Circulariteit dwingt je op een andere manier over architectuur na te denken
Een inslaand succes, datcirculaire gebouwtje in Amsterdam-Noord, bijna in de achtertuin van VanAssche. Het werd gepubliceerd in het Jaarboek van de Architectuur. Maquettes gingen de wereld over en werden tot in Seoel geëxposeerd.
“Circulariteit dwingt je op een andere manier over architectuur na te denken,” zegt Van Assche in zijn kantoor, gevestigd in een voormalig schoolgebouw tegenover RAI Amsterdam. “En dan doel ik niet alleen op de vormgeving. Ook de financiering, het ontwerpproces, het bouwen – dat gaat allemaal anders.” Het geld voor de Noorderparkbar werd bij elkaar gebracht via voordekunst.nl,ontwerpen en bouwen vonden gelijktijdig plaats met het aanschaffen van materialen. Een definitief ontwerp was er niet. Het ontwerp werd steeds weer aangepast aan het veranderende aanbod op Marktplaats. Niet alleen het ontwerpproces is anders, maar ook de vormgeving. “Circulariteit in deze opzet leidt tot een nieuwe vormgeving. We wilden beslist geen Piet Hein Eek imitatie; een object gemaakt van zichtbare sloopmaterialen. De bar moest er juist als nieuw uitzien.En dat is gelukt. Het Noorderpark is verrijkt met een visueel sterk beeld.Het gebouw is niet voor niks in het Jaarboek terecht gekomen.”
100 procent lenen
Van Assche omringt zich graag met een netwerk van gelijkgestemden:kunstenaars, ontwerpers, fondsenwervers. Soms doet hij het allemaal zelf, veelal samen met Reinder Bakker en Hester van Dijk van het bureau Overtreders W. Met hen werkte Van Assche aan de Noorderparkbar en nu ookaan een hele reeks vervolgprojecten. Want het barproject in Amsterdam-Noord heeft veel losgemaakt. “We zijn bezig omcirculariteit op te schalen. Er is een beweging aan het ontstaan, er is een route in gang gezet om anders om te gaan met duurzaamheid, duurzaamheid gekoppeld aan een nieuwe vormgeving.”Een van de vervolgprojecten met Overtreders W, naast bijvoorbeeld de Pretty Plastic Plant (100 procent plastic afval), is het People’sPavilion op het Ketelhuisplein in Eindhoven, een 100 procent circulair paviljoen, volledig opgebouwd uit geleende materialen. Het paviljoen wordt tijdens de Dutch Design Week (DDW) gebruikt voor samenkomsten, lezingen, openingen, performances, als hang-out en voor concerten. Een gebouw van 250 vierkante meter, 8 meter hoog dat plaats biedt aan 600 mensen. Na afloop van de negen dagen durende DDW krijgt iedereen zijn spullen weer terug, heel en ongeschonden.
People's Pavilion in Eindhoven. Beeld: Vingtsix Visualisations
Van Assche: “De opdrachtgever wilde een circulair gebouw dat na negen dagen weer verdwijnt. Een partytent huren van Boels is het meest voor de hand liggend, toch? Maar de vraag bleef jeuken: hoe een tijdelijk circulair paviljoen te maken? Oké,geen 100 procent Marktplaats, want dat hadden we al gedaan. In plaats van Marktplaats bedachten we: waarom niet 100 procent lenen? We benaderden marktpartijen, waaronder houtleverancier STIHO. Die vond het een mooi initiatief en wilde meewerken met daarbij de kanttekening dat STIHO het hout onbewerkt retour krijgt, dus niet boren, niet zagen, geen schilderwerk. Dat betekent, ook nu weer,dat je heel anders moet gaan ontwerpen. Traditionele houtconstructies en daarbij horendeverbindingen, dat gaat niet. Met TUe en Arup zijn we een andere weg ingeslagen en hebben we alternatieve verbindingen ontwikkeld op basis van spanbanden, de strips die online shops gebruiken om hun pakketjes bestelklaar te maken.Amazom.com is onze inspiratiebron!” De houten constructie van het paviljoen hangt aan een in stramien geplaatst kader van heipalen, uiteraard geleend, net als het dak (van een kassenbouwer), de gevels (van een Bol.com gebouw) en de gevelafwerking (geleend van particulieren: plastic afval). “100 procent lenen betekent dat je geen enkel beroep doet op grondstoffen. Een gebouw met een zero footprint.”
Marineterrein
Samen met Marieke Berkers en Vincent Kompier werkte Van Assche aan een stedenbouwkundigestrategie voor het Marineterrein in Amsterdam. Eeuwenlang was dit militaire gebied, aan de rand van het stadcentrum, afgesloten voor het publiek, maar sinds een paar jaar voor iedereen toegankelijk. De making van de stedenbouwkundige strategie heeft raakvlakken met dat van de circulaire architectuur van bureau SLA. In dit geval niet meebewegen met wat Marktplaats te bieden heeft, maar wat de stad vraagt, wat de behoeften zijn, wat de sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen zijn. Van Assche: “Voordat we aan de slag gingen met de strategie hebben we ons de vraag gesteld: wat voor stadsdeel moet het worden? Vegen we het hele terrein leeg en bouwen we nieuw terug, zoals is gebeurd met het OosterDoksEiland (ODE)? Of kies je voor een organische groei? Dat laatste dus, en dat staat ook in de bestuursovereenkomst.
Schoonvegen – slopen – is het weggooien van het kapitaal van de stad. Dat moet je niet doen. We hebben gekozen voor behoud en transformatieen dat ingebed in een adaptieve strategie. De wereld verandert en plannen veranderen mee. Daarom voor het Marineterreingeen traditioneel masterplan dat als een blauwdruk de komende vijftig jaar vastlegt. We sturen niet op programma en volume maar op waarden. We hebben drie waarden geformuleerd, een daarvan is duurzaamheid. Maar die waarden zijn niet dichtgetimmerd. Neem duurzaamheid,een afgeleide daarvan is het creëren van autovrije zones. Maar stel nu dat auto’s door de ontwikkeling van steeds betere batterijen energie kunnen gaan leveren aan woningen, dan worden diezelfde auto’s een schakel in je duurzaamheidsambities.Een masterplan moet op die ontwikkelingen in kunnen spelen.”
Niet stuk renoveren
Bureau SLA werd in juni 2014 gevraagd om een haalbaarheidsstudie te maken voor een voormalig onderwijsgebouw op het Marineterrein. In het najaar van 2014 is de haalbaarheidsstudie in hoog tempo uitgewerkt tot een uitvoeringsgereed ontwerp. Eind 2015 waren de bouwwerkzaamheden gereed. Het gebouw zou het Nederlands voorzitterschap van de Europese Unie faciliteren, vandaar het enorme tempo. Op de valreep koos de regering voor een andere huisvesting.
Gebouw 27 E op Marineterrein. Fotografie: Milad Pallesh
Het gebouw, dat voor onderwijsdoeleinden werd gebruikt, vormt een ensemble: twee evenwijdige, opgetilde volumes met elkaar verbonden door een eenlaags gebouw. In 1962 in gebruik genomen. Het gebouw heeft een betonnen casco, voornamelijk in situ beton. Met hier en daar de zichtbare aftekening van de betonbekisting, een van de details die Van Assche waardeert. “De rauwheid van het beton – megavet. Dat moet je niet wegpoetsen, je moet het gebouw niet stuk renoveren.”Enthousiast is hij ook over de sculpturale pilotisdie het gebouw optillen. Esthetisch fraai maar uit het oogpunt van thermische isolatie ondingen, weet hij ook. “Het zijn enorme koudebruggen, maar wel heel fraai. Daarom wil je ze behouden, dus zoek je naar compensaties om de energieprestatie op peil te houden. Dat hebben we bereikt door bijvoorbeeld triple glas in de gevel.” De ramen in de gevel, elk 3.5x3.5 meter, zitten in diepe neggen, wat Van Assche de mogelijkheid bood om houten screens op te nemen. Alle ramen in de gevel zijn voorzien van zonwerende schermen van Accoya, hout verduurzaamd op basis van een innovatief Nederlands procedé. Op het eerste gezicht lijkt het patroon van de schermen at randomgecomponeerd, maar in feite zijn het stuk voor stuk interpretaties van de vlaggen van de leden van de Europese Unie.
Wapenloods Fort Asperen
‘Niet stuk renoveren’ is een terugkerend thema in het gesprek met Van Assche. Hij wijst op een van zijn projecten, de wapenloods van Fort Asperen, een van de forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De wapenloods, een kale houten schuur naast het fort met horecafunctie, is doorbureau SLA gerenoveerd en uitgebreid met nieuwbouw. Het fort ligt op een eiland en had behoefte aan extra vierkante meters. Omdat het bestemmingsplan geen ruimte liet voor bebouwing op het eiland, hebben we onder de wapenloods een geïsoleerde kelder gebouwd, dat vanuit de ondergrond de begane grond in steekt tot aan het dak van de loods. De gehele nieuwbouw onder en in de loods wordt verwarmd, de resterende ruimte heeft een halfklimaat.
“Op deze manier behoudt de wapenloods haar rustieke karakter, blijven de zolder en monumentale houten en niet geïsoleerde kap in het zicht, maar krijgt diezelfde loods wel een heel bijzondere nieuwe invulling (volgens het doos-in-doos principe). De nieuwe wapenloods laat zien hoe je met rijksmonumenten om kunt gaan. Kernpunt is: je kunt ze transformeren en verduurzamen zonder het bestaande karakter om zeep te helpen. Of, zoals Van Assche het zegt:“Je voldoet aan de regelgeving, maar zonder het monument stuk te maken.” In de wapenloods schemert ook weer de circulariteit door. Het hout dat verwijderd werd bij de restauratie is hergebruikt. Er zijn tafels van gemaakt. Het ontwerp was zo succesvol dat het inmiddels is vertaald naar een meubellijn van tafels, banken en koffietafels.
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
"Een duurzame praktijk opzetten: zien, geloven, bouwen!"
26 okt 2023Architect Lex van Waarden uitte in 2021 al zijn bezorgdheid over de sterk stijgende huisvestingskosten voor…
Stimulering gezonde, duurzame woningbouw met puntensysteem
19 okt 2023Sinds ruim een jaar hanteert de gemeente Veenendaal een puntensysteem om gezonde, groene en duurzame woningbouw…
'Geen gelijke kansen als schoolgebouwen uit elkaar vallen'
12 okt 2023Het derde Duurzame & Gezonde Scholen Congres in Utrecht was een ‘feest van herkenning’ en tegelijkertijd…
De toekomst van het samenwerken
27 sep 2023In een decor van foute grappen over aannemers zocht Henberto Remmerts twee decennia geleden naar mogelijkheden…
Circulariteit in de praktijk: van daadkracht naar draagvlak
26 sep 2023Het werkelijk toepassen van circulariteit is voor velen in de bouwsector nog steeds lastig. Bij adviesbureau…
Treinstation als katalysator van woningbouw
14 sep 2023Een treinstation is veel meer dan een station voor treinen. Afhankelijk van de gebouwde en economische omgeving…
Vernieuwend ontwerp biedt verzorgingshuis weer toekomst
28 aug 2023Hoe verbouw je een verzorgingshuis, zodat het voldoet aan de wensen en eisen die tegenwoordig en in de toekomst…
Reactie toevoegen