Hoe ga jij om met tegenstrijdige belangen in je ruimtelijke project? En maak je er een breed gedragen en vrolijk participatietraject van? Anne-Mette Andersen beschrijft het project Secret Garden in Wijk C, Utrecht.
Dat wil jij ook: breed gedragen, vrolijk participatietraject
“In het afgelopen half jaar, sinds de herinrichting van de binnentuin, heb ik meer mensen leren kennen dan in de negen jaar hiervoor.”
Dit zei Hedwig, bewoonster en initiatiefnemer, tijdens haar speech bij de opening van de Secret Garden in Wijk C in Utrecht. Prachtig vond ik dat! De inrichting overtrof niet alleen háár verwachting hoe leuk het zou zijn als de binnentuin groener en natuurlijker werd ingericht, maar ook die van mij. De verwachting die ik wél elke keer heb, is dat een goed participatieproces mensen nader tot elkaar kan brengen.
Mix van stakeholders
Je zou het nu bijna vergeten, maar het participatieproces voor de binnentuin in Wijk C begon met tegenstrijdige belangen en een mix van zeer uiteenlopende stakeholders. Oorspronkelijke en nieuwe bewoners, lokaal verankerde ondernemers, in- en uitvliegende studenten in verhuurpanden, particuliere pandeigenaren, woningbouwcorporatie en gemeente. Daarbij kwam dat er halverwege het proces een tekort aan herinrichtingsbudget optrad. In feite waren alle ingrediënten aanwezig voor een moeizaam en langdurig proces. Of een sneller proces, maar dan met veel bezwaren.
Vrolijk, soepel en succesvol
Gezien dit alles is het wonderlijk dat het participatietraject een vrolijk, soepel en succesvol traject is geworden, dat tot de mooie uitspraak van Hedwig heeft geleid. De doorlooptijd van het gehele project met het participatietraject, het ontwerpen van de openbare ruimte, het oplossen van het budgettekort én de vaststelling heeft slechts acht maanden in beslag genomen. Hoe dat kan?
Het is mijn overtuiging dat dit succes te danken is aan de volgende drie aspecten:
- Benut de lokale kracht.
- ‘Ontwerpend onderzoek’ als bindmiddel.
- Co-creatie is de nieuwe participatie.
Lokale krachten
Het is met twee ‘ontwerpsessies’ en één presentatie gelukt om de echte pijnpunten boven water te krijgen, die op te lossen én tot een gezamenlijk ontwerp te komen, waar mensen óf heel blij van werden óf in ieder geval een goed gevoel bij hadden. Om dat te bereiken heb ik op verschillende manieren dankbaar gebruikgemaakt van de lokale kracht in de wijk. Die is er altijd, dus ga daar als eerste naar op zoek, middels een participatietraject.
Benut de lokale kennis in de communicatie; hoe bereiken we de verschillende doelgroepen en leeftijden, wie zijn cruciale personen in de wijk, op welke manier breng je de boodschap over herinrichting over, op een manier waardoor niemand zich buitenspel voelt staan? Benut de aanwezige kennis ook bij het plannen van de ontwerpsessies. Hoe wordt het zo laagdrempelig mogelijk, hoe zorgen we dat de verschillende doelgroepen komen opdagen en constructief meedenken en meedoen?
Naast het feit dat je zo vanaf het begin betrokkenheid creëert, scheelt het je ook enorm veel uitzoekwerk en dus tijd en geld. Belangrijk in een tijd waarin iedere projectontwikkelaar of gemeente een tekort lijkt te hebben aan tijd, capaciteit of budget of zelfs aan alle drie.
‘Bespaar tijd, capaciteit en geld’
Zandlopermodel
Hoe dat praktisch in zijn werk gaat, leer je in mijn masterclass ‘In 3 stappen naar succesvolle co-creatie met het AM Landskab Zandlopermodel’, die is gebaseerd op tientallen ruimtelijke praktijkprojecten. Bij elk type project - van gezonde woonwijken tot het revitaliseren van dorpen, van klimaatadaptieve en natuurinclusieve parken tot pocket parks ingepast in de bestaande stad, heeft een op maat uitgevoerd participatietraject volgens de methode van het AM Landskab Zandlopermodel tot soepele processen geleid.
Alle omwonenden bereikt
Voor Wijk C is er in samenspraak met de buurt gekozen voor een fietsexcursie, een woonkamersessie en een ontmoeting in de lokale kroeg. Parallel hieraan werden weer anderen digitaal bereikt. Uiteindelijk zijn alle omwonenden én alle uiteenlopende stakeholders, met ieder zijn eigen belang, bereikt. Deze bijeenkomsten zijn door de bewoners ervaren als leuk en zinvol. Deze mensen waren nooit komen opdagen bij een traditionele ‘bewonersavond’.
In verband hiermee even een paar vragen, die de deelnemers van mijn masterclass altijd heel eerlijk beantwoorden. Waarbij ze leren inzien dat de ‘bewonersavond’ toch écht niet meer van deze tijd is. Hoe divers is de groep die aanwezig is bij een bewonersavond? Behelst die een dwarsdoorsnede van de gebruikers straks? Van de belangen in het gebied? Is de avond een inhoudelijke verrijking van je project? Word er vol enthousiasme over gesproken in de buurt? In je organisatie? Zou je zelf komen?
Zou je zelf naar een ‘bewonersavond’ komen?
Letterlijk en figuurlijk schetsen
De eerste succesfactor voor een snel en soepel participatieproces is het benutten van de lokale kracht voor het uitwerken van de communicatie en het type bijeenkomsten. De tweede is naar mijn mening het toepassen van ‘ontwerpend onderzoek‘. Dat wil zeggen mogelijke oplossingen letterlijk en figuurlijk schetsen voor de specifieke situatie van het project in kwestie. Zonder vooraf bedacht ‘concept’ en vooringenomen mening. Klinkt eenvoudig toch? Maar… onbevooroordeeld een proces instappen, dát is heel moeilijk, kan ik je vertellen. Ik oefen elk dag met op mijn handen zitten! Onmiddellijk oplossingsgericht te werk gaan vanuit je vak, je ervaring of je targets, moet je echt even vergeten.
Consensus
Wanneer je bewust een diversiteit aan mensen en belangen bij elkaar brengt (zoals dat gebeurt tijdens de brede stap 1 van het AM Landskab Zandlopermodel) kan een dialoog al snel een felle discussie worden en uitmonden in een patstelling.
De ervaring met ontwerpend onderzoek is dat het heel verhelderend kan werken: wat is er wél en niét mogelijk en waar zit de gemeenschappelijke noemer, datgene waar iedereen warm voor loopt of op zijn minst consensus over kan bereiken? Tijdens een ‘schets-dialoog’ is het de kunst om door te vragen. Wat zit er achter een ‘nee’ en kunnen we er samen voor zorgen dat het een ‘ja’ wordt?
Samen
Dat ‘samen’ is de derde cruciale succesfactor. Niet ik, als participatiebegeleider/ontwerper, ga de dilemma’s oplossen. De gemeente of projectontwikkelaar evenmin. Leg dat aan de aanwezigen voor, en streef ernaar om er middels ontwerpend onderzoek samen uit te komen. Ik noem dat de ‘gemeenschappelijke noemer’ vinden. Ik weet niet van tevoren wát die is, maar heb ondertussen dit soort processen zo vaak op deze manier aangepakt (en aangepakt zien worden) dat ik wel durf te zeggen dát de gemeenschappelijke noemer er altijd is. Je moet hem alleen zien te vinden.
Participatie
Op het moment dat je een brede dwarsdoorsnede van mensen en belangen hierin betrekt, wordt het proces op een vanzelfsprekende wijze een ‘co-creatie’ in plaats van ‘participatie’. Door je project in co-creatie aan te pakken - samen dóen - win je heel veel tijd en goodwill.
Dus wat let je?
Ondersteuning nodig? Schakel dan Anne-Mette Andersen in als participatieadviseur .
Of volg de masterclass ‘In 3 stappen naar succesvolle co-creatie met het AM Landskab Zandlopermodel’.
Bron: Biind
Meer artikelen met dit thema
‘De snelste en goedkoopste herstructurering dankzij bewonersparticipatie’
6 okt 2021Waarom spelregels voor participatie wenselijk zijn
2 sep 2021Hoe bepaal je participatiebeleid bij ruimtelijke plannen?
12 aug 2021De 221 reacties op een enquête van Parolo laten zien dat gemeenten verschillend denken over de invulling van…
Reactie toevoegen