Onderzoeker positief over kanaalplaten
Dat verwacht Dick Hordijk, hoogleraar betonconstructies aan de TU Eindhoven. Na de brand in de parkeergarage onder in het appartementengebouw Harbour Edge in Rotterdam op 1 oktober 2007, waarbij delen van de onderschil van kanaalplaatelementen losraakten, liet de Bond van Fabrikanten van Betonproducten in Nederland onderzoek doen. Op grond van de resultaten stelde de bond beperkende maatregelen voor. Die kunnen naar verwachting worden aangepast, wat de toepassing van de elementen vergemakkelijkt. Momenteel kiezen veel constructeurs bij een brandwerendheidseis van meer dan 60 minuten voor een ander vloersysteem of voor de toevoeging van een brandwerend plafond.
Dick Hordijkj onderzocht de beperkende maatregelen die de industrie op advies van de BFBN heeft doorgevoerd. "We krijgen steeds meer grip op de zaak", aldus Hordijk, werkzaam bij adviesbureau Hageman in Rijswijk en hoogleraar aan de TU Eindhoven. In opdracht van de Bond van Fabrikanten van Betonproducten in Nederland (BFBN) doet hij onderzoek naar de onderbouwing van de beperkende maatregelen. Ronald Klein-Holte van VBI Ontwikkeling uit Huissen maakte dat bekend op de jaarlijkse Constructeursmiddag in Ede. In november 2009 stelde de BFBN de maatregelen voor, op grond van de resultaten van onderzoek door het Expertisecentrum Regelgeving Bouw en het adviesbureau voor brandveiligheid TNO Efectis. De aanleiding was het losraken van de onderschil van kanaalplaatvloerelementen bij de brand in de parkeergarage onder in het appartementengebouw Harbour Edge in Rotterdam op 1 oktober 2007. "Het was geen incident, maar ook geen topje van de ijsberg", stelden de onderzoekers. Zij vonden aanpassen van de regelgeving de beste oplossing.
Europese norm
Volgens Klein-Holte zijn die maatregelen reeds door de industrie ingevoerd. Het gaat vooral om het versneld invoeren van annex G van de Europese norm EN 1168 via de beoordelingsrichtlijn BRL 0203. De nieuwe rekenregels worden voor alle in Nederland geleverde platen reeds toegepast, verzekerde Klein-Holte. Ze zijn een antwoord op het promotieonderzoek van Joris Fellinger uit 2004 en het daaropvolgende onderzoek in Frankrijk. De rekenregels stemmen beter overeen met de werkelijkheid zoals hij uit brandproeven blijkt. Andere door de BFBN voorgestelde maatregelen zijn het beperken van de dikte van de druklaag op vloeren van kanaalplaatelementen tot minder dan 70 millimeter, het beperken van de wapening in de druklaag ter plaatse van de oplegging, het plaatsen van de koppelwapening beneden de halve plaatdikte en het opleggen van de platen op een strip van sbr (styreen butadieen rubber). "Het zijn geen op wetenschappelijk onderzoek gebaseerde maatregelen, maar het is een educated guess", aldus Klein-Holte. Hordijk onderzoekt nu de wetenschappelijke houdbaarheid van de educated guess. De BFBN vindt een risicoanalyse van groot belang. Die is niet gebruikelijk in Nederland. Bij de brand in Rotterdam raakte een deel van de onderschil los, maar de vloer bezweek niet. Het afspatten van beton van de prefab gevelelementen vormde een groter risico. De verminderde draagkracht had tot het instorten van het gebouw kunnen leiden.
Reactie toevoegen