Optreden als intermediair en kijken naar de gebruiker achter de gebruiker

donderdag 11 juli 2024

Wanneer Accent adviseurs (A|a) met een integraal gebiedsproject in de fysieke leefomgeving aan de slag gaat, kijkt het adviesbureau altijd naar de gebruiker achter de gebruiker. Daarbij wordt het bureau ingeschakeld om namens de gemeente te zorgen voor een verantwoorde inrichting en een goed verblijfsklimaat. Ontwikkelende partijen hebben soms de neiging veel aandacht te hebben voor het gebouwde deel van het plan en minder voor de omringende (openbare) ruimte. Waar gemeenten over het algemeen de focus op de openbare ruimte hebben, waar ruimtes klein en beperkt zijn en dat levert spanningen op.

Roy Cornelissen is partner en projectmanager bij Accent adviseurs, een in 2005 mede door hem opgericht adviesbureau dat zich bezighoudt met integrale gebiedsprojecten in de fysieke leefomgeving. Accent adviseurs vertaalt onder meer initiatieven naar uitvoeringsprojecten. Dat doet Cornelissen ook in Eersel, waar de gemeente Eersel A|a vroeg om Eersel-West verder tot ontwikkeling te brengen. “Het gebied is complex omdat het aan de rand van Eersel ligt, onder andere in de invloedssfeer van de snelweg A67. Daardoor zijn er de nodige milieukundige belemmeringen, wat het gebied niet geschikt maakt voor permanente bewoning. Toch wil de gemeente met het gebiedsproces aan de slag gaan, want er is volop ruimte voor initiatieven in dat gebied. De gemeente heeft een stedenbouwkundig kader opgesteld dat initiatiefnemers richting geeft voor de invulling. Bovendien komt er een zwembad dat als trekker voor het gebied moet gaan functioneren.”

Spanningsveld

Cornelissen ziet bij Eersel-West een spanningsveld dat hij ook elders tegenkomt. “Je hebt enerzijds de gemeente die het gebied stedenbouwkundig verantwoord ingericht wil krijgen, zodat er een goed verblijfsklimaat in het gebied heerst. Anderzijds zijn er de ontwikkelende partijen die het gebied willen ontwikkelen en de neiging hebben vaak snel naar bebouwing te willen kijken. De stap van een stedenbouwkundige plan naar een goed ruimtelijk ontwerp van het openbare gebied is daarbij cruciaal. Als projectleider zie ik het als mijn rol de gemeentelijke organisatie te overtuigen van het belang van de ontwikkelende partij. Maar dat geldt ook andersom. Een ontwikkelende partij moet inzicht hebben in het algemeen belang dat de gemeente heeft in het faciliteren van een goed woon- en verblijfklimaat. Dat hangt samen met de groep die in de visie van Accent bij projecten als Eersel-West de ‘echte’ opdrachtgevers zijn: de mensen die in een gebied gaan wonen of bedrijven die zich er gaan vestigen. Daarom vragen we ons altijd af, waarom we iets doen en kijken we naar de gebruiker achter de gebruiker.”

In Eersel-West wil de gemeente vooral maatschappelijke functies concentreren, gecombineerd met woonwerkkavels, werkateliers en detailhandel. Cornelissen pleitte mede daarom voor het realiseren van een zwembad in Eersel-West: “Je krijgt dan reuring in het gebied en het kan de aanjager zijn voor nog meer ontwikkelingen.”

Perspectief voor de toekomst

Het brengt Cornelissen bij een ander project, een gebiedsontwikkeling in de Beerzen (gemeente Oirschot). Daar wil de gemeente op het sportpark - centraal gelegen tussen twee kernen - een nieuw kindcentrum bouwen. De gemeente doet dit samen met het schoolbestuur en een organisatie voor kinderdagopvang. In eerste instantie verliep het proces niet goed, omdat de gemeente het kindcentrum ‘van bovenaf’ wilde realiseren op een plek waar al veel gebeurde. Cornelissen: “Daarom hebben we samen met een stedenbouwkundig adviesbureau een opgave en visie voor het gebied gemaakt, inclusief een voorstel voor een gefaseerde uitvoering. In die visie werden ook reeds aanwezige problemen zoals parkeren opgelost. Met die visie kregen gebruikers en buurtbewoners perspectief voor de toekomst. Inmiddels is er nu een bestemmingsplan op basis waarvan we het kindcentrum gaan ontwikkelen. Daarnaast is er een groter stedenbouwkundig raamwerk gemaakt met handreikingen om in de toekomst bijvoorbeeld een nieuwe sporthal in een vergelijkbare stijl te ontwikkelen.”

Duidelijk communiceren en nee durven zeggen

Eersel-West en kindcentrum De Vliertuin in Oirschot zijn daarmee illustratief voor de visie van Accent adviseurs, zegt Cornelissen: “Je moet een analyse en visie voor het gebied maken en niet klinisch en te doelgericht zeggen dat je ergens een gebouw wilt neerzetten. Zeker in een gebied met bestaande bouw. Je moet oog houden voor bezwaren en emotie van bewoners, kijken of de bezwaren terecht zijn en - zo ja - of je daar stedenbouwkundig aan kunt tegemoetkomen. Vervolgens moet je duidelijk communiceren wat wel en niet kan en waarom, en moet je ook nee durven zeggen.”

Goede expertise

Een les die Cornelissen de laatste jaren heeft geleerd is dat je als projectmanager niet te dwingend en te sturend moet willen zijn. “Ik zorg ervoor dat ik me in mijn team met goede expertise omring, met bijvoorbeeld een stedenbouwkundige of een verkeerskundige, en zet die mensen vervolgens in hun kracht. In dat team zou idealiter ook een omgevingsmanager moeten zitten, want omgevingsbewust ontwerpen - zowel fysiek als sociaal - is een kernwaarde van ons bureau.” Bij dat alles investeert Cornelissen doelbewust in het begin veel in het fundament van gebiedsontwikkeling. “Dat geeft houvast om alle stappen die daarna komen gemakkelijker te doorlopen.”

Roy Cornelissen: ‘Je moet niet klinisch en te doelgericht zeggen dat je ergens een gebouw wilt neerzetten’.