Aardgasvrij Reijerpark bundelt functies op één locatie
Samen met aannemersbedrijf P. van Leeuwen uit Meerkerk heeft LIAG architecten en adviseurs deze accommodatie op basis van Design & Construct ontworpen en gerealiseerd.
Auteur: Wijnand Beemster
De nieuwe sportaccommodatie, aardgasvrij en energieneutraal, bestaat uit een multifunctionele sporthal voor de gemeente Ridderkerk en een clubaccommodatie voor Korfbalcombinatie Ridderkerk (KCR). De sporthal wordt behalve door KCR gebruikt door diverse onderwijs- en sportverenigingen.
Eenheid
Het diverse gebruik is niet af te lezen aan het gebouw. Dat was ook de opdracht van de gemeente Ridderkerk:maak een sportaccommodatie die zichals één geheelpresenteert. Die eis beperkte zich niet tot de nieuwbouw. Het gehele sportpark moest een zichtbare eenheid worden. En daarin vervult de nieuwe accommodatie een belangrijke rol. Niet alleen visueel:LIAG positioneerde de clubaccommodatie eneen aansluitend buitenterras zodanig dat er volop zicht is op de buitenvelden. Ook fysiek: door de bundeling van functies op één locatie komen wedstrijden, toernooien, trainen en het clubleven hier samen.
Ontwerp
Om de centrumfunctie te versterkenis het gebouw van verschillende kanten benaderbaar. De eenheid van het gebouw wordt nog benadrukt door twee evenwijdige horizontale Alucobond gevelbanden.Die banden zijn niet alleen uniformerendmaar ook nuttig: de ononderbroken lijnen geleiden bezoekers naar de hoofdingang.Fraai is ook de bijzondere en voor sportaccommodaties nogal opvallendebewerking van de beglazing. De KCR-clubaccommodatie kreeg een transparante gevel. De sporthal werd voorzien van 100 procentsemi-transparante polycarbonaat kanaalplatendie diffuus daglicht doorlatenenfungeren als zonwering. In de avonduren lichten de semitransparante gevelvlakken op. Figuren van sporters, grafisch weergegeven in de beglazing, krijgen dan een extra accent en zorgen voor een attractief en dynamisch gevelaanzicht. “De lichtdoorlatende geveldelen bevallen goed”,zegt architect Jordy Aarts van LIAG. “Overdag komt er op een hele zachte manier daglicht binnen en ’s avonds licht de gevel op aan de buitenzijde, wat de herkenbaarheid versterkt.”
Strategische verdeling sportvloer
Achter een uniforme gevel herbergt de sportaccommodatie een divers programma. In de sporthal bevinden zich onder andere kleedruimten, tribunes, bergingen, multifunctionele ruimte, en werkruimten. Om alle functies optimaal te faciliteren,zonder onderlinge overlast,is de sportvloer van 26 x 44 meter conform NOC*NSF-eisen op te splitsen in drie gelijke, simultaan te gebruiken korbalvelden.Dat er drie velden inpassen is te danken aan een slimmigheidje van LIAG. Aarts: “We hebben voorgesteld om de zaalafmeting twee meter groter te maken, waardoor we ruimte creëerden voor drie korfbalvelden in de breedterichting naast elkaar.”
Het intensieve gebruik van de sporthal gaat niet ten koste van het comfort.Aarts: “De akoestiek in de sporthalwordtdoor de gebruikersenorm positief ervaren. Niet alleen is vooraf veel aandacht voor dit onderdeel geweest –het is in de testfase uitvoerig gemeten – maar wordt nu dus ook daadwerkelijk zo ervaren. Met name gymleraren, die lang in de zaal aanwezig zijn en doorgaans heel kritisch zijn over akoestiek, zijn uiterst positief.”
Arno Hamoen van aannemersbedrijf P. van Leeuwen, zegt over de geweldige akoestiek: “Die hebben we bereikt doorhet toepassen van geperforeerde wand- en dakplaten, BIA lijmblokken, en een akoestische scheidingswand.”Hamoen voegt toe: “Wat ik ook gaaf vind, is dat de sporthal voldoet aan de NOC*NSF-eisen en dat wij samen met de vloerleverancier de certificering voor zijn gietvloer hebben weten te realiseren.”
Duurzaamheid
De nieuwe sportaccommodatie is aardgasvrij en energieneutraal. Zonnepanelen, warmtepompen en geautomatiseerde luchtbehandelingskasten maken deel uit van het energieconcept.Verwarming van de sporthal gebeurt door middel van vloerverwarming. CO2-sensoren sturen de ventilatie en voorkomen onnodig ventileren. Ledverlichting in combinatie met aanwezigheidsdetectie beperken het elektriciteitsgebruik.
LIAG zette ook in op het gebruik van duurzame materialen. De bar in het KCR-clubhuis, maar ook de tribune en wandbekleding in de gangen,zijn uitgevoerd in bamboe. Om dezelfde reden van duurzaamheid zijnin de gevel hout-aluminium kozijnen toegepast:onderhoudsvrij en weerbestendig aluminium aan de buitenzijde en hout aan de binnenzijde, voor sfeer en warmte. Een mos-sedum dak zorgt ’s zomers voor verkoeling en houdt regen wat langer vast. Dak en gevel hebben hoge isolatiewaarden en zijn luchtdicht uitgevoerd.
De architect heeft een belangrijke rol gespeeld in de keuze voor een hoog duurzaamheidsniveau, zegt Jos de Vos, als voorzitter van KCR nauw betrokken bij de planvorming en uitvoering van sportaccommodatie. “Sterker nog. LIAG heeft haar duurzaamheidsambities van meet af aan duidelijkaangegeven. Samen met de kwaliteit van het ontwerp overtuigde dat de opdrachtgever.”
Met het oog op duurzaamheid is bewust naar samenwerking gezocht met het lokale bedrijfsleven. Aarts: “Door te kiezen voor adviseurs en leveranciers uit de omgeving reduceer je ook CO2-uitstoot. Want er hoeven minder kilometers afgelegd te worden. Dat geldt straks ook voor onderhoudswerkzaamheden. Zo houd je de footprint laag.”
Design & Construct
“De gemeente, die als bouwheer optrad, stelde een integraal contract voor, Design & Construct”, zegt De Vos. Arie Aalbers, directielid en bouwadviseur van LIAG, zegt hierover: LIAG treedt dan op als gelijkwaardige partner van de aannemer. Dit betekent dat we ook risicodragend zijn. Hierdoor ontstaat een echte samenwerking met de aannemer, omdat beide partners gelijke doelen voor ogen hebben: het maken van een goed gebouw endat binnen kosten en planning. Dit leidt er weer toe dat we elkaar veel meer uitdagen en soms ook van rol verwisselen om uit te komen bijde best mogelijke oplossing. Zonder deze aanpak zouden veel van de bijzonder duurzame projecten die we de laatste jaren hebben gerealiseerd niet het hoge niveau hebben gehaald.”
Hamoen ziet ook de meerwaarde van D&C. “Het grote voordeel is dat je als aannemer in een vroeg stadium je kennis van bouwen mee kunt laten nemen in het ontwerp. Hierdoor kun je samen met de architect niet alleen een mooi en functioneel gebouw maken, maar ook een gebouw dat goed en snel te maken is. Er ontstaat meer ruimte om het gebouw te optimaliseren, om nieuwe producten toe te passen en slimme ideeënte verwerken.”Hamoen vervolgt: “Wij waren gedurende dit project echt partners. Je hebt oog voor elkaars belangen. Arie Aalbers stak heel veel tijd en moeite in het bedenken van duurzame en kostenbewuste oplossingen. Aan de andere kant waakten wij weer voor een zorgvuldige uitvoering van details,zodat het een mooi strak gebouw werd. En dat is gelukt, liet ook Jordy Aarts weten.Hij beaamde na afloop dat het gebouw precies geworden was zoals hij hethad getekend en zoals dat in hun 3D-voorstelling was gepresenteerd.”
Kanttekeningen
Aan D&C zitten ook nadelen, zegt Hamoen. “Somszijn functies zo nauw omschreven dat er weinig ruimte is om te innoveren, de kracht van D&C. Je valt dan terug in het traditionele bestek. Een nadeel is ook dat er veel administratieve rompslomp bij komt kijken,veel overleg en veel vergaderen.”
Ook De Vos plaatst kanttekeningen bij D&C. “In eerste instantie waren we het allemaal eensom met een integraal contract te werken. Veel tijd steken in de wensen en die goed beschrijven, daar kan het gebouw alleen maar beter van worden. We merkten dat dat voor een sporthal prima werkte, maar voor een clubgebouw ligt dat wat moeilijker. Je kunt nog zo goed van tevoren alles bedenken en vastleggen, tijdens de bouw loop je toch tegen zaken aan die je anders wilt. Gelukkig stonden LIAG en aannemersbedrijf P. van Leeuwen open voor onze wensen.Ze waren ons goed gezind en hebben ons enorm geholpen.”
De Vos besluit: “Welke contractvorm je ook kiest, samenwerking is altijd belangrijk. Het gezamenlijk doel goed voor ogen houden, daar komt het op aan. En dat heeft ook hier geleid tot opleveringbinnen budget en binnen tijd. Dat is bijzonder enhet heeft bovendien een prachtig gebouw opgeleverd waar we allemaal trots op zijn.”
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Wijkvernieuwing is één opgave met meerdere deelprojecten
2 jun 2023Voor de Rotterdamse wijk Crooswijk combineert KAW inbreidingsplannen (stedebouwkundig) met de komst van…
Hoe kunnen corporaties integraal stappen zetten voor biobased bouwen?
29 mei 2023Gezond wonen, comfortabel wonen, biobased bouwen. Veel mensen hebben het erover, vaak in relatie tot nieuwbouw…
Upgrade galerijen Livingstonelaan
25 mei 2023Integraal beslismodel: voor complexe renovatie- en transformatieprojecten
25 mei 2023Een nieuwe manier van bouwen
23 mei 2023Als het aan Emile van Vugt van FAAM architects ligt, moet het herijken van ons vastgoed naar actuele thema’s…
Van bouweconomie naar verbouweconomie
17 mei 2023BIM komt met aanvullende richtlijnen voor bestaande bouwprocessen
16 mei 2023Om te voorkomen dat in bestaande bouwprocessen verschillende partijen telkens het wiel uitvinden, ontwikkelt de…
Reactie toevoegen