Minder onrechtvaardigheid in stedebouw en gebiedsontwikkeling

woensdag 10 juli 2024

Het in maart verschenen stadsessay Onderweg naar de rechtvaardige stad zet de mens centraal in de gebiedsontwikkeling. Deze nieuwe publicatie van Wouter Veldhuis en Simon Franke is een vervolg op het eerdere essay Verkenning van de rechtvaardige stad. Veldhuis, Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving en directeur van stedenbouwkundig bureau MUST, vertelt hieronder: “Wees je als professional bewust van je verantwoordelijkheid om ontwikkelingen na te streven met minder onrechtvaardigheid”. 

“Sinds de jaren negentig hebben we in Nederland te maken met een level playing field (zie kader). Daarbij zijn de spelregels in de woningmarkt weliswaar rechtvaardig, maar degene die de spelregels het beste naar zijn hand weet te zetten, wint. Zo is een samenleving met verliezers en winnaars ontstaan. Mensen komen daardoor steeds verder weg te wonen van hun werk of hebben minder goed toegang tot onderwijs of zorg. Dat proces sorteert zich duidelijk langs inkomensgrenzen en etniciteit.”  
In onze rubriek Rapport Kort bespraken wij een recente studie over deze ontwikkelingen.  

  • Level playing field 
    “Dat level playing field is ontstaan in een liberale wereld, waarin de markt kan optimaliseren door een heldere set regels die er zo voor zorgen dat ‘het goed komt’. Dat was veertig jaar geleden een hartstikke goed idee, want de verzorgingsstaat zat in de jaren tachtig muurvast. Het marktdenken heeft destijds veel gebracht, maar de tijd dat de markt oplossingen biedt voor maatschappelijke vraagstukken is inmiddels voorbij. Het maakt momenteel de problemen alleen maar groter, ook als het gaat om woningbouw en gebiedsontwikkeling. Voor alle duidelijkheid: ik schuif de schuld van de vastgelopen woningbouwproductie niet in de schoenen van marktpartijen. Van ontwikkelaar en belegger tot ontwerper en beleidsmaker zitten we allemaal nog steeds gevangen in een soort marktoptimalisatie-denken.” 

“In ons essay concluderen wij dat het onmogelijk is om een holistische definitie van rechtvaardigheid te geven. De ideale samenleving waarin alles eerlijk en rechtvaardig is bestaat niet. Wel is het mogelijk om dingen en situaties minder onrechtvaardig te maken. Wees je daarom als professional in de gebiedsontwikkeling bewust van je positie en verantwoordelijkheid om de ontwikkeling van een stad of dorp na te streven met minder onrechtvaardigheid. Als je met dat kompas een wijk of dorp ingaat, kun je je niet te makkelijk neerleggen bij de beperkingen van de manier van rekenen of de manier waarop partijen slechts enkelvoudige doelen willen bereiken. Ga op zoek naar gedeelde waarden en een meer publiek, coöperatief opdrachtgeverschap. 

Er zijn nu vooral veel verwachtingen van de organisatiekracht van de burger. Daar geloven wij ook in, in de emancipatie van de burger en het coöperatieve, gemeenschappelijke gedachtegoed. Dat kan echter alleen maar gedijen in een omgeving waarin de markt wordt teruggeduwd en de overheid actief ruimte geeft. En dat gebeurt op dit moment niet. De verhouding markt-overheid blijft nog steeds ijzersterk en dat zie je ook in het recente woonbeleid. Er wordt te veel op de slagkracht van marktpartijen gegokt, die ze vaak helemaal niet meer hebben. Daarnaast zijn er in de grote steden wel experimenten met coöperatieve ontwikkelstrategieën, maar die mislukken in veel gevallen omdat ze aan dezelfde spelregels moeten voldoen die de overheid voor marktpartijen heeft opgesteld. Dus moeten we andere spelregels bedenken, tussen markt en overheid en tussen overheid en burger. 

Vertrouwen 

Als oplossing voor de wooncrisis worden er nu kleinere en duurdere woningen gebouwd. Wij hopen echter dat het Rijk en de woningcorporaties gezamenlijk ruimte maken voor coöperaties om zo een ander segment van betaalbaar wonen te realiseren. Daar is in de samenleving een grote behoefte aan. Het kernbegrip daarbij is ‘vertrouwen’. In tegenstelling tot het wantrouwen dat burgerinitiatieven er met de winst vandoor gaan, verdienen coöperatieven het vertrouwen dat ze waardeontwikkeling weten in te sluiten en vast te houden. 

Je ziet nu dat we van een neoliberaal verhaal op weg zijn naar een ander verhaal. Dat je als overheid moet durven om verschillen te maken in de manier waarop je omgaat met de samenleving. En mensen die minder kansen hebben voorrang geeft. Ook dan is het kernbegrip vertrouwen. De overheid is nu echter zo georganiseerd dat die de burger en de markt niet vertrouwt. Daardoor zijn er allemaal spelregels met straf en boete. Dat wantrouwen zit in al onze systemen, zoals pijnlijk duidelijk is geworden in de toeslagenaffaire. De overheid moet daarom weer vertrouwen in de burger krijgen, waardoor die de overheid weer gaat vertrouwen. En dat geldt ook voor burgers en groepen onderling. Dat klinkt heel soft, maar dat zijn wel de actuele maatschappelijke veranderingen die noodzakelijk zijn. 

Grip 

Ons tweede essentiële begrip is ‘grip’, op je eigen leven en je eigen leefomgeving. Iedereen heeft recht op een betekenisvol leven in een betekenisvolle omgeving. Je moet dus van de overheid ruimte krijgen om jezelf te kunnen ontplooien, onder andere door je eigen leefomgeving te kunnen veranderen. Dat kan al zoiets kleins zijn als een geveltuintje of zelf mogen bepalen hoe je omgaat met parkeerplaatsen in je buurt. In ons domein van gebiedsontwikkeling en ontwerp kunnen we daar ook concreet iets mee.

Lees nu het complete verhaal in ons themanummer Gebiedsontwikkeling (voor abonnees in onze bibliotheek). Nog geen abonnee? Hier vind je onze aanbiedingen.