Vraag 1: Sociale samenhang en zorgfuncties in krimpgebieden.
Helma Born
In veel krimpgemeenten worden de bewoners nauw betrokken bij de krimpproblematiek. Zij zijn de eerste die de gevolgen van krimp aan den lijve ondervinden. In veel plattelandsgemeenten in het noorden van het land zie je dat een groot verantwoordelijkheidsbesef bestaat bij de bewoners.
Gemeenten maken hier gebruik van en vergroten deze verantwoordelijkheid en betrokkenheid nog meer door dorpsverenigingen geld te geven dat zij zelf in kunnen zetten om de leefbaarheid te bevorderen. Op deze manier wordt de sociale cohesie versterkt, want bewoners pakken samen zelf dingen op. En het geld wordt ingezet voor leefbaarheidsdoelen die door de bewoners echt belangrijk worden gevonden.
George de Kam
Door goed aan te sluiten bij bestaande sociale infrastructuur en (informele) locale economie hou je de sociale cohesie intact. Ruilverhoudingen zouden meer aandacht kunnen krijgen en bepaalde zorgfuncties zou je moeten concentreren, als het draagvlak van fysieke nabijheid afhankelijk is. Maar er is ook meer mogelijk met domotica (mits geen luchtfietserij) en voorzieningen voor eHealth. En probeer kansen te benutten die goedkoop bestaand vastgoed en goedkope grond bieden.
Creëer ruimte om meer zelfvoorzienend wonen mogelijk te maken, en bied meer planologische ruimte om bijvoorbeeld woningen samen te voegen of bedrijfje aan huis te hebben waardoor het aantrekkelijk kan worden om low budget te wonen en deels je geld te verdienen met zorg/begeleiding in de lokale omgeving.
Ulrike Weis ten Elsen
Voor de sociale cohesie en het intact houden van vooral de informele zorg (burenhulp, familie) zijn ontmoetingsplekken nodig, gezamenlijke activiteiten scheppen een band. Het concept van de ‘Kulturhusen’ is de laatste jaren een voorbeeld hiervan, maar er zijn ook oplossingen denkbaar vanuit burgerparticipatie.
Doeke van Wieren
Maatregelen zijn essentieel, want als zorg niet of onvoldoende beschikbaar is, zullen ook ouderen genoodzaakt zijn te verhuizen naar plaatsen waar die zorg wel kan worden geboden. Als dat gebeurt zal de migratie versnellen en er naast ontgroening ook een 'ontgrijzing' plaatsvinden. Het antwoord moet ons inziens gezocht worden in slow-care, analoog aan een slow-economy die lokaal en specifiek is, gecombineerd met decentrale professionele zorg, waarbij onbetaalde mantelzorg een belangrijke rol kan krijgen.
Anne-Jo Visser
Het is niet makkelijk om de sociale samenhang intact te houden als steeds meer voorzieningen wegvallen. Dat merken wij in een aantal SEV krimpexperimenten, die we voor het Rijk coördineren in het kader van het Actieplan Bevolkingsdaling. Er zullen dorpen en wijken komen waar op termijn geen zorgfuncties meer zijn. In die dorpen is het draagvlak te klein om zorgvoorzieningen rendabel in stand te houden.
De zorgfuncties verhuizen naar grotere dorpen, waar ook aanbod is van andere voorzieningen. Tegelijkertijd zijn er nu al veel voorbeelden van dorpen waar bewoners hun eigen voorzieningen (winkels, zorg) vrijwillig in stand houden. Of dorpen waar zorg aan huis geleverd wordt. Daar is de sociale samenhang misschien wel sterker dan in sommige stedelijke wijken.
Helma Born
Bewoners vinden zorgvoorzieningen vaak erg belangrijk. Indien zorgvoorzieningen inderdaad geconcentreerd worden in een ander dorp betekent dit dat ouderen wellicht op termijn moeten verhuizen. Het verdwijnen van deze voorzieningen kan echter ook invloed hebben op andere bewoners en woningzoekenden. In de regio afstemmen welke kernen welke voorzieningen krijgen – wat wordt woonkern, wat een voorzieningenkern, is hierbij belangrijk. Mensen (ook jongeren) kunnen dan bewuster kiezen om in een rustiger dorp, met minder voorzieningen, te gaan wonen. Of toch in het dorp te gaan wonen met meer reuring en meer voorzieningen.
Reageren op deze discussie? Mail uw reactie naar de redactie van Stedebouw & Architectuur.
Bekijk ook de reactie op vraag 2: Welke strategie en waarom
Bekijk ook de reactie op vraag 3: Welke maatregelen zijn nodig
Reactie toevoegen