‘Gezondheid moet de drijfveer van verduurzaming zijn’
Volgens Zeno Winkels, algemeen directeur van Woonbond, hebben we nog een flinke weg te gaan in woningverduurzaming. Hoewel in Nederland het huursegment op kop loopt.De grootste slag die we daarin kunnen slaan, is bewustwording van de positieve gezondheidseffecten van verduurzaming. Daarom is Woonbond in samenwerking met Saint-Gobain Project een onderzoek gestart om uit te vinden hoe de woonkwaliteit van gerenoveerde woningen wordt ervaren door bewoners.
Het bewonersonderzoek wordt uitgevoerd binnen de kaders van het onderzoek Beter wonen in Nederland van Saint-Gobain Projects. Het doel: modulaire oplossingen aanbieden met betere prestaties op gebied van duurzaamheid, welzijn en comfort. Het beginpunt van dat onderzoek is de bewoner. Een renovatie- of verduurzamingsproject moet in theorie namelijk zorgen voor energiebesparing en een betere gezondheid voor de bewoners, maar of dit in de praktijk ook wordt gerealiseerd is nog veelal onduidelijk. Wat zijn de werkelijke prestaties van verduurzamingsoplossingen en wat zijn de ervaringen daarmee van bewoners?
Beter, prettiger, gezonder
Woonbond voert op basis van dit vraagstuk een onderzoek uit bij vijfduizend bewoners die tussen ongeveer 1 januari 2018 en 31 december 2019 hun woning gerenoveerd en/of verduurzaamd hebben gekregen. Deze woningen zijn eigendom van verschillende woningcorporaties in Nederland. In dit onderzoek wordt vooral gekeken naar geïsoleerde label B woningen of energiezuinige gerenoveerde woningen (label A of beter). Vragen die worden gesteld gaan over de woningkwaliteit op punten zoals thermisch comfort, tocht en ventilatie, geluidsoverlast, vocht en schimmel en energiekosten. Ook worden bewoners bevraagd op hun gedragsreactie op discomfort, zoals het uitzetten van het ventilatiesysteem wegens geluidsoverlast of het plaatsen van een airco bij een te warme woning.
Zeno Winkels, algemeen directeur van Woonbond, acht het onderzoek cruciaal. “Er is veel innovatie nodig om een bepaald niveau van duurzaamheid en energie-efficiency te bereiken”, zegt hij, sprekend over de sociale sector binnen de woningmarkt. “Tegelijk zie je dat de urgentie aangaande duurzaamheid bij huurders vaak gering is, gewoon omdat ze heel andere zaken aan hun hoofd hebben. Toen ik hier twee jaar geleden begon, wilde ik daar mee aan de gang . Het is namelijk niet de technologie, maar de mensen die doorslaggevend zijn op dit gebied. Daarom is dit onderzoek superinteressant. Met name om te kunnen tonen dat goed geïsoleerde woningen beter, prettiger en gezonder zijn en dat het voor ons, als bewoners van Europa, een verstandige keuze is voor ons welzijn.”
Recht op duurzaamheid
Voor Winkels is het onderzoek dus bedoeld als een stimulans voor de acceptatie van woningverduurzaming. Dat heeft een vergaand effect op de markt. Hij legt uit: “Los van het onderzoek ga je zien dat mensen die in een betere woning zitten dat doorvertellen aan inwoners van nog niet verduurzaamde woningen. Zij kloppen dan hopelijk aan bij hun woningcorporatie voor een gezondere en duurzamere woning. Zo verspreidt het zich.” Winkels verwijst hierbij naar het initiatiefrecht van huurders, waarmee ze zelf het initiatief mogen nemen voor de verbetering van hun huurwoning. “Wat mij betreft trekken we dat door tot aan nul-op-de-meter woningen. Dan hoeven commerciële partijen niet te wachten tot de corporaties hun plannen voor een hele straat hebben uitgedokterd, maar kunnen ze direct hun concepten aanbieden om een woning naar de nul te brengen. Als je daar technieken zoals die van Saint-Gobain of anderen aan koppelt, kun je razendsnel gaan isoleren. Ook daar zit de innovatie: dat corporaties durven om het te proberen. Hoe makkelijk is dat als je een onderzoek achter de hand hebt dat bewijst dat de bewoner tevreden gaat zijn met het resultaat?”
Dat gedegen woningverduurzaming positieve effecten heeft op de gezondheid van inwoners is niet nieuw. Winkels merkt echter dat die gezondheidseffecten als bijvangst worden gezien. “Terwijl het andersom is”, zegt hij. “Gezondheid voor je kinderen en jezelf kan de belangrijkste drijfveer zijn.” Zeker in de huursector mag die knop bij ontwikkelaars en beslissers omslaan, vindt Winkels, omdat je bewoners anders niet meekrijgt. “Huurders hebben vaak genoeg problemen, waardoor duurzaamheid ver van hen af staat. Gezondheid staat niet ver van hen af. Het beste voor je kinderen willen ook niet. Dit zijn doornormale zaken die hoog op de prioriteitenlijst staan. Wil je dus verduurzamen, dan moet dát de drijfveer zijn.”
Opleiden
Het onderzoek van Woonbond wordt gefaseerd uitgevoerd. Het doel is achterhalen of bewoners het beoogde comfort van een verduurzaming krijgen. Dat blijkt uit bewonerservaringen die her en der worden opgevangen namelijk niet altijd het geval. Simone Zwiers, senior onderzoeker bij Woonbond: “In het eerste deel van het onderzoek hebben we gekeken naar data die we al hebben. Daaruit kwam onder andere naar voren dat geluidsoverlast een groot obstakel is voor veel bewoners, alsook thermisch overlast. Dat bevestigt onze vermoedens. In het volgende deel willen we vooral gaten in onze data gaan vullen, waarin we bijvoorbeeld kijken naar de verschillen in verwachtingen over thermisch comfort bij bewoners en corporaties. We verwachten dat hier wel opzienbarendere resultaten uit voort komen.”
Woonbond heeft al enkele maatregelen aangetroffen om een dergelijke mismatch tussen verduurzaming en gebruik op te vangen. Winkels: “We hebben cursussen moeten gezien [van aannemers en ontwikkelaars, red.] om het gebruik van een ander verwarmingssysteem uit te leggen. Je kunt namelijk geen nul energie woning opleveren en er zonder uitleg vandoor gaan. Zeker in het geval van renoveren praat je over mensenwerk.” Dat stukje communicatie begint wat Winkels betreft bij de uitvoerder, die doorgaans het meest in contact is met inwoners van een te renoveren wijk. Ook qua kosten zou dat prima moeten kunnen. “Gezien de kosten van renovatie zijn de kosten van zo’n cursus, extra uitleg en nazorg nihil.”
Energiearmoede
Naast gezondheid ziet Winkels een andere trend op de woningmarkt die de noodzaak voor verduurzaming extra benadrukt: energiearmoede. “Veel huurders kunnen nauwelijks hun woonlasten betalen”, zegt hij. “We zitten nu met plotseling verhoogde energieprijzen, maar veel inwoners van sociale huurwoningen kunnen helemaal niet zomaar vijftig euro per maand meer gaan betalen. Zij krijgen het zwaar, dus dat moet snel opgepakt worden. We moeten ook wel, willen we in 2050 aan de doelstellingen voldoen.” Want volgens Winkels is isolatie ‘bijna altijd leidend’ om dit probleem aan te pakken.
Dat de noodzaak nog niet maatschappelijk is doorgedrongen, heeft grotere implicaties. Bijvoorbeeld op vlak van personeel. “Wij vragen ons bij de duurzaamheidsambities uit het regeerakkoord af of er voldoende personeel is”, zegt Winkels. “Dat kun je aanpakken door bijvoorbeeld personeel uit sectoren die krimpen opnieuw op te leiden om in de energietransitie aan de slag te gaan. Zo kan de energietransitie voor en door iedereen zijn. Maar ook zie je in de ontwikkeling voor isolatie of energie-efficiency steeds meer producten die snel en met minder hoogopgeleid personeel aan te leggen zijn. Met andere woorden: het hoeft niet altijd buitengewoon moeilijk te zijn om robuuste ingrepen in woningen uit te voeren.”
“Dáárom doen we dit soort samenwerkingen met producenten en leveranciers”, vervolgt Winkels. “Er is altijd een strijd over financiën, maar in het grotere verhaal zijn de hoeveelheid producten en personeel om de duurzaamheidsambities in te vullen veel spannender facetten. Daarom moet iedereen zijn rol pakken en samenwerken. De uitdagingen zijn vele en te groot om alleen te doen.”
Vervolgstappen
Het onderzoek van Woonbond is erop gericht bewoners, producenten en woningcorporaties te voorzien van kennis en inzichten over bewonerscomfort. Begin maart 2022 moeten de eerste resultaten bekend zijn.
Reactie toevoegen