Parkeren
7,6 miljoen personenauto’s – waar kun je ze kwijt. Meer en meer zal parkeren het ontwerpen gaan bepalen, zegt ook architect Liesbeth Brink in deze editie van Stedebouw & Architectuur. “Nu al gaat grofweg 40 procent van de gesprekken bij een planontwikkeling over parkeren.” Brink doet mee aan het expertpanel over parkeren in woonwijken – een verslag daarvan opent deze editie. In het expertpanel zit ook Ruud van Trijp, van Stadgenoot in Amsterdam. Volgens Van Trijp bouwen we al jaren meer parkeerplekken dan woningen, en “dat gaat knellen in de openbare ruimte”. Vorig jaar publiceerde 010 Publishers samen met TU Delft en BNA het Zakboek parkeren voor de woonomgeving (Brink is co-auteur van deze bijzondere uitgave). Hoe je ondanks dat ‘knellen’ tot bijzondere oplossingen kunt komen laat het boek (ontwerp: Joost Grootens)’ heel mooi zien. Van Trijp wijst er op dat de prijs die parkeerders betalen voor parkeren – ook in de best practices uit het zakboek – geen afspiegeling is van de waarde van de ruimte die ze innemen, en ook niet van het beslag dat ze leggen op het woonmilieu (geluid, luchtvervuiling, verkeersonveiligheid). Dat mag zo zijn; in de grote steden ligt dat toch anders: particuliere parkeerplaatsen zijn daar big business met vraagprijzen van 100.000 euro per plek – on line parkeermakelaars hebben een gat in de markt ontdekt. Van Trijp heeft het uiteraard niet over deze hot spots. In woonwijken houdt de automobilist liefst de vinger op de knip. Maar de auto moet wel zo dicht mogelijk bij de voordeur! Dat is passen en meten – het expertpanel formuleert handreikingen hoe je tot een aantrekkelijke oplossing kunt komen. Misschien hebt u zelf oplossingen (of vragen). Het expertpanel staat ook op www.stedebouwarchitectuur. En die is interactief, daar kunt u mee praten, discussiëren en vragen stellen. Ook op LinkedIn is Stedebouw & Architectuur interactief. Ook hier is parkeren in woonwijken een van de gespreksthema’s. Doe mee! En wordt bouwwijzer.
Reactie toevoegen