Ruimte voor de fiets
Steden buitelen over elkaar heen. Wie bouwt de grootste fietsenstalling? Met bijna 8.000 fietsparkeerplaatsen verdeeld over drie locaties in en aan het station nestelt Haarlem zich in de kopgroep.
Ruimte voor de Fiets
Haarlem kampte met een immense fietsenzee aan de voet van het mooiste station van Nederland. De huidige capaciteit van circa 1.500 stallingsplaatsen was bij lange na niet voldoende om het aanbod van fietsen kwijt te kunnen. Gemeente en ProRail schreven daarom een tender uit voor een forse uitbreiding van de fietsparkeercapaciteit van het station, om het comfort voor de reiziger te verhogen en tegelijk het zicht op het monumentale station weer vrij te leggen. Een en ander ingekaderd in het programma ‘Ruimte voor de Fiets’ van de rijksoverheid. Ernst van Rijn en Oriol Casas van wUrck architectuur stedenbouw landschap in Rotterdam kregen na de tender opdracht om, in tripartiete, het fietsenstallingsprobleem rondom het station op te lossen. De drieslag van wUrck — het bureau is ook verantwoordelijk voor de herinrichting van de buitenruimte van het station en de aantakking op de rode loper (een langzaamverkeersroute) richting stadshart — behelst het ontwerp van een ondergrondse fietsparkeergarage(5.050 parkeerplaatsen), herinrichting en uitbreiding van de bestaande, inpandige fietsenstalling in het station (1.200) en de nieuwbouw van de Fietsgevel op het Kennemerplein (1.700).
Het Fietssouterrain
Het Fietssouterrain, onder het Stationsplein, is op dit moment in uitvoering. 5.050 fietsen kunnen hier vanaf december aanstaande worden gestald. Het is (voorlopig) Europa’s grootste ondergrondse fietsenstalling. Deze 440 centimeter diepe fietsparkeergarage met een vloeroppervlak van 45 x 95 meter is opgebouwd uit wanden van gestraalde damwandprofielen, een meter dikke betonnen vloer en een betonnen dek van 50 centimeter dikte, met daarop een meter dik grondpakket (voor het wegwerken van leidingen e.d.) en daar weer op een bestrating van klinkers en natuursteen. Omdat bussen op het parkeerdek rijden (bushaltes worden teruggeplaatst op het Stationsplein) is de constructie nogal belast; krachtenafdracht vindt plaats via kolommen die in de fietsparkeergarage opeen stramien van 5 x 7,2 meter zijn gezet. De zware belasting lees je niet af aan de massiviteit van de kolommen,zegt Oriol Casas Cancer, architect-partner van wUrck. “We hebben gestreefd naar een elegante oplossing en de stalen kolommen als het ware gespleten. Vanaf de vloer ‘vertakt’ elke kolom zich diagonaal in twee afzonderlijke loten.”
Daglicht
“Niet het idee geven dat je in een kelder komt. Dat uitgangspunt is leidend geweest,” zegt Casas Cancer.“Daarom hebben we geprobeerd om zoveel mogelijk daglicht zo diep mogelijk het gebouw in te brengen.”Het Fietssouterrain wordt vanaf de Kruisweg, de eerder genoemde rode loper, ontsloten via een luie traphellingbaan die uitkomt op een brede entreezone,met rechts het fietsparkeerplein en links de doorgang naar een bestaande ruimte onder het stationsgebouw die is omgebouwd tot traverse naar het hart van het station. Daglicht komt binnen ter plaatse van de traphelling maar vooral ook door translucente glasstroken(40 x 500 centimeter groot en 8 centimeter dik) boven de entree zone, een verlaagde straat op de kop van het fietsparkeerplein. De glasstroken — ingebed in de bestrating van het stationsplein — zijn evenwijdig geplaatst en worden in het interieur onderbroken door 210 centimeter brede prefab betonnen liggers in ‘baldakijnprofiel’ (zie ook onderstaande animatie van het interieur — red.). Het daglicht dat zo het Fietssouterrain binnen komt, wordt diep het gebouw ingebracht door het opknikken van plafond nabij de entreezone en door de achterwand ietwat schuin te plaatsen. “De plastiek van de ruimte, de heldere lichtlijnen in het plafond — alles is erop gericht om de oriëntatie te vergemakkelijken. Daar kom ik vandaan, daar moet ik naar toe. En je merkt eigenlijk niet dat je in een kelder bent. Het gekozen kleurenpalet helpt mee om dat beeld uit te bannen. Niks geen betonnen grauwsluier. De vloer bijvoorbeeld is helder oranje. Ook in dat opzicht hebben we er alles aan gedaan om een ruimte te creëren met een interieurachtige kwaliteit. Een ruimte — ik zei het eerder — waar je gemakkelijk je weg vindt.” Met het oog op dat laatste (wayfinding) plaatste wUrck in de schuine wand van de entreezone een glazen paviljoen met daarin een beheerderruimte en een Fietspointwinkel. “Overigens niet alleen van belang als oriëntatiepunt. Maar tegelijkertijd ook een schakel in het kader van sociale veiligheid. Dat glazen paviljoen fungeert in de (gratis)fietsenstalling als een wakend ‘oog’.”
Fietscarré
Via de eerder genoemde ondergrondse traverse kom je vanuit het Fietssouterrain in het hart van het station. De traverse kan ook worden gebruikt door reizigers die de fiets hebben gestald in de bewaakte stalling in het stationsgebouw, het Fietscarré, een bestaande stalling die opnieuw is ingericht, opgeschoond en fors uitgebreid tot ruim 1.100 fietsparkeerplaatsen. Ernst van Rijn, architect-partner van wUrck: “De eerste plannen gingen ervan uit dat we onder het bestaande station een enorme fietsenstalling zouden kunnen maken door het aanwezige zandpakket onder de opgetilde sporen te verwijderen. Dat stuitte op bezwaren omdat het treinverkeer teveel hinder zou ondervinden van de werkzaamheden. Maar in het station je fiets parkeren blijft overeind, zij het op beperkte schaal. De bestaande capaciteit wordt flink opgewaardeerd. De bolling in de vloeren wordt geëgaliseerd, nieuwe verlichting wordt geïnstalleerd, monumentale gietijzeren spanten komen wat meer in het zicht, Jan Kuipers plaatst moderne tweelaagse fietsenrekken enzovoorts— eigenlijk één grote opschoningsoperatie binnen bestaande kaders.”Het Fietscarré behoudt ook de huidige hoofdentree aan het Stationsplein, onder de Rijtuigkap. Eenmaal binnen, en de fiets gestald, kunnen reizigers via de eerder genoemde traverse, maar ook door tourniquets (in de bestaande stalling reeds aanwezig) naar het station. Toezicht op het reilen en zeilen in het Fietscarré gebeurt vanuit een opvallend vormgegeven, nieuw beheerderspaviljoen.
Fietsgevel
Fietsers vanuit Haarlem-Noord kunnen straks de fietskwijt in de Fietsgevel, een drielaagse fietsflat aan het Kennemerplein, aan de westzijde van het station. Deze L-vormige stalling, met de lange zijde evenwijdig aan de rijtuigkappen van het station en de korte zijde daar haaks op, heeft — zegt Casas — een belangrijke ruimtevormende taak: “De L-vorm definieert de ruimte van het Kennemerplein. Het uitgangspunt is geweest om een carrévormig stedelijke voorportaal te maken, met daarin markant in het zicht twee bestaande iepen, en vanaf dat plein heb je toegang tot het Fietscarré en tot het station. De Fietsgevel combineert dus twee functies: fiets parkeren en stationsentree. Het casco van de Fietsgevel is een open staalconstructie, op korte afstand geplaatst van het bestaande stationsgebouw.” De gevel is afgewerkt met aluminium lamellen. Omdat op elke verdieping de afstand tussen de lamellen anders is (de afstand wordt groter naarmate je hoger komt) ontstaat een dynamisch beeld, een verticale geleding, ‘alsof — zegt Van Rijn — er voor het station een vitrage hangt’. Door dat ‘stedelijke vitrage’ vormt de Fietsgevel geen rigide visuele barrière; door de gevel heen ontwaar je de contouren van het station en de markante rijtuigkappen. Zoals gezegd staat de Fietsgevel dicht tegen de bestaande stationsbebouwing aan. Het tussengebied, waar bestaand en nieuw elkaar nabij komen, ligt onder een (uitkragend) dak. Subtiel maakt wUrck in dat tussengebied gebruik van aanwezige stationsvoorzieningen. Zo steekt de bestaande wachtruimte op perron 8 als een glazen paviljoen de stalling in en vormt hier als het ware de glazen façade van de Fietsgevel. Een luie trap leidt naar een korte brug die vanaf het bovenste niveau direct toegang geeft tot perron 8.
Logistiek
De logistiek van het gebouw zit sowieso uiterst slim in elkaar. De Fietsgevel heeft twee grote afsluitbare schuifdeuren als opvallende entrees, één aan het voorplein en één direct aan het fietspad langs het Kennemerplein (op de kop van de korte zijde van de L). Je ziet dus van een afstand of de (onbewaakte) stalling open of gesloten is. De ingang van de fietsenstalling aan het voorplein functioneert onafhankelijk van grote glazen entree van het station, er vlak naast. Het Kennemerplein wordt opnieuw ingericht wat wUrck in de gelegenheid stelt om bijzondere dingen te doen. Zo loopt de pleinvloer door in de stalling. Eenmaal binnen kom je dezelfde helder oranje vloeren tegen als in het Fietssouterrain. Toegang tot die verdiepingsvloeren gebeurt via twee traphellingen. In de vloer op de eerste verdieping is ter plaatse van de stationsentree — die het volume op de begane grond in tweeën deelt — een brug gemaakt; zo wordt ‘route bicyclette’ in de Fietsgevel weer aangeheeld.
Reactie toevoegen