Succesfactoren gebiedsontwikkeling Bloemendalerpolder
Talsma zei dit op het symposium, georganiseerd door de projectorganisatie Bloemendalerpolder, Deloitte Real Estate Advisory en de praktijkleerstoel Gebiedsontwikkeling TU Delft, over de totstandkoming van de samenwerking tussen markt en overheid voor de gebiedsontwikkeling Bloemendalerpolder.
Het sluiten van een publiek-private samenwerking lijkt bijzonder in deze tijd waarin een aantal pps-en wordt herzien dan wel ontbonden. Maar dat bleek niet het geval. Tijdens het symposium kwam naar voren dat elders in de het land nog steeds nieuwe en aangepaste pps overeenkomsten worden afgesloten tussen gemeenten en marktpartijen waarbij telkens wel maatwerk nodig is in plaats van het toepassen van een blauwdruk.
Eind vorig jaar tekenden zes marktpartijen en vijf overheden* de samenwerkings- en uitvoeringsovereenkomst voor de ontwikkeling van maximaal 2750 woningen tussen Muiden en Weesp. Het traject om tot deze ondertekening te komen liep al vanaf 2005. In 2010 werden de plannen in het kader van de crisis opnieuw tegen het licht gehouden. Men zag af van een gezamenlijke, publiek-private grondexploitatie en koos voor een verdeling van taken, rollen en risico’s. Met het risico van de exploitatie krijgen de marktpartijen meer vrijheid in programma en fasering.
Het plan voor de Bloemendalerpolder is het eerste praktijkvoorbeeld waar men heeft afgezien van het klassieke “in beton gegoten’’ masterplan. In de plaats daarvan is een globaal, maar helder, bindend kader geformuleerd in de “essentiekaart’’ en in de getekende samenwerkings- en uitvoeringsovereenkomst (SUOK). In de overeenkomst is vooral vastgelegd wat resultaten moeten zijn, de weg ernaar toe is vrijgelaten. Hierdoor hebben marktpartijen, binnen de kaders die de overheden hebben gegeven, een grote mate van vrijheid en flexibiliteit om op marktomstandigheden in te spelen. Uitzonderlijk is ook dat de marktpartijen de “groene’’ en “blauwe’’ plandelen realiseren, die zij “turn key’’ aan de overheid opleveren. De realisering “groen” en “blauw” - die maar liefst twee derde deel van het totale plangebied uitmaken - houdt gelijke tred met de voortgang van de woningbouw. Een stuurgroep, waarin de overhedenzijn vertegenwoordigd, houdt vinger aan de pols wat betreft de geleverde kwaliteit. Een voortraject waarin publiek en privaat intensief samenwerkten heeft deze scherpe risico- en rolverdeling mogelijk gemaakt.
Reactie toevoegen