Handboek Omgevingsgericht Lichtontwerp sluit aan bij moderne planontwikkeling

woensdag 4 september 2024

Eind september wordt tijdens de Vakbeurs Openbare Ruimte in Utrecht het boek Omgevingsgericht Lichtontwerp; handboek voor lichtontwerp en -beleid in moderne planontwikkeling gepresenteerd. De hoofdauteurs Filip van der Heijden en Philip Ross gaan in op aanleiding, inhoud en verschil tussen een traditioneel ‘technisch’ lichtontwerp en een omgevingsgericht lichtontwerp. Ook benoemen ze enkele knelpunten.

Filip van der Heijden
Filip van der Heijden

“Omgevingsgericht lichtontwerp gaat uit van vier belangrijke pijlers”, zegt Filip van der Heijden, lichtregisseur en partner bij Lichtvormgevers. Hij begon al in 2016 met een team van professionals aan het uiteindelijke handboek te werken. “De eerste pijler is dat het holistisch is. Het is afgestemd op maatschappelijke opgaves en op opgaves van de gemeente. Daarnaast is het interdisciplinair. Samen met andere disciplines zoals de landschapsarchitect, de stedenbouwkundige en de ecoloog komt een interdisciplinair ontwerp tot stand. De lichtontwerper doet dat binnen het totale inrichtingsplan van een omgeving.”

De derde pijler is integraliteit, vervolgt Van der Heijden. Alle vormen van licht die aanwezig zijn in een ruimte worden meegenomen om te komen tot een uitgebalanceerd lichtbeeld. “Dat betekent zowel kijken naar de samenhang tussen straatverlichting enerzijds en de verlichting van objecten zoals bijvoorbeeld etalages, reclames en gevelverlichting anderzijds.” Als laatste is een omgevingsgericht lichtontwerp ketengericht. “Dat houdt in dat je er niet alleen naar kijkt bij het begin (de initiatiefase) of het eind (de uitvoeringsfase), maar dat je lichtontwerp integreert in alle fases van het planproces en zelfs nog erna.”

Contrast met technisch lichtontwerp

Philip Ross
Philip Ross

“Omgevingsgericht lichtontwerp contrasteert met technisch lichtontwerp”, vertelt Philip Ross, lichtontwerper, lichtkunstenaar en lichtonderzoeker bij Studio Philip Ross. Ross werd in een later stadium gevraagd door OVLNL om als mede-hoofdauteur mee te schrijven.

Technisch lichtontwerp werkt vanuit de piramide van openbare verlichting, legt Ross uit. In de piramide begin je met de veiligheid, eerst verkeersveiligheid en daarna sociale veiligheid, waarvoor bepaalde regels en richtlijnen zijn. Vervolgens stapel je daar andere zaken op, zoals illuminatie. “Omdat je ze niet integraal in samenhang ziet, is technisch lichtontwerp vaak inefficiënt en soms zelfs tegenstrijdig. Bovendien laten de regels en richtlijnen vaak belangrijke hedendaagse overwegingen buiten beschouwing, zoals lichtvervuiling, ecologische belasting en sociale aspecten. De scope  van technisch lichtontwerp is te beperkt voor de moderne planontwikkeling, waarbij je ook te maken hebt met meer functiemenging.”
Van der Heijden vult aan: “De uitgangspunten van technisch lichtontwerp zijn nog steeds van belang, alleen zijn er andere zaken bij gekomen die even belangrijk zijn en in bepaalde omgevingen zelfs nog belangrijker.”

Aanleiding handboek OGLO

Van der Heijden vertelt dat het initiatief voor een handboek Omgevingsgericht Lichtontwerp ontstond, doordat lichtontwerpers merkten dat beheerders bij gemeenten - en bij grotere gemeenten ook bij ingenieursbureaus - rond openbare verlichting vooral gefocust waren op veiligheid en beheer. “Zo willen we laten zien dat je met een minimale extra inspanning die je aan licht besteedt, een verschil kunt maken. En welk resultaat je daarmee kunt bereiken. Op een gegeven moment kwam er ook draagvlak vanuit de landelijke branchevereniging OVLNL, omdat ze constateerden dat de omgeving en de manier van ontwerpen veranderde: die omgeving kreeg een menging van functies en de manier van ontwerpen werd integraal en multidisciplinair. Dat betekende dat lichtontwerp niet meer alleen bij de beheerders thuishoorde, maar ook bij de projectleiders in het planproces en bij disciplines die vroeg in een ontwerpproces zijn betrokken, zoals een landschapsarchitect en een stedenbouwkundige.”

Brede doelgroep handboek

Het handboek richt zich op mensen die in hun rol te maken hebben met de inrichting van het avondbeeld van de openbare ruimte, zegt Ross. “Dat zijn natuurlijk lichtontwerpers, maar - misschien nog wel belangrijker - ook mensen als de projectleiders in een planontwikkelingsproces, een landschapsarchitect, een stedenbouwkundige en een beheerder. Het is namelijk een handboek over hoe je lichtontwerp effectief kunt inzetten bij moderne planontwikkeling en het maken van beleid over de openbare ruimte na zonsondergang.”

Philip Ross: “In de ontwerpfase voor openbare ruimte zie je dat er vaak wordt gedacht in dagbeelden”.

Uiteindelijk moet het handboek zorgen voor een gemeenschappelijke taal waarmee alle partijen uit de voeten kunnen. Ross: “Daarnaast moet het handboek duidelijk maken wat partijen in verschillende fases van het proces aan elkaar kunnen hebben en wat licht kan toevoegen aan de opgaves voor de openbare ruimte.”
“Het handboek gaat projectleiders ook helpen om aan te geven wat zij in verschillende fases van het ontwerpproces kunnen vragen aan lichtontwerpers”, vult Van der Heijden aan. Hij wijst op nog een belangrijke doelgroep voor het handboek, de studenten. “Dat zijn namelijk de ontwerpers, projectleiders en beleidsmakers van de toekomst. Als zij nu al bij hun opleiding meekrijgen hoe het ook kan, dan is dat mooi meegenomen.”

Knelpunten voor lichtontwerp

Het handboek benoemt ook veelvoorkomende knelpunten voor lichtontwerp in de verschillende fases. Ross benoemt er een paar. “In de ontwerpfase voor openbare ruimte zie je dat er vaak wordt gedacht in dagbeelden. Pakweg de helft van de tijd is het echter donker en dan bepaalt lichtontwerp hoe bruikbaar zo’n ruimte is. Het handboek helpt om de mindset op dit punt te veranderen.”

Van der Heijden noemt een ander knelpunt, de private verlichting: “De gemeente laat een lichtontwerpbureau een lichtontwerp maken voor de verlichting in de openbare ruimte. De gemeente heeft echter geen zeggenschap over private verlichting van bijvoorbeeld de etalage of gevelreclame. De uitdaging is om die partijen toch mee te krijgen. Want zeker in stadscentra komt misschien wel de helft van de verlichting in de openbare ruimte van private partijen.”
Ross: “Het wordt voor gemeenten steeds belangrijker om op zo’n punt beleid te voeren. Bijvoorbeeld door bepaalde grenzen te bepalen of randvoorwaarden op te stellen.” Van der Heijden vult aan: “Het wordt ook steeds belangrijker om door middel van participatie een breder draagvlak te krijgen, waardoor meer partijen willen meewerken aan een integraal lichtbeeld.”

Texel

Omgevingsgericht lichtontwerp heeft in zich dat het een zoektocht is, zegt Van der Heijden. “Bij technisch lichtontwerp gaat het om nulletjes en eentjes en die hebben altijd een bepaalde feitelijke uitkomst.  Bij omgevingsgericht lichtontwerp ben je steeds op zoek naar het optimale licht vanuit alle thema’s die spelen. De gemeente Texel heeft het zo aangepakt en is zo gekomen tot een proefondervindelijke uitkomst.”  Ross vult aan: “Louter technisch lichtontwerp kon op Texel niet, omdat een van de uitgangspunten was dat ze daar zoveel mogelijk de nachtelijke duisternis wilden herstellen en energieneutraal wilden zijn.”

Het brengt Van der Heijden bij een belangrijke constatering: “Het principe van omgevingsgericht lichtontwerp kan in elke type omgeving worden toegepast, ondanks de onderlinge verschillen. Je kunt namelijk dezelfde stappen doorlopen. Het hangt vervolgens van de complexiteit van de omgeving af hoe snel je die doorloopt.” Hij merkt in de praktijk dat omgevingsgericht lichtontwerp nog niet bij iedereen op het netvlies staat: “Ik ben er echter van overtuigd dat als ze de toegevoegde waarde ervan zien, ze er meer gebruik van gaan maken!”

Kerstroosplein, Eindhoven
Kerstroosplein in Eindhoven vóór de uitvoering van het lichtontwerp (foto: Bart van Overbeeke).

Voorbeelden: Eindhoven en ArenAPoort

Ross is zelf betrokken geweest bij een project in Eindhoven. “Daar was een groen pleintje in een wijk waar geen licht was en waar mensen ’s avonds niet naartoe durfden. Omdat het een groene zone was, was de gemeente terughoudend in het verlichten. Dit dilemma is met een omgevingsgericht lichtontwerpproces doorbroken. Uiteindelijk zijn we door de bewoners en de ecologie in het proces mee te nemen toch gekomen tot een voor alle partijen aanvaardbare oplossing. Daarbij is het gebruikte licht qua kleur en intensiteit minder belastend voor de natuur dan standaardverlichting en is toch de sociale veiligheid gewaarborgd.”

Kerstroosplein, Eindhoven
Kerstroosplein: resultaat van het Omgevingsgericht Lichtontwerp dat wensen van omwonenden balanceert met natuursensitief licht (foto: Bart van Overbeeke; ontwerp: Studio Philip Ross i.s.m. Het Lux Lab).

Van der Heijden is betrokken bij het ArenAPoort gebied in Amsterdam. “Dat gebied wordt steeds drukker, zeker omdat er in de toekomst ook meer mensen komen wonen. Bovendien gaat het knellen, onder meer bij het stationsgebied. De gemeente wilde snel resultaat, ook door het inzetten van licht om mensen te sturen. Wij hebben toen eerst met de gemeente een plan van aanpak gemaakt, waarin we beschreven wie bij het proces was betrokken, wat hun rol was - mogen ze mee ontwerpen of adviezen geven? - en wat willen ze bereiken? Ook keken we naar afstemming met andere programma’s, zoals de vervangingsoperatie van verlichting.”

 

  • Paneldiscussie tijdens de Vakbeurs Openbare Ruimte
    Tijdens de lancering van het boek op donderdag 26 september (12.15 - 12.45 uur) zal een panel van experts discussiëren over de vragen waarom Omgevingsgericht Lichtontwerp nodig is, wat hun ervaringen zijn en hoe het toegepast kan worden in de praktijk. Deelnemers: Ruud Dubbeld (landschapsarchitect en eigenaar MTD), Mirjam Wullings (hoofdontwerper Openbare Ruimte ArenAPoort), Rob Admiraal (projectleider), Frank van der Zanden (adviseur ruimtelijke Keten bij Stadsbedrijven-Beheer Openbare Ruimte en Strategie en bedrijfsvoering, Gemeente Utrecht), Gerald van Wijngaarden (senior vakinhoudelijk adviseur Openbare Verlichting, Gemeente Nijmegen), Fanny Ritt, ontwikkel directeur van 3W Real Estate).
    Duidelijk zal worden dat de openbare ruimte een enorme kwaliteitsimpuls krijgt als lichtontwerp al vroeg in het planproces wordt betrokken. Tot slot zal het eerste handboek Omgevingsgericht Lichtontwerp worden gelanceerd, een primeur in Nederland en vele andere Europese landen.
    Locatie: Julianazaal 3 op de eerste verdieping.

Tekst: Peter Bekkering
Beeld (bovenaan): Bart van Overbeeke; ontwerp: Studio Philip Ross i.s.m. Het Lux Lab