Komt een man/vrouw bij de architect…
Ten tijde van de pandemie zijn we in staat gebleken er persoonlijke vrijheden en economische factoren voor op te offeren. De maatschappelijke discussie over het nut en risico van de genomen maatregelen zal nog wel voortduren, en vaccinaties worden, wetenschappelijk onderzoek en goedkeuring door Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) ten spijt, door sommigen met scepsis bekeken.
Des te merkwaardiger is het dat wij in de gebouwde omgeving onopgemerkt zo slordig met onze gezondheid omgaan. Van een arts verwachten we dat hij dat op de hoogte is van effecten en eventuele bijwerkingen van medicamenten die hij ons voorschrijft en dat hij ons hierover informeert. Van een architect zou je hetzelfde mogen verwachten: dat hij weet wat de impact is van producten die hij voorschrijft.
‘There are professions more harmful than industrial design, but only a few of them’, schreef Victor Papanek (1) en hetzelfde geldt min of meer ook voor architecten. Hoewel er meer bewustzijn is over de impact van het gebouwcasco en installaties op het milieu, zijn architecten vaak onbewust over de invloed van bouwproducten op onze gezondheid. Juist bij behang, vloerbedekking, stoffering, lakken, lijmen, kunststoffen, schuimen, kitten et cetera is de invloed op onze gezondheid groot. De moderne mens bevindt zich circa 90 procent van de tijd binnen.
In de bouwindustrie moeten we gaan denken (en handelen!) in termen van gezonde gebouwen: een gezond gebouw draagt zorg voor alle mensen en alle leven op aarde, in de stofwinningsfase, in de gebruiksfase en in de hergebruikfase. Het Institut für Baubiologie und Nachhaltigkeit heeft, naast hele concrete meetwaarden, de SBM (2) algemene richtlijnen ontwikkeld voor het gezonde ontwerp van onze leefomgeving: de 25 richtlijnen van de bouwbiologie (3). De belangrijkste daarvan is waarschijnlijk het toepassen van natuurlijke, onveranderde producten. Iedere industriële handeling bergt namelijk het gevaar van milieuvervuiling en toxiciteit met zich mee.
De Europese verordening REACH (4) regelt de toepassing en declaratie van chemische stoffen, maar de bewijslast ligt bij de bedrijven. Gehanteerde grenswaarden voor chemische stoffen in producten zijn discutabel en er wordt geen rekening gehouden met synergie: veel stoffen versterken elkaar in hun negatieve werking op het lichaam. Van veel producten is de precieze samenstelling niet te achterhalen en daarmee blijft de impact op onze gezondheid onduidelijk. Gebruikers zijn proefkonijnen.
Architecten moeten zich, als een arts, meer verantwoordelijk voelen voor de gezondheid van gebruikers. Industriële bouwproducten hebben, onterecht, geen bijsluiter zoals een medicament, maar architecten moeten wel kunnen weten hoe het echt zit. Dat begint met bewustzijn. En dan is er weetgierigheid en doorzettingsvermogen nodig. Scherpe regelgeving en transparantie van de industrie zijn voorwaardelijk. Komt een man/vrouw bij de architect…
(1) Victor Papanek. Design for the real world. Thames & Hudson LTD, London, 2020.
(2) Standard der baubiologischen Messtechnik (SBM), sbm-standard.de
(3) baubiologie.nl/#25richtlijnen
(4) echa.europa.eu/nl/regulations/reach/understanding-reach
Meer artikelen met dit thema
‘Ontroerend hoe dankbaar mensen zijn voor deze huisvesting’
20 mrt 2023Op het moment dat je dakloos wordt, valt de grond onder je voeten weg. Als je niets meer over lijkt te hebben,…
Reactie toevoegen