Parkeren in woonwijken
‘Parkeren in Woonwijken’ is een ideeënboek en stappenplan voor verkeerskundigen en stedenbouwkundigen. Het boek geeft antwoord op de vraag welke oplossing op welke plaats uitkomst kan bieden.
Groeiend probleem
Nederland telt op dit moment zo’n 7 miljoen auto’s. Voorspellingen over de toename van het aantal auto’s variëren van een half tot 3,5 miljoen extra auto’s in 2030. De mogelijke invoering van kilometerheffing speelt hierbij een grote rol. Wanneer het rijden wordt belast, en niet het autobezit zal naar verwachting het bezit van een tweede (kleine) auto toenemen, voor de korte ritten. Tegelijkertijd neemt de parkeercapaciteit af. Waar voorheen straatparkeren de norm was, zien we een steeds verder gaande onderverdeling van parkeerplaatsen. Veel plaatsen worden toebedeeld of verkocht aan bewoners, terwijl ook bedrijven in de wijk hun plaatsen afschermen. Potentieel dubbelgebruik neemt daardoor af. Ook worden steden in toenemende mate verdicht, wat ten koste gaat van de parkeercapaciteit. Alhoewel bij nieuwe ontwikkelingen vaak de regel ‘de eigen broek ophouden’ wordt gehanteerd groeit de vraag toch harder dan het aantal nieuwe plaatsen. Het probleem groeit dus. En de beschikbare ruimte neemt af. Reden genoeg om parkeren in woonwijken op de agenda te plaatsen. Maar dat is niet voldoende. Maar al te vaak zien wij dat het kiezen van de juiste parkeeroplossing op de juiste plaats wordt overgelaten aan de verkeerskundige, of nog liever, de parkeerdeskundige. Maar dat is het paard achter de wagen spannen. Wij zijn van mening dat verkeer, en daarmee parkeren, altijd een afgeleide is van ruimtelijke en economische ontwikkelingen en daarom integraal aangepakt moet worden – samenwerking van architect, stedenbouwkundige en verkeerskundige is ons inziens onontbeerlijk.
Reactie toevoegen