Als stedenbouwkundige Tom van Tuijn start met een gebiedsontwikkeling, laat hij een ecoloog de wijk ingaan om een schop in de grond steken. Het gaat dan niet alleen om de samenstelling van die grond, maar vooral om het gesprek met omwonenden. Lees alles over de praktijk van regeneratief ontwerpen volgens Van Tuijn.
'Eerst lokale cultuur, identiteit en historie snappen'
“Ik ben weliswaar opgeleid in de crisis van vijftien jaar geleden, maar zie dat als een heel dankbare tijd. Door die crisis ging het juist veel over wat we echt aan het doen waren. Je vroeg je af hoe je kon ontwikkelen en bouwen als de condities niet zo goed waren. En over hoe we bestaande wijken beter konden maken. Het beheer en de doorontwikkeling van die wijken wordt relevanter op het moment dat we ons niet of minder met nieuwbouw bezighouden. Daardoor werden er nieuwe werkwijzen en perspectieven uitgevonden en zo kwam ik ook los van de doctrine dat stedenbouwen gaat over het ontwerpen van Vinex-wijken. Daarbij waren vooral ‘vorm’ en ‘thematiek’ belangrijke elementen van het vak. Verder konden door een gebrek aan financiële middelen, of door durf om groot te ontwikkelen, spontaan dingen ontstaan en hadden we juist de tijd om anders na te denken over ontwikkelen. Er ontstonden toen nieuwe stromingen, zoals coöperatief ontwikkelen en organisch ontwikkelen van gebieden, en er ontstond een basisvoor de relatie die ik heb met regeneratief denken en ontwerpen. Helaas verliezen die ontwikkelingen tegenwoordig toch weer terrein. Het is jammer dat dat wegebt en we weer gewoon gaan bouwen, bouwen, bouwen.
Elementen in het systeem
Veel mensen denken bij regeneratief ontwerpen aan de natuur. Die ecologische poot krijgt momenteel heel veel aandacht, dus dat komt wel goed. Ik trek het onderwerp echter liever breder. Regeneratief ontwerpen gaat over het hele systeem en alle elementen die daarop van invloed zijn. Het boeit mij vooral dat die losse elementen op elkaar vertrouwen om zo het systeem te onderhouden, te groeien en te verbeteren. Denk bijvoorbeeld aan het combineren van de wateropgave in een buurt met een speelbos, op voorspraak van de buurt, waarvoor een werkgroep van gebruikers zorgdraagt en een school er gebruik van mag maken. Tegelijkertijd herintroduceer je inheemse soorten en wordt het een pleisterplaats voor een grotere wijk. Het is dan één leefsysteem dat mensen, dieren en planten in staat stelt om door de tijd heen samen te groeien en beter te worden. Dat vind ik er zo krachtig aan.
Bij regeneratief ontwerpen maken wij daarom de stap van conventioneel ontwerpen, via ‘objectgericht duurzaam’ - denk aan BENG - en ‘gebiedsgericht duurzaam’ naar het grotere doel: een levend systeem. Ik zou vooral het verschil willen benadrukken tussen gebiedsgericht duurzaam en het levend systeem. Gebiedsgericht duurzaam zie je nu overal ontstaan, zoals klimaatbestendig bouwen met aandacht voor de gemeenschap. Een levend systeem gaat echter verder. Dat is in staat om zichzelf te verbeteren, ook gedurende de tijd dat wij er als ontwerpers niet meer zijn.
Belangrijk voor ons is dat je niet alleen simpel een huis ontwerpt en oplevert - ‘hier, ga er maar in leven’ - maar dat je de bewoner vanaf het begin onderdeel maakt van het hele proces. Een gebiedsontwikkeling bestaat daarom voor ons nu uit vier stappen:
- begrip van lokale cultuur en historie;
- het fundament op orde: bodem en water zijn sturend;
- ontwerpen in harmonie;
- co-evolutie
Co-evolutie
De sociale component is een van de belangrijkste elementen in het systeem, maar binnen de stedenbouw en architectuur is daarvoor bar weinig aandacht. We hebben allemaal onze mond vol van participatie en co-creatie, maar nemen het nog weinig serieus. Als er in Nederland over participatie wordt gesproken, krijgen mensen meestal een plan voorgelegd en daar mogen ze dan naar luisteren. Je moet het echter een paar treden hoger op de participatieladderzoeken. Mensen moeten nog werkelijk onderdeel worden van waarmee wij bezig zijn. Pas dan kunnen ze een gemeenschap vormen die veel sterker is dan wat wij ooit op papier of op een tekening met elkaar kunnen bedenken.
Wij proberen daarom in ieder stadium van een gebiedsontwikkeling kennis te maken met toekomstige bewoners. Al in de voorfase willen we met omwonenden het gesprek voeren en een relatie aangaan met een plek. Dit betekent dat je samen met hen de locatie gaat bekijken en dat je er een keer gaat barbecueën, ook om bijvoorbeeld te snappen waar de zon ondergaat. Of we rijden eerst met een Piaggio-driewieler rond in het dorp om de mensen te spreken en met hen een relatie aan te gaan. Zo worden de mensen helemaal dat proces in gezogen. Wij ontwerpen in fases en de mensen lopen mee met die fases.
Essentieel voor co-evolutie is verder het matchen van de psyche en het gedrag van de toekomstige gebruikers met het soms complexe ontwerp. Zorg daarbij voor het bestendig inbedden van een ontwerp bij gemeenten of andere organisaties, voor een vorm van zelfbestuur, de zorg voor elkaar en voor de gehechtheid van gebruikers met een plek.Je moet wel goed snappen waarmee je bezig bent en waarin je gaat roeren. Als je dat goed doet, kun je regeneratief gaan ontwerpen en de mensen in staat stellen om zelf actief een plek te gaan maken. Nu is een plek vaak van een ontwerper of van een opdrachtgever. Regeneratieve plekken zijn echter niet van die verkoper of ontwerper, maar van de mensen en de dieren en de planten die er zitten en er gebruik van maken. Zo zie je in een project als het NRE-terrein in Eindhoven (zie kader) en in andere projecten die wij doen, dat weweliswaar één van de spelers zijn binnen dat speelveld, maar dat de bewoner of de eigenaar volledig onderdeel is van die ontwikkeling en plek. Dat noemen ij dus co-evolutie, waarbij een plek alleen nog maar beter wordt, ook of misschien wel juist als wij daar al weg zijn.
Vooraf maken we ook met een ecoloog een rondwandeling. Dan zet je een schop in de grond en kijk je samen met omwonenden naar wat er in die grond zit. De samenstelling van de grond is echter niet het belangrijkste. Het gaat om het gesprek dat we voeren met de omwonenden, om het vertrouwen dat we opbouwen en om de kennis die we opdoen. Zo proberen we eerst de lokale cultuur, identiteit, historie en gewoontes te snappen. We doen dus goed onderzoek en niet alleen objectief, maar ook subjectief.
Dit alles vraagt ook om andere vormen van burgerschap en daarbij horen aspecten als holisme, ‘genestheid’ en wederkerigheid. Dat klinkt misschien heel vaag en past ook niet in een Excel-sheet. Daarom kijkt een deel van de opdrachtgevers me hierbij wazig aan en een ander deel slaat er wel op aan. Om vervolgens terug te keren naar die Excel-sheet, want daar hebben ze meer grip op.
Fundament
Als we dit alles als ontwerper goed begrijpen en goed doen, kunnen we gaan nadenken over het fundament en dat is niet anders dat wat er nu in Nederland gebeurt. Dat is ‘bodem en water sturend’, vanuit een goede ecologie. Dat betekent ook dat we op sommige plekken niet gaan bouwen en op andere plekken juist wel. Vanuit bodem en water breng je een goede basis aan en vervolgens ontwerpen we de natuur tot in elk aspect van de wijk en dat in harmonie met de mensen onderling. Corporaties en gemeenten schrikken nog weleens van dit alles, dat steek ik niet onder stoelen of banken. Het is een complexe materie die niet is te vatten in een paar simpele marketingtermen. Bovendien gaat regeneratief ontwerpen ook over je eigen gedrag, over je houding ten opzichte van duurzaamheid en de natuur. Om werkelijk duurzaam te zijn, moet je echt naar jezelf kijken en dat schrikt mensen ook weleens af.
Een andere drempel om de schaal van dit systeem te vergroten is de factor tijd. Om mensen mee te laten doen en te groeien, heb je vaak meer bijeenkomsten nodig in plaats van één en dat kost tijd. Dit alles is misschien niet een nieuw vakgebied, maar sommige vakgebieden moeten wel transformeren en zich mee ontwikkelen. Wat betekent tegenwoordig sociaal-maatschappelijk ontwikkelen? Hoe verbinden we dat aan de ruimtelijke denkers in ons? En wat is het juridische en financiële model erbij? Hoe verkrijg je grond, een lening of de juiste kennis? In woongenootschappen is dit regeneratieve systeem veel makkelijker te integreren dan in andere modellen. We hebben dus nog een gigantische slag te maken, terwijl het in andere landen zoals Zwitserland al veelvuldig wordt gedaan. Zo ingewikkeld is het dus ook weer niet. Er hoeft geen nieuwe Einstein op te staan.
De huidige complexe tijd vraagt ten slotte om kritische reflectie op ons eigen gedrag. Durf fundamenteel te kijken waarom we deden wat we deden, durf te experimenteren en risico’s te nemen om tot iets te komen wat werkt. Ga relaties aan in plaats van afstand te houden en het werk volgens de geldende conventies uit te voeren. Blijf daarin niet alleen binnen het eigen vakgebied, maar ga juist op zoek. Allemaal elementen die op gespannen voet staan met onze ‘noodgedwongen’ zoektocht naar efficiëntie binnen de ruimtelijke ontwikkeling.”
Blijf nog beter op de hoogte van al ons nieuws en abonneer je op de wekelijkse nieuwsbrief van Stedebouw & Architectuur.
Tekst: Ysbrand Visser
Foto boven: Moddermanstraat, Eindhoven (beeld: Van Tuijn Stedenbouw en FAAM architects / Hildenbrant visuals)
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Transformatie: van fabrieksterrein tot cohousinggemeenschap
23 okt om 07:00 uurDe Belgische stad Gent pioniert op het gebied van collectief wonen. Ook kent de stad innovatieve…
Nieuwe studie: bouwen impuls voor stedelijk groen
21 okt om 07:30 uurWat zijn de effecten van verstedelijking op ecosysteemdiensten, zoals groen, koeling en waterretentie, en de…
Plot-overstijgend en diagonaal denken
18 okt om 07:30 uurAls gasthoofdredacteur van ons themanummer Regeneratief ontwerpen, pleit Emile van Vugt (FAAM architects) voor…
Het nieuwe S&A-magazine is uit: Regeneratief ontwerpen
17 okt om 07:30 uurMet ‘Regeneratief ontwerpen’ pakt Stedebouw & Architectuur een thema op dat steeds meer in de…
Lancering nieuw kennisplatform Ruimte voor Bewegen
16 okt om 11:00 uurAcquire kondigt met trots de lancering aan van Ruimte voor Bewegen, een nieuw kennisplatform dat zich richt op…
Dashboard leefomgeving op basis van ‘marktgedragen data’
14 okt om 07:30 uurMet het binnenkort te lanceren Nationaal Dashboard Duurzame Leefomgeving is er een nieuwe tool beschikbaar die…
Met Tweede Groene Ring nieuwe ruimtelijke kansen voor Leiden
9 okt om 07:30 uurOpgaven als de energietransitie, mobiliteit en de enorme woningbouwopgave leggen in elke gemeente een claim op…
Landschapsarchitectuur en beweegvriendelijkheid in Apeldoorn
8 okt om 07:30 uur“Ik heb me altijd gericht op de buitenruimte”, begint landschapsarchitecte Linda Hooijer. “Wat mij aantrok in…
Reactie toevoegen