We moeten goed zorgen voor onze onderburen, letterlijk, maar we zijn ons lang niet altijd bewust van het leven dat zich onder onze voeten afspeelt. Uit onderzoek vanuit de gemeente Amsterdam blijkt dat dit verregaande gevolgen voor onze veiligheid en gezondheid kan hebben. “Biodiversiteit begint bij de bodem”, aldus Joyce van den Berg, landschapsarchitect en hoofdontwerper bij de gemeente Amsterdam.
De beheerder is de toekomstige ontwerper van de buitenruimte
In 2020 werd de Integrale Ontwerpmethode Openbare Ruimte van de gemeente Amsterdam gepresenteerd. Daarin stond beschreven dat voor nieuwe inrichtingsplannen het traditionele denken, van bovengronds naar ondergronds, passé is. De ondergrond en het meervoudig functiegebruik stonden (en staan) voortaan voorop. Tegelijkertijd bleek uit een DNA-onderzoek dat de vitaliteit van de bodem (in Amsterdam Zuidoost) zeer ondermaats was: bomen kwamen daar niet of nauwelijks tot wasdom. De alarmbellen rinkelden.
BiodiverCity
“Dat betrof een transformatiegebied”, begint Joyce van den Berg. “Dus je kunt dan denken: soit, dat gaat toch weg. Maar gaf wel aan dat we in het verleden iets met de bodem hebben gedaan, waardoor de vitaliteit in het geding is gekomen.” Dat er iets met de bodem was, was al langer het vermoeden, onder andere doordat regenwater nauwelijks wegliep in het gebied. De wetenschappelijke onderbouwing stuwde het thema echter verder op: hiermee moet iets gebeuren.
Er is echter een kennislacune in het vak. Professionals in het stedelijk gebied weten te weinig over een gezonde en vitale bodem, zo bleek uit een rondvraag langs diverse steden door het team achter het project en de publicatie BiodiverCITY. Hierbij werkte Amsterdam, in opdracht van Het Nieuwe Instituut, samen met Naturalis, NIOO-KNAW, Inside Outside en Artis. De publicatie maakte impact en mocht onder andere op de Architectuurbiënnale van Venetië (2021) worden gepresenteerd.
Van chemisch naar vitaalIn de wet- en regelgeving voor de bodem wordt nu alleen gestuurd op chemische aspecten. Het bodemleven komt niet aan bod. “Daar begint het”, aldus Van den Berg. “Het ophogen van onze steden gebeurt met prachtig schoon zand, zo schoon dat al het leven eruit is gemept.” Dat deze aanpak op lange termijn voor problemen zorgt, komt nu pas aan het licht. Het belang van een vitale bodem agenderen is dan ook Van den Bergs voornaamste doel. “Dus ook qua regelgeving moeten we het gesprek aangaan: wat is een gezonde en vitale bodem? Wat moet bijvoorbeeld de samenstelling onder wegverhardingen zijn? Zulke vraagstukken moeten wij gaan definiëren in relatie tot infrastructuur, klimaat en natuur.” |
Gezond voor natuur én mens
De bodem speelt bij praktisch elk urgent thema een rol. Van den Berg: “Je ziet het al in de stad: een gezonde bodem zorgt voor meer groen en dat zorgt weer voor verdamping en schaduw. Omdat een vitale bodem minder gauw uitdroogt, heb je bovendien aanzienlijk minder verzakkingsgevaar en voorkom je dat leidingen breken. Ook vermijd je het risico op legionella in drinkwater, wat kan ontstaan door het opwarmen van de bodem en dus drinkwaterleidingen. Het gaat dus ook echt om gezondheidsrisico’s.”
In de publicatie BiodiverCITY staat een reeks aan mogelijkheden en laaghangend fruit om zelf al stappen te zetten. Van den Berg vat die oplossingen beknopt samen: “Neem zoveel mogelijk over de bodem mee in de bouwenvelop. Dat kan vaak zonder dat het consequenties met zich meebrengt.” Het doel hiervan is alle partijen die betrokken zijn bij een project bewust te maken van hun invloed op de bodem. “Want alles begint daar. Kabels voor energie en data, leidingen voor afwatering en gas, wortels voor planten en bomen, fundatie voor woningen; de bodem leeft!”
Kabels en leidingen
Voor Van den Berg gaat BiodiverCITY om het besef dat ruimtelijke ordening een ander perspectief moet aannemen. “Wij spreken dan ook van een kanteling van de stedenbouw”, zegt ze. “Hoe we ons vak binnen de ruimtelijke ordening uitoefenen, van ontwerper tot werkvoorbereider, is drastisch aan het veranderen. Over het hele spectrum zijn totaal nieuwe opgaves aan het ontstaan. Zoals de circulaire economie of mobiliteitsvraagstukken, waardoor er meer assets in de grond komen. Dat moet binnen de wet- en regelgeving en in beleidsambities van steden worden erkend, zodat we ze een plek kunnen geven.”
“Het is niet meer van deze tijd dat een ontwerper iets ontwerpt en de techneut alle kabels en leidingen maar moet wegfriemelen”, vervolgt Van den Berg. “We moeten bijvoorbeeld van het aardgas af, maar dat kan niet in één keer. Dus terwijl de gasleiding voorlopig blijft liggen, kunnen er afhankelijk van het warmtescenario nog wel zes buizen bij komen. We moeten gaan samenwerken en op voorhand de werkvoorbereider en nutsbeheerder aan tafel hebben, zodat je rekening kunt houden met dat soort assetmanagement. De beheerder is de toekomstige ontwerper, kun je bijna zeggen.”
Regie voeren
Dat een integrale aanpak kansrijk is, wil de gemeente Amsterdam bewijzen met projecten zoals Amstelstad en een integraal gebiedsplan voor het Wallengebied. “De vraag is hoe kunnen wij de komende tien jaar duurzaamheid programmeren in alle aspecten, van vergroening tot waterkwaliteit, met de ondergrondse infrastructuur die daarbij hoort?” aldus Van den Berg. “Voor zowel bestaande als voor transformatiegebieden hebben we de benodigde werkwijze in een zestal stappen gedefinieerd in een flyer.”
Ook werkt de gemeente Amsterdam aan een voorstel om te sturen op zoneringsvoorstellen. Dit om beleidsmatig een plek te creëren voor de ordening van kabels en leidingen, bijvoorbeeld in warmteplannen. “We moeten gaan sturen op flexibiliteit”, zegt ze, “door op de juiste wijze de regie te voeren over bodem en ondergrond. Op dit moment kunnen we officieel nog niet voorschrijven waar nutspartijen in de straat hun assets kunnen neerleggen, maar daarin willen we verandering brengen. Via de inhoud kun je dit georganiseerd krijgen en de neuzen dezelfde kant op krijgen. Daarom heb ik bijna wekelijks overleg met bijvoorbeeld Waternet en Liander.”
Kansen bij middelgrote gemeenten
“Als ontwerper van de openbare ruimte moet je hier echt kaas van hebben gegeten”, vervolgt Van den Berg, verwijzend naar de vele assets die in de ondergrond moeten. “Het is vaak nieuwe materie en die kan veel breder worden uitgedragen.” Zij ziet bijvoorbeeld in Amsterdam veel weerstand om bestaande werkwijzen te veranderen...
Lees nu het complete artikel (tijdelijk gratis) in ons digitale magazine, thema Circulair & Natuurinclusief.
Tekst: Reinoud Schaatsbergen
Bezoek voor veel meer kennis en inspiratie op 30 november het Congres Natuurlijk 2023, het jaarlijkse kennis- en netwerkevenement voor een natuurinclusieve leefomgeving.
Meer artikelen met dit thema
Award voor De Urbanisten met Getijdenpark Keilehaven
3 nov 2023Het meest natuurinclusieve project of ontwerp van Nederland en daarmee winnaar van de tweejaarlijkse Award…
Boek over landschapsarchitectuur wint literaire prijs
31 okt 2023Het boek ‘Landschappen – Het onvoltooide’ van de Belgische landschapsarchitect Chris Vermander heeft de…
Data groenbeheer helpen probleemwijk vooruit
23 okt 2023In Den Haag zijn twee pleinen vergroend, waarbij met de inzet van data ook sociale problematiek werd getackeld…
Stimulering gezonde, duurzame woningbouw met puntensysteem
19 okt 2023Sinds ruim een jaar hanteert de gemeente Veenendaal een puntensysteem om gezonde, groene en duurzame woningbouw…
Seminar Circulair Ontwerpen: disruptieve toekomst materialen
17 okt 2023Met vooraanstaande experts uit de circulaire wereld wordt op donderdag 7 december in de Metaal Kathedraal (…
Klimaatparken als concept voor meervoudig ruimtegebruik
6 okt 2023Klimaatparken en vertical farming kunnen bijdragen aan het oplossen van de ruimtelijke puzzel. Dit betoogt…
‘Draai kwesties om en ontdek nieuwe perspectieven’
2 okt 2023Terwijl de klimaatverandering ons met de neus op de groene feiten drukt, wordt er niet radicaal voor…
Circulariteit in de praktijk: van daadkracht naar draagvlak
26 sep 2023Het werkelijk toepassen van circulariteit is voor velen in de bouwsector nog steeds lastig. Bij adviesbureau…