Bouwbiologen zijn in Nederland dun gezaaid, terwijl ze zo belangrijk zijn voor de actuele vraagstukken in de bouw. Bouwbioloog IBN Carla Rongen wil daarin verandering brengen. “Voor je het weet, ben je weer gedoemd een airco aan te leggen.”
Bouwen in balans met de aarde
Ze is verbonden aan de Gideonstribe, een verbond van bouwexperts die met duurzame vuisten bonken op de deuren van vakgenoten die de klimaattransitie niet voldoende vooruithelpen en van politiek Den Haag. Haar passie, nee missie, mondde deze zomer zelfs uit in een transfer van Aveco de Bondt naar de Academie Built Environment van de HAN University of Applied Sciences. Zie daar de motivatie van Carla Rongen om meer dan een paar steentjes bij te dragen aan het redden van de aardbol.
Rongen vermoedt dat er in Nederland slechts een stuk of dertig bouwbiologen actief zijn. En er is een groep die het vak buiten het reguliere onderwijs studeert. Door over te stappen naar de HAN hoopt Rongen Regeneratief en Gezond Bouwen daar met meer nadruk op het curriculum te krijgen. Dat is hard nodig, aldus Rongen. “Bij Aveco de Bondt heb ik best veel stagiaires begeleid en het viel mij op dat zij vaak heel veel niet wisten of überhaupt niet op de hoogte waren van bepaalde zaken, zoals Paris Proof of regeneratief bouwen. Dat heeft bij mij een belletje doen rinkelen. Als ik echt impact wil maken - dat is de missie in mijn leven: zo veel mogelijk impact maken - moet ik naar het onderwijs. Al leid ik maar vijf personen per jaar op, dan wordt het een olievlek.”
- Milieukunde
“Ik groeide op aan de rand van een bos, waar we vaak te vinden waren, de hond uitlieten en hutten bouwden. Daar is de liefde voor de natuur ontstaan. Als kind was ik veel meer dan leeftijdsgenoten bezig met maatschappelijke thema’s en ik werd er helemaal door gegrepen in de periode dat het gat in de ozonlaag en de zure regen actueel waren. Niet vreemd dus dat ik na de havo Milieukunde in Groningen ging studeren.”
Roze wolk
Het was bij Aveco de Bondt een inmiddels overleden collega van Rongen, Max Drath, die haar liet kennismaken met bouwbiologie. Zijn verhalen over ‘duurzaam, circulair en gezond bouwen’ plantten definitief het zaadje. Rongen: “Ik ben dol op bouwen, en we moeten met al die woningtekorten ook blijven bouwen, maar we moeten het echt anders gaan doen.
Bouwbiologie biedt daar een antwoord op. In een conservatieve wereld als de bouw bleek het echter lastig om zo’n vooruitstrevend thema op te pakken, en zeker als vrouw. Pas na de Tegenlicht-documentaire over houtbouw, die de VPRO in 2019 uitzond, werd de weg voor ons enigszins geplaveid.”
Bouwbiologie is een veelomvattend vakgebied met onderwerpen als dampopen bouwen, daglicht, ventilatie, luchtvochtigheid, akoestiek, toxische stoffen, biophilic bouwen en eco-sociale aspecten. Veel van die zaken komen samen in een binnenkort te publiceren whitepaper (Rongen/Aveco de Bondt) over de vijf belangrijkste voordelen van biobased bouwen:
- Paris Proof bouwen (zie kader onder);
- Circulair bouwen;
- Gezond bouwen;
- Low-tech bouwen (minder installaties, minder netcongestie);
- Licht bouwen met lichter materieel.
Rongen vertelt verder: “Een mooi voordeel van biobased bouwen, mits goed ontworpen, is dampopen bouwen. Met materialen die in tegenstelling tot traditionele materialen in staat zijn om in huis zowel de temperatuur als de luchtvochtigheid te reguleren. En dat exact binnen de normen die de mens nodig heeft om gezond te blijven. Dan pak je tegelijkertijd voordelen op het gebied van Paris Proof, circulariteit én gezondheid. Denk daarbij aan houten constructies, bij voorkeur door houtskeletbouw, en aan biobased isolatie die je kunt inblazen, zoals houtvezels, stro, vlas of hennep. Met houtskeletbouw kun je veel makkelijker zonder lijm bouwen dan met CLT, maar er is ook CLT gemaakt met deuvels, zonder lijm: DLT. Kies wel voor biobased materialen met een zo hoog mogelijke soortelijke warmtecapaciteit. Dat gaat over de hoeveelheid energie die nodig is om het materiaal op te warmen, zodat je daarmee hittestress kunt tegengaan. Hoe hoger die soortelijke warmtecapaciteit, hoe meer zo’n materiaal voor je kan doen. Met temperatuurregulering in winter en zomer, maar ook met vocht.”
Natuurlijk ventileren
Ventilatie hoort ook helemaal thuis in het straatje van de bouwbioloog. Kijkend naar de praktijk, wordt Rongen erg ongelukkig van het Bouwbesluit en al helemaal van de krijtstreepmethode. Er zijn vooral echte minimumeisen nodig. Rongen: “Er moet meer geventileerd worden. In woningen, maar vooral op kantoren en scholen. Nog beter is het om natuurlijk te ventileren in plaats van lucht door een installatie te halen. Een natuurlijk briesje in huis wordt door de mens als prettiger ervaren dan een airco. Ook sluit dit exact aan bij wat de mens nodig heeft om gezond te blijven.
Een mens wil niet in de zomer bij 20 graden op kantoor zitten met een vest aan. In sommige situaties op kantoor en school lukt natuurlijk ventileren ook, maar dan moet er al in de ontwerpfase echt interdisciplinair gewerkt worden, want anders sneuvelen dergelijke ambities. De wet- en regelgeving houdt ons echter tegen, want we moeten het binnenklimaat op vastgestelde temperaturen kunnen instellen. Voor je het weet, ben je dan weer gedoemd een airco aan te leggen om het geheel rond te kunnen rekenen.”
- Spaak in het wiel
“Er zijn 128 miljoen verschillende soorten toxische stoffen en iedere week komen er 15.000 bij. Het merendeel wordt echter niet gecheckt op de langdurige werking op de mens, dier of milieu. Dat is shocking, want toxiciteit is vaak ook een spaak in het wiel voor circulariteit. In veel materialen, ook biobased, zitten toch weer zaken als brandvertragers of lijm. Het eerlijke verhaal is dat we door wet- en regelgeving niet altijd ontkomen aan die brandvertragers. Zolang we niet alle certificaten hebben, mag je er niet mee bouwen, dus hebben we keihard brandtesten van allerlei biobased materialen nodig. Dit is nog een kwestie van tijd. Betrek in de tussentijd al in de VO-fase een expert brandveiligheid. Dan bereik je veel meer dan menigeen denkt. Fantastisch is dat de HAN een Centre of Expertise heeft, het HAN BioCentre, waar nu uit planten biobased en biodegradable lijmen worden ontwikkeld.”
Rongen wil architecten graag meegeven dat ze projecten beginnen vanuit de Paris Proofgedachte en regeneratief gaan ontwerpen met hergebruikte of biobased materialen. “De bouwbiologie moet echt actief vanaf de VO-fase worden meegenomen. Wie met die pet op begint, bouwt automatisch met hout of hergebruikte materialen. Waar ik maar kan, probeer ik ook gezondheid erin te fietsen, maar niet iedereen staat er al voor open. Als je een project echt goed aanpakt, hoeft een stapeling van ambities niet een stapeling van kosten te betekenen. Sterker: als je het goed aanpakt, creëer je gratis meekoppelkansen”, besluit Rongen.
- Paris Proof, WENG en netcongestie
De bouwbiologie kent veel expertises, maar in gesprek met Rongen gaat het snel over één belangrijk thema: Paris Proof bouwen: bouwen binnen de ruimte die het Klimaatakkoord van Parijs ons nog biedt. Achter die complexe materie schuilt een simpele waarheid: als we blijven doorbouwen op de huidige manier, is binnen drie à jaar vier ons budget aan CO2-uitstoot op. En dus is het zaak om nu al meteen huizen te bouwen die zorgen voor een minimale emissie van kooldioxide. Rongen: “Met de combinatie van PassiefHuis en biobased bouwen sla je heel gemakkelijk de weg in richting Paris Proof. Zowel wat betreft de CO2-footprint van een gebouw, als van de gebruiksfase van een gebouw, dus de energielasten. Dat is dubbele winst.
De regelgeving stuurt ons op dit moment echter niet vooruit. De BENG-norm is voor nieuwe gebouwen zo ontzettend achterhaald. Ik vind dat we in de nieuwbouw veel meer moeten kijken naar de gebruiksgebonden emissies. Paris Proof gaat over WENG: een werkelijk energieneutraal gebouw. Dat betreft, naast gebruik voor je installaties, ook het gebruik als gevolg van lampen, laptop, wasmachine, et cetera.
Met een combinatie van PassiefHuis en biobased bouwen kunnen we naar die WENG gaan. Dan heb je ook minder installaties nodig en dus een lager aansluitvermogen van je woning, waardoor je ook nog minder PV-panelen nodig hebt. Dat totaal heeft meteen een positief impact op het verminderen van de netcongestie!”
Blijf nog beter op de hoogte van al ons nieuws en abonneer je op de wekelijkse nieuwsbrief van Stedebouw & Architectuur.
Tekst: Ysbrand Visser
Beeld (bovenaan): Shutterstock
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Congres Scholenbouw: ‘Iedereen kan impact maken’
6 nov om 07:30 uurNog een week en het grote Duurzame & Gezonde Scholen Congres begint in Omnisport Apeldoorn. Met een…
Dordrecht: vergroenen voor leefbaarheid en tegen hittestress
5 nov om 07:30 uurDe gemeente Dordrecht gaat fors investeren in het vergroenen van het centrum. Naast hittestress speelt ook…
Bomen basis van klimaatadaptieve en energievriendelijke stad
31 okt om 07:30 uurVolgens Joris Voeten vormen bomen de basis voor een natuurinclusief, klimaatadaptief en energievriendelijk…
Nieuwe studie: bouwen impuls voor stedelijk groen
21 okt om 07:30 uurWat zijn de effecten van verstedelijking op ecosysteemdiensten, zoals groen, koeling en waterretentie, en de…
Plot-overstijgend en diagonaal denken
18 okt om 07:30 uurAls gasthoofdredacteur van ons themanummer Regeneratief ontwerpen, pleit Emile van Vugt (FAAM architects) voor…
Het nieuwe S&A-magazine is uit: Regeneratief ontwerpen
17 okt om 07:30 uurMet ‘Regeneratief ontwerpen’ pakt Stedebouw & Architectuur een thema op dat steeds meer in de…
Talloze manieren om te bouwen mét vleermuizen
15 okt om 07:30 uurVleermuizen bezitten een beschermde status en vormen daarom vaak een sta in de weg voor de bouwsector. Duik nu…
Dashboard leefomgeving op basis van ‘marktgedragen data’
14 okt om 07:30 uurMet het binnenkort te lanceren Nationaal Dashboard Duurzame Leefomgeving is er een nieuwe tool beschikbaar die…
Reactie toevoegen