseur van Donker Design. “Dat kan lastig zijn, niet iedereen is immers opgeleid als hovenier en bovendien staat ook dit vakgebied met de toename van groene gebouwen voor nieuwe uitdagingen. Maar stel je bijvoorbeeld eens voor dat je zelf aan de gevel gaat hangen om onderhoud te plegen. Kan je met je hand door het raster waaraan de planten groeien? Je staat er versteld van hoe weinig over dit soort zaken wordt nagedacht. Uiteraard moet je voor specialistisch werk een expert inschakelen, maar je bereikt veel met gewoon logisch nadenken.”
Dieren in de buurt
Groene gebouwen zijn vanzelfsprekend goed voor de dieren in de buurt. Het is dan ook goed om bij het ontwerp te kijken naar de doelsoorten in de omgeving. “En kijk ook naar de basis van de voedselpiramide. Zo zijn bepaalde insecten misschien geen doelsoort, maar ze zijn wel heel belangrijk voor de vogels en zwaluwen. Sowieso is het voor de dieren belangrijk om de vier v’s in acht te nemen: voedsel, veiligheid, vocht en voortplanting. En hoe je deze elementen met elkaar verbindt, is de vijfde v.”
Niet alleen het gebouw, maar ook de omgeving kan een belangrijke rol spelen bij het welzijn van de dieren. “Niet elk dier heeft bosschages nodig. Een aantal soorten heeft vooral baat bij het gebouw. Maar uiteraard is het goed om in overleg te gaan met de gemeente, die in veel gevallen eigenaar is van de grond om de gebouwen heen. Vaak hebben zij soortenmanagementplannen - wat we vanuit de Omgevingswet een Programma noemen - en kan je bespreken hoe het gebouw daarin kan faciliteren. Mocht de gemeente nog niet zover zijn, dan kan je als ontwikkelaar juist een standaard zetten en zit je meer in een ambassadeursrol voor natuur aan tafel.”
Goede kickstart
Om goed beheer en onderhoud ook voor de lange termijn goed te borgen, is het handig als een ontwikkelaar zich voor de eerste paar jaar hieraan verbindt, vindt Van den Dikkenberg. “Dan verzeker je je van een goede kickstart van het gebouw. Daarnaast moet je de VVE meenemen in het hele proces. Gedurende die eerste jaren volgt de informatieoverdracht. Daarvoor is het nodig om alles vanaf het begin goed vast te leggen. Je creëert een soort handboek voor het beheer en onderhoud van het groen, net zoals je onderhoudsvoorschriften hebt voor bijvoorbeeld de koelinstallatie van een gebouw.
Zoals je de VVE betrekt bij je gebouw, wil je ook de bewoners enthousiast maken, zodat ze bedenken wat ze zélf kunnen doen voor hun groene gebouw. Uiteraard kan niet alles vanuit veiligheidsoverwegingen, maar ongewenste kruiden verwijderen is altijd mogelijk, of onderhoud plegen aan de daktuin die normaal toegankelijk is zonder valbeveiliging.”
Samenwerking
Ontwerpers maken de prachtigste renders van groene gebouwen. De praktijk is echter soms anders. Groen moet groeien en in de winter is het beeld vanzelfsprekend anders dan in de zomer. Hoe ga je daarmee om en hoe zorg je ervoor dat de verwachtingen van de (toekomstige) bewoners reëel zijn?
“Een achtergevel wordt in de winter bijvoorbeeld beter zichtbaar. Je moet er dus over nadenken hoe het er dan uitziet. Een commissie ruimtelijke kwaliteit zal daar ook iets van vinden. Verder moet je bewoners meegeven dat het beeld seizoensgebonden is. Wat mij betreft is dat een voordeel, want in een groen gebouw beleef je de seizoenen veel meer. Het valt of staat met communicatie.”
Dat laatste geldt ook voor de samenwerking tussen de verschillende stakeholders. “Mijn advies is: schoenmaker, blijf bij je leest. Als het gaat om het beheer en onderhoud van een groen gebouw, moet je je alleen bemoeien met zaken waar je verstand van hebt. In veel gevallen is dat de ontwikkelaar. Die weet bijvoorbeeld wat de wensen van de toekomstige bewoners zijn. Vinden die het vervelend als de hovenier via de woning bij de gevel moet komen? Dan zul je de bereikbaarheid anders moeten regelen. Daar moet de architect vervolgens mee aan de slag gaan.”
Evalueren cruciaal
En is het project eenmaal opgeleverd? Dan is regelmatig evalueren cruciaal. “Veel hangt af van de bewoners en hun betrokkenheid. Mocht het lastig blijken om bewoners te betrekken bij het beheer en onderhoud van je groene gebouw, dan kan je proberen ze te verleiden. Onder meer met een goede uitleg. Maak het niet te technisch en zorg bijvoorbeeld ook voor gezelligheid. Overigens is de betrokkenheid van bewoners niet per se doorslaggevend voor het succes van een groen gebouw.
Uiteraard kan je beheer en onderhoud helemaal bij een professionele partij neerleggen. Maar dat is duurder. Bovendien krijgen bewoners er meer voor terug dan alleen groen, wanneer ze meehelpen. Dat zorgt ook voor meer sociale cohesie. Je stapt eerder naar de buurman om voor iets anders hulp te vragen, als je de buurman kent.”
GROEI!
In de Weespertrekvaartbuurt in Amsterdam ontwikkelt VORM de meest natuurinclusieve, klimaatbestendige en duurzame leefomgeving die biodiversiteit en gezondheid maximaal ondersteunt: GROEI!. Een uitgekiend en modern programma, voor wonen, zorg en werken in een groene oase, trekt de natuur de stad in. Het plan omvat 58 koop-loftwoningen en 165 huurwoningen (voor middenhuur & sociaal segment). De architectuur van Groei! staat evenzeer in dienst van de natuur als van haar menselijke gebruikers.
Donker Design is onderdeel van dit bijzondere project, dat medio het derde kwartaal van 2026 opgeleverd zal worden. Spannend? “Er is over dit project goed nagedacht, dus in die zin is het niet zo spannend”, aldus Van den Dikkenberg. “Er is nog niet eerder een project van deze omvang opgeleverd, als het gaat om natuurinclusief bouwen en dat maakt het vooral heel leuk. Vooral de hoge dichtheid van groen is heel erg bijzonder. Ook speciaal zijn de voorzieningen voor dieren die niet kunnen traplopen en die bij dit project toch omhoog kunnen lopen.
Daarnaast is goed nagedacht over waterterugwinning vanuit de gebouwen. Een van de doelen van de twee woonblokken is het verkoelen van de leefomgeving met het groen. Een van de randvoorwaarden is dat je dat niet met drinkwater doet. Je zult er dus jaarrond voor moeten zorgen dat er voldoende water beschikbaar is om het groen van water te voorzien.”
Bron: Biind
Beeld: Parallel
Meer artikelen met dit thema
Ontdek effectiviteit natuurinclusieve gebiedsontwikkeling
9 dec om 07:30 uurIn de nieuwe uitgave Natuurinclusieve Gebiedsontwikkeling ontdek je de belangrijkste knelpunten in de…
Impuls voor natuurinclusieve ambities Amsterdam
4 dec om 07:30 uurAl geruime tijd toont Amsterdam volop groene ambities bij bouwprojecten van diverse aard. Een icoonproject én…
Tuinklaar is het nieuwe bouwrijp
29 nov om 07:30 uurGrondontwikkelaars zijn gewend de grond bouwrijp op te leveren. Voor projectontwikkelaars moet het voortaan…
Bouwprocessen inrichten in symbiose met de natuur
25 nov om 07:30 uurJannemarie de Jonge is Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving en sinds dit voorjaar ambassadeur van…
Biodiversiteit van daktuinen verhogen doe je zo
22 nov om 07:30 uurNaar aanleiding van een constatering van landschapsarchitecte Maike van Stiphout, eerder onze…
Bomen basis van klimaatadaptieve en energievriendelijke stad
31 okt om 07:30 uurVolgens Joris Voeten vormen bomen de basis voor een natuurinclusief, klimaatadaptief en energievriendelijk…
Bouwen in balans met de aarde
24 okt om 07:30 uurBouwbiologen zijn in Nederland dun gezaaid, terwijl ze zo belangrijk zijn voor de actuele vraagstukken in de…
Nieuwe studie: bouwen impuls voor stedelijk groen
21 okt om 07:30 uurWat zijn de effecten van verstedelijking op ecosysteemdiensten, zoals groen, koeling en waterretentie, en de…
Reactie toevoegen