PKVW ingeburgerd

Dragonder-oost is een 32 hectare groot gebied, aan de oostzijde van Veenendaal, op nog geen twee kilometer van het centrum. In de wijk zijn in twee fasen in totaal circa 800 woningen gebouwd. In de eerste fase – het noordelijke deel – 419 woningen, in de tweede fase – het zuidelijke deel – 385 woningen. Het gaat om een mix van woningtypen: vrijstaand, tweekappers, rijenwoningen en appartementenbouw. In het noordelijke deel bestaat het woningbouwprogramma uit 45 procent ‘sociaal’ en 55 procent ‘vrije sector’. In Dragonder-oost (zuid) liggen de percentages anders: 27 procent sociaal en 73 procent ‘vrije sector’. In Dragonder-oost (noord) zijn enkele niet-woonfuncties ondergebracht: kerk, brede wijkvoorziening met basisonderwijs en kinderopvang, en zorggerelateerde huisvesting.

Publiek-private samenwerking

Dragonder-oost grenst aan het plangebied Veenendaal-oost. In dit gebied worden tot 2018 nog eens circa 3.200 woningen gebouwd. Ook hier is het PKVW leidraad. Net als Dragonder-oost wordt Veenendaal-oost ontwikkeld door het Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-oost (OVO), een publiek-private samenwerking van gemeente Veenendaal en Quattro, een alliantie van marktpartijen: LATEI projectontwikkeling uit Amersfoort, Patrimonium woonstichting uit Veenendaal, en De Smalle Akker (een projectontwikkelaar eveneens uit Veenendaal). Publiek en privaat hebben elk 50 procent van de aandelen van OVO in handen. OVO is in 2003 opgericht. “OVO stapte wat de stedenbouwkundige planvorming betreft in een trein die al langzaam op gang was gekomen,” zegt OVO-procesmanager Rien ter Burg. “De ontwikkeling van de uitleglocatie Dragonder-oost aan de oostkant van de gemeente was al eerder in gang gezet. De gemeentelijke stedenbouwkundige dienst had een plan gemaakt voor Dragonder-oost. Quattro met grondposities in dit gebied ging akkoord met die stedenbouwkundige onderlegger waarin het PKVW al was vertaald. Vervolgens zijn twee stedenbouwkundige supervisors aangesteld, Luc Bos, destijds werkzaam bij Inbo Woudenberg, voor Dragonder-oost (noord) en Jan Poolen van Poolen Architecten, tegenwoordig ZEEP architecten genaamd, voor het zuidelijke deel. Zij bepaalden de beeldregie en formuleerden de randvoorwaarden voor de architectuur van de bebouwing. Eisen van het PKVW werden vastgelegd en ook voor wat betreft duurzaam bouwen zijn de nodige voorwaarden geformuleerd. Al die eisen zijn terecht gekomen in het zogenoemde Startdocument Opstalontwikkeling. En dat Startdocument – zo hebben we ervaren – is een hoeksteen van het succes. In een vroeg stadium weet iedereen wat verwacht wordt en komt het PKVW in de genen van de wijk te zitten. Bij het opstellen van de diverse plannen (bijvoorbeeld je verlichtingsplan) – is in alle fasen nagedacht over veiligheid. En dat moet ook, want als je voor het Politiekeurmerk gaat dan moet je vanaf het begin met dat keurmerk aan de slag en niet achteraf nog eens na gaan denken over de vraag: o ja, we moeten nog iets met het keurmerk.”