Zes vragen over parkeren
1. Mobiliteit neemt de komende jaren flink toe. Kunt u die groei kwantificeren? Hoeveel parkeerplaatsen zijn nodig om die groei te accommoderen?
“In 2007 waren er circa 7,5 miljoen auto’s: ruim één per huishouden. Naar verwachting zal dit groeien tot boven de 10 miljoen in 2020/2030. De groei van het aantal auto’s per huishouden vlakte in de afgelopen jaren wat af, maar het aantal blijft nog steeds toenemen door de groei van het aantal tweede of volgende auto’s. Ongeveer 23 procent van de huishoudens beschikt momenteel over twee of meer auto’s. Het aandeel autoloze huishoudens zal verder dalen. De sterkste groei in de omvang van het wagenpark is te verwachten in de randgemeenten van de stadsgewesten en dan met name die van de vier grote steden. De groei zal veel minder groot zijn op het platteland. Bij deze ruimtelijke ongelijkheid in de groei van het autobezit spelen zowel de inbreidingsdoelen van de overheid als de groei van het aandeel rijkere huishoudens in de stedelijke omgevingen een rol. Op basis hiervan mag verwacht worden dat de parkeerproblematiek in en rondom de grote steden fors zal toenemen. Daarbij moet ook nog bedacht worden dat de werkgelegenheid rondom de grote steden relatief sterker zal groeien.”
Reactie toevoegen