Zes vragen over Bouwinnovatie
Ook de politieke besluitvorming is ingewikkelder. Bij een gemiddeld project heb je tegenwoordig te maken met 40 tot 50 verschillende partijen die allemaal het eigen belang voorop stellen. Dat is toch heel anders dan bouwen in een weiland. Om een beeldspraak te gebruiken: vroeger was bouwen een klein dweilorkest met een paar zatlappen eromheen, tegenwoordig is bouwen een groot symfonieorkest met een groot en kritisch publiek. En dat orkest heeft te maken met allerlei externe en interne uitdagingen. Externe uitdagingen zijn zaken die we moeten veranderen omdat de maatschappij dat van ons vraagt – denk aan duurzaamheid, integriteit en aan klantgericht bouwen. Bij interne uitdagingen gaat het over de bouwketen zelf. Om met het laatste te beginnen – en dat is dan tegelijkertijd een antwoord op de vraag die je stelt. Allereerst de productiviteit op de bouwplaats. Die ligt vaak onder het 50 procent. Ten tweede de ruiskosten, oftewel de vermijdbare kosten. Die bedragen 10 tot 25 procent van de bouwsom! Als derde noem ik ‘het chagrijn’. Wat nog wordt verergerd door de huidige crisis; de bouw is een vechtmarkt geworden. Er is momenteel heel veel ziekteverzuim. Het is op dit moment dus ‘niet leuk’ in de bouw. En de laatste misstand: in de bouw is een ‘papieren werkelijkheid’ ontstaan. We hebben zaken op papier keurig geregeld, maar de werkelijkheid is anders.”
Reactie toevoegen