De menselijk maat in het stedenbouwkundig weefsel

dinsdag 18 februari 2025

Architect Ianthe Mantingh leerde veel over de interactie tussen mensen en gebouwen. Hoe beïnvloedt dat uiteindelijk haar werk? “Als het stedenbouwkundig patroon niet klopt, wordt het nooit een fijne buurt.”

Ianthe Mantingh foto Evert van Moort
Ianthe Mantingh (foto: Evert van Moort).

In het nieuwe nummer van Stedebouw & Architectuur, thema Gezondheid & Welzijn, vertelt Ianthe Mantingh (Zijdekwartier Architecten) indringend over het ontwerpen van woningen en buurten waar mensen oog voor elkaar hebben. Daarbij gaat het vaak over de onderlinge interacties, ook met gebouwen en de leefomgeving.
“Wij werken heel veel voor woningbouwcorporaties”, begint Mantingh, “en die zitten vaak in buurten die ons het allerhardst nodig hebben. Buurten waar de verbinding tussen bewoners minimaal is, waar veel overlast en criminaliteit is en waar relatief veel mensen met een rugzakje landen. De leefbaarheid staat er enorm onder druk en is soms zo slecht dat bewoners letterlijk hun huis niet meer uit durven te gaan. Dat kunnen buurten zijn met veel flats, maar we zien dit ook in binnenstedelijke inbreidingslocaties met veel onderdoorgangetjes en hofjes.

Wij worden dan gevraagd wat we aan de fysieke ruimte kunnen doen. Dat zijn meestal vrije opdrachten die wij heel erg tof vinden, omdat de vraag begint bij de mensen en het faciliteren van prettig samen leven in een buurt. En we de fysieke ingrepen daaraan dienend maken.

  • Welstand
    “Je merkt dat de afdelingen welstand van gemeente steeds meer oog krijgen voor het ruimte geven aan een sociaal duurzame buurt. Vijftien jaar geleden vertelde ik welstand over de manier waarop mensen ergens gingen wonen en werd al na vijf minuten onderbroken door iemand die helemaal niet geïnteresseerd was in hoe de mensen daar gaan wonen. ‘Ik wil gewoon weten hoe de gevel eruitziet.’ Dat maken we nu echt niet meer mee. Natuurlijk maken wij ook heel mooie gebouwen, met vriendelijke en zachte materialen en met details die goed zijn. Daardoor zijn bewoners trots op waar ze wonen en die schil ondersteunt dan heel goed het sociale verhaal.”

Weefsel meer verfijnen

Soms kunnen we met kleine ingrepen al een enorm verschil maken, maar soms moeten we ook rigoureuzer te werk gaan. Als het stedenbouwkundig patroon niet klopt, wordt het nooit een fijne buurt. Dan kan je nog zo’n mooie gevel maken, het wordt nooit een prettige plek om te wonen en te verblijven. Dus dan stellen we soms voor om iets nieuws bij te bouwen of zelfs kleinschalig te slopen en bij te bouwen.

Schouwenhoven Zijdekwartier Architecten
Nieuwe aanbouw serviceflat Schouwenhoven, Leiden (Zijdekwartier; foto: Marcel van der Burg).

Dus wij beginnen vaak bij dat stedenbouwkundig weefsel. Hoe kunnen we daar een menselijke maat in krijgen? Hoe kunnen we dat weefsel meer verfijnen en er meer differentiatie in aanbrengen? En hoe krijgen we meer veiligheid en overzicht? Daarmee raken we ook vaak thema’s als mobiliteit, klimaatadaptatie en biodiversiteit, zodat uiteindelijk een heel integraal toekomstperspectief voor een buurt volgt. Dat zijn veel belangrijke thema’s, waarmee je langzaam inzoomt op de gebouwen. Hoe sluiten die daar dan bij aan en hoe vinden bewoners elke dag hun weg naar huis? Waar parkeren ze hun fiets en is dat veilig? Hoe ziet de begane grond eruit en de voordeur van die mensen? Met al die stapjes kun je een buurt en een gebouw menselijker en vriendelijker maken. Het is niet één schaalniveau, wij kijken naar alle schaalniveaus.

  • Mariaplaats
    “Goede voorbeelden van geslaagde ingrepen in oude binnensteden zijn bijvoorbeeld de Mariaplaats in Utrecht, ontworpen door Bob van Reeth, en de studentenhuisvesting aan de Langebrug in Leiden door Dick van Gameren. En dat omdat de nieuwbouw hier in eerste instantie een goed stedenbouwkundig weefsel oplevert, met steegjes, hofjes en pleintjes met een prettige menselijke maat.”

Eerst elkaar zien

In de bouwsector is vaak vooral bedacht hoe we ervoor zorgen dat mensen zo min mogelijk last van elkaar hebben. En dus is de isolatie verbeterd en zijn de schuttingen hoger geworden. Wij willen dat denken omdraaien. Het gaat er namelijk vooral over hoe we ervoor zorgen dat mensen prettig samen in een buurt kunnen wonen. En hoe we ervoor zorgen dat mensen, als er gedoe is, dat samen oplossen. We hebben áltijd weleens last van elkaar, vooral als je elkaar niet kent. Maar als je weet dat iemand een nachtdienst heeft gedraaid, doe je juist iets zachter. We zijn best in staat om een beetje rekening met elkaar te houden, maar dan moeten we elkaar wel eerst zien.

Wiltonflats Zijdekwartier M. Muus
Wiltonflats (Schiedam; Zijdekwartier, foto: M. Muus).

Neem in dat kader bijvoorbeeld de voordeur van een woning. Dat is de plek waar je elke dag thuiskomt, dus met een enorm belang. Helaas zien we tegenwoordig echter ontzettend veel nieuwe appartementen met een corridorontsluiting: zo’n hotelgang met aan weerszijden deuren. Die voordeuren zijn vaak gesloten, waardoor er vanaf de gang geen relatie is met de woning erachter. Als je daar loopt, heb je geen idee wie er thuis zijn. En je kan niet even een hand opsteken naar iemand die in zijn keuken staat. Als wij willen dat mensen meer oog voor elkaar krijgen, is het essentieel dat ze elkaar in eerste instantie wel kunnen zien. Die corridors vormen nu de efficiëntste manier om zoveel mogelijk huizen te bouwen, maar hiermee leggen we een enorme druk op de toekomst. Corridorflats worden nu al de getto’s van de toekomst genoemd.

  • Renovatie
    “Als je kijkt naar de naoorlogse uitbreidingswijken, vind ik dat je niet per definitie alles maar moet slopen voor nieuwbouw. Bekijk eerst hoe je die flats heel goed kan renoveren en, eventueel met nieuwe gebouwen erbij, een beter stedenbouwkundig weefsel kan realiseren. Met meer eigenaarschap en meer differentiatie van plekken. Daardoor voeg je een nieuwe laag aan een buurt toe, als antwoord op de maatschappelijk uitdagingen van nu. Dus in echt goede projecten begin je niet opnieuw, maar borduur je met heel veel respect voort op wat er al is. En daar probeer je meer kwaliteit aan toe te voegen. De casco-renovatie van de drie Wiltonflats in Schiedam is hiervan een mooi voorbeeld.”

Privacy

In veel uitbreidingswijken zie je verder vaak een gesloten plint, met bergingen of garageboxen. Voor het gevoel van veiligheid wil je echter niet graag langs die dichte gevels lopen, maar liever bijvoorbeeld langs woningen. Heel belangrijk is dan wel de privacy in huis. Woon je op de begane grond direct aan een stoep, dan is die overgang te hard en gaan de gordijnen dicht. Je moet dus eerst privacy in je huis hebben en dan pas gaan de gordijnen open. Een bufferzone die zorgt voor afstand tussen privé en openbaar kan dan enorm helpen.
Idealiter heeft elk huis een stoep bij de voordeur. Met ruimte voor het huis waar je even kunt zitten of die een beetje toegeëigend kan worden. Dat is voor iemand die eenzaam is de eerste plek waar je even gaat zitten. Kies je voor een voortuin, dan mag die niet dieper zijn dan 1,80 meter. Op die manier is het nog echt een overgangszone tussen het privégedeelte van de woning en de openbaarheid van de straat of de stoep. Wordt de voortuin te diep, dan gaat die voelen als privé en komt er vaak een hoge schutting of een heg. Daarmee verschuift de grens van privé naar de stoep en heeft die hele overgangszone eigenlijk geen zin meer.

Veranda’s

Een andere manier om een stoep bij de voordeur te creëren, is het transformeren van galerijen. In Zuidwijk, Rotterdam, hebben we bijvoorbeeld vanaf de iets hoger gelegen galerij trappetjes naar het maaiveld gemaakt. Zo zijn 24 veranda’s ontstaan. Bewoners kregen een plek bij hun voordeur om even te zitten en planten neer te zetten, en konden zo direct op het gras voor de flat komen. Het contact tussen buren is hierdoor enorm gegroeid en de leefbaarheid aanzienlijk verbeterd.

Zuidwijk Zijdekwartier Architecten Klaarlicht
Renovatie in Zuidwijk (Rotterdam) met opvallende trappen naar het maaiveld (Zijdekwartier, foto: Klaarlicht).

Deze ingrepen beginnen bij het vertrouwen dat mensen de ruimte die ze krijgen in principe goed gebruiken. Omdat de mens in de basis een sociaal wezen is. Het is ook een kwestie van loslaten. Dingen lukken natuurlijk nooit voor de volle honderd procent. Maar het minste dat wij kunnen doen is in ieder geval ruimte voor ontmoeting maken. Het blijkt dat uiteindelijk het gros van de bewoners daar gewoon heel goed en fijn van gebruikmaakt. Dat is zoveel winst!”

  • Zijdekwartier Architecten
    Ianthe Mantingh is architect en partner van Zijdekwartier Architecten (woningbouw, renovatie, nieuwbouw). ‘Zachte kanten bouwen sterke buurten’ is het motto van het bureau, dat naam maakte met projecten in Leiden (Sumatrahof), Den Haag (Mariahoeve) en Rotterdam (Zuidwijk). Tijdens haar studie bouwkunde in Delft verdiepte ze zich ook in stadssociologie.

Bekijk nu de VPRO-documentaire met Ianthe Mantingh over de rol van ontwerpers in het vormgeven van de inclusieve samenleving.

We interviewden Ianthe Mantingh ook voor ons themanummer Gezondheid & Welzijn: Een gebouw moet iets teruggeven aan buurt en bewoners.

Blijf op de hoogte van al ons nieuws en abonneer je op de wekelijkse nieuwsbrief van Stedebouw & Architectuur.

Tekst: Ysbrand Visser
Foto bovenaan: Renovatie in Zuidwijk (Rotterdam; Zijdekwartier, foto: Klaarlicht)

 

Reactie toevoegen

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Lazy-loading is enabled for both <img> and <iframe> tags. If you want certain elements skip lazy-loading, add no-b-lazy class name.