Aanjaagteam Langer zelfstandig wonen: Verzorgingstehuizen knelpunt
In de Kamerbrief Transitieagenda Langer Zelfstandig Wonen van afgelopen juni beschrijft het kabinet hoe het lokale partijen wil ondersteunen bij de decentralisatie van de langdurige zorg en bij de ‘zoektocht naar een nieuw evenwicht’ in de ordening van wonen, zorg en welzijn. De ministers van BZK en VWS stellen in de Kamerbrief voor dat gemeenten en lokale partijen op regionaal niveau afspraken maken over de randvoorwaarden voor langer zelfstandig wonen en de herstructurering van het vastgoed. Een Aanjaagteam Langer Zelfstandig Wonen, bestaande uit Marnix Norder, Ton Streppel en Wim Korsten, is in het leven geroepen om als een onafhankelijke derde de regionale samenwerking vlot te trekken.
Drie lijnen
“We zien dat in de woningvoorraad op drie lijnen acties nodig zijn. De eerste groep woningen zijn ‘gewone’ woningen in de bestaande voorraad die aangepast kunnen worden, de tweede groep zijn nieuw te bouwen kleinschalige woonprojecten en de derde groep zijn de te transformeren verzorgingshuiscomplexen.
Bestaande bouw en nieuwbouw
Volgens Norder kan de communicatie over woningaanpassingen, vanuit gemeenten, beter. Wat kun je in de woning aanpassen? Welke aanpassing vergoedt de Wmo? Bij wie moet ik zijn?
De tweede groep woningen die Norder voor de toekomst ziet, zijn nieuw te bouwen woningen voor ouderen. Norder schetst het beeld van de traditionele hofjes: beschut, beschermd, kleinschalig, gemeenschappelijk maar zelfstandig wonen met onderlinge diensten. Het hofje van de 21e eeuw bundelt de belangrijkste kenmerken van het oude verzorgingshuis: sociale ontmoeting, veiligheid, comfort (maaltijden) en het ‘sharen’ van belangrijke voorzieningen.
Verzorgingshuizen
De derde groep, 1300 verzorgingshuizen, vormt naar het oordeel van Norder het grootste knelpunt op de huidige woningmarkt. Binnen 10 jaar tijd zal het traditionele verzorgingshuis verdwijnen.
“Niet alle verzorgingshuizen zijn problematisch. In grotere steden met een vraagdruk op de woningmarkt hebben verzorgingshuizen altijd een terugvaloptie, bijvoorbeeld als studentenhuisvesting of kamerverhuur. De schaalgrootte van de zorgorganisatie is vervolgens bepalend. Grote clubs kunnen kiezen om een deel van hun bezit om te bouwen tot verpleeghuis (30 tot 40 procent van verzorgingshuizen) en in andere delen scheiden van wonen en zorg door te voeren (zo’n 800 verzorgingshuizen). Van zo’n honderd tot enkele honderden tehuizen voorzien wij als Aanjaagteam dat ze gesloopt moeten worden.”
Bron: Nieuwsbrief Platform31. Lees hier het volledige interview.
Reactie toevoegen