Vraag 3: Welke maatregelen zijn nodig?

Bauke Tuinstra

Zonder maatregelen dreigt een ingrijpende daling van huizenprijzen en verrommeling. Krimp van de bevolking vraagt om verdunning van de bebouwing door sloop en samenvoeging. Dit biedt ook de kans de belevingswaarde te vergroten, met ruimere woningen, grotere kavels en meer groen.

Toerisme blijkt een belangrijke wijze waarop nieuwe bewoners in contact zijn gekomen met een gemeente. Reden voor verhuizing is vaak de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit. Die moet alleen al daarom gekoesterd worden.

Ook is er ruimte voor kleinschalige bedrijvigheid en het produceren van groene energie. Dit laatste is een grote kans voor het platteland en de steun die sommige gemeenten hieraan geven verdient navolging. 

Helma Born

Zeker zijn ruimtelijke en landschappelijke kwaliteiten een reden om je ergens te vestigen of om ergens te blijven. Een doorslaggevende vestigingsreden voor veel mensen (vooral jongeren) is toch het aanbod van (interessant) werk. Met architectonische en juridisch maatregelen zodat thuis werken en een eigen bedrijfje aan huis beginnen mogelijk zijn, kun je veel bereiken. Maar grootschalige werkgelegenheid blijft belangrijk. Zorg is natuurlijk een sector die veel werk biedt. 

George de Kam

Architecten en stedenbouwkundigen hebben een belangrijke taak: oog hebben voor het eigene van krimpgebieden en de bijzondere mogelijkheden, en gebouwen maken waarmee bewoners zich kunnen identificeren en die daarom een reden kunnen zijn om niet weg te trekken.

Bauke Tuinstra

Het karakter van dorpen en steden is in de loop van eeuwen ontstaan. Het landschap is vaak de onderlegger geweest voor de ruimtelijke ontwikkelingen. Bijzondere en betekenisvolle gebouwen markeren belangrijke plekken en zijn bepalend voor het silhouet. Door ingrijpende maatschappelijke en economische veranderingen komen veel beeldbepalende en monumentale gebouwen vrij. Voor het behoud van de aantrekkelijkheid en de identiteit van dorpen is nieuw en duurzaam gebruik noodzakelijk.

Anne-Jo Visser

Je moet naar de eigen kracht van elke unieke kern kijken. Dat unieke karakter bloot leggen kan een rol voor de architect, stedenbouwkundige of cultuurhistoricus zijn.

Ulrike Weis ten Elsen

Het is naar mijn mening onmogelijk om een catalogus met ‘goede maatregelen’ op te stellen die voor iedereen geldig is. Voor elke situatie, gemeente of regio zal een individuele strategie gezocht moeten worden, iets dat bij de opgave, de cultuur en de mensen past.

Reageren op deze discussie? Mail uw reactie naar de redactie van Stedebouw & Architectuur.

Bekijk ook de reactie op vraag 1: Sociale samenhang en zorg in krimpgebieden

Bekijk ook de reactie op vraag 2: Welke strategie en waarom

Bekijk ook de reactie op vraag 4: Nieuwbouw en krimp

Bekijk ook de reactie op vraag 5: Rol in proces