Circulariteit als probleem van nu
ArchitectThomas Bögl schreef kortgeleden een mooie column waarin hij zich afvroeg of ontwerpers niet het vertrouwen in hun eigen professie hadden verloren. Moeten we geen gebouwen maken die mensen koesteren? Eerst lang gebruiken en daarna hergebruiken met nieuwe functies. Dat is toch wat anders dan fabrikanten die beloven om hun spullen weer op te halen voor (energie-intensief) hergebruik. Een waardeloze belofte overigens want de levensduur van een gemiddeld bedrijf (18 jaar en nog steeds afnemend) is vele malen korter dan de levensduur van een gebouw hoort te zijn.
Digitale opslagplaatsen
Alle grondstoffen en bouwdelen die het gebouw bevat moeten worden opgeslagen in digitale opslagplaatsen. Alles in de veronderstelling dat generaties na ons nog in staat zijn die bronnen te raadplegen of überhaupt gaan raadplegen. Wie is anno 2019 nog in staat om een floppy-disc uit te lezen? De bruikbaarheid van de informatie is waarschijnlijk ook waardeloos omdat we tegen die tijd toch een compleet andere bouwpraktijk hebben ontwikkeld, mag ik hopen.
De LCA als CO2-bom
We kunnen de emissies van gebouwen lekker rond rekenen door in levenscyclusanalyses (LCA’s) lange levensduren aan te houden. De CO2-emissie vindt echter wel nu plaats. Dat betekent dat de meeste circulaire materialen en gebouwen helemaal geen rekening houden met de opgave om in 2030 meer dan 49 procent van de CO2-uitstoot te elimineren. Een lage Embodied Energy dient daarom de basis te vormen voor het denken over de inzet van duurzame materalen.
As a Service elitaire parasiet
Een tweeledig idee: mensen willen gemak en het noopt fabrikanten (die gemiddeld maar 18 jaar bestaan) om na te denken over de toekomst van hun grondstoffen. Ja, er is een beperkte groep mensen in staat te betalen voor nog meer gemak en comfort. De praktijk is echter dat ook mensen die het zich eigenlijk niet kunnen permitteren deze route kiezen. Mensen die betalen voor spullen die ze bij aankoop voor de som van 2 tot 4 jaarvan het abonnementsgeld in eigendom hadden gehad. Een groep mensen uit het lage en middensegment die, opgejaagd door de belevingseconomie, zichzelf opzadelen met het betalen van marges, transactiekosten en risicopremies die ze normaal gesproken nooit voor de kiezen zouden krijgen.
Dit artikel is verschenen in Stedebouw en Architectuur 02/2019. Lees meer van Stedebouw en Architectuur in onze bibliotheek.
Reactie toevoegen