Gerald Lindner
Wat zijn volgens u op dit moment de belangrijkste drijfveren om te innoveren?
“De belangrijkste drijvers zijn: health & happiness. Een van de strategieën om dat te bereiken is meer uit onze natuurlijke omgeving halen door inzicht te krijgen in de achterliggende mechanisme en processen. Aspecten als comfort, schoonheid, nieuwsgierigheid, economische gewin, et cetera – die vaak de overhand hebben – zijn slechts afgeleide waarden en worden te vaak verward als primaire doelen. Het gevolg is: ambiguïteit en onhelderheid. Wat ik hierin het meest interessant vind, is dat ‘harde’ en ’zachte’ fysiologie en psychologie een eenheid vormen. Dat zien wij nu ook terug in ons werk – het streven zeer duurzame woningen te ontwikkelen. Te lang is innovatie gezien als een technische aangelegenheid (de meeste techneuten zijn bang van mensen ). De echte stappen worden echter pas gezet als beide aspecten – hard en zacht – bij elkaar komen. Het ontwerp – en daarmee het succes – van de mobiele telefonie vind ik dat betreft een treffend voorbeeld.”
Wie zijn de belangrijkste actoren? Bouwbedrijven, leveranciers, onderzoeksinstellingen, opdrachtgevers?
“Actoren zijn altijd mensen. Startpunt is altijd het individu. Iemand die binnen een context (land, bedrijf, familie situatie) de kans krijgt, en daarbinnen allianties en netwerken smeedt om ontwikkelingen tot stand te brengen. Externe omstandigheden kunnen het vormen van deze strategische allianties – en gevoel van urgentie – bespoedigen – zoals een oorlog, een dreigend tekort of gewoon een mooie kans. Niet voor niets zijn de grootste sprongen in innovatie altijd ontstaan in oorlogstijd. De (euro)crisis is wat dat betreft, paradoxaal genoeg, een kans! Zelfgenoegzaamheid is de grootste vijand van innovatie.”
Wat zijn op dit moment de belangrijkste trends in materiaal/productinnovatie?
“Health & happiness zijn, zoals ik al aangaf, belangrijkste drijfveren (en trends). Wij richten ons bewust op lagere energiegebruik, een beetje op CO2 en op verregaande integratie van de betrokken disciplines, omdat we daarmee de Chinezen en Indiërs een stap voor kunnen blijven omdat integratie op basis van gelijkwaardigheid in het proces een sociale en culturele conditie vergt waarin onze maatschappij een voorsprong heeft.
Een andere trend is: ouderdom. Ouderdom komt met gebreken die men niet accepteert dus veel geld zal besteed worden om deze gebreken te beperken (lichamelijke én beperkingen door de context). De doelgroep wordt wereldwijd steeds groter. Overigens zit hier ook een economische drijfveer achter, want wie tot zijn 75-ste moet door werken, moet dat ook aankunnen. Met onze KasCo (kas)woning houden we met deze aspecten bewust rekeningen mee.
Op mechanisch vlak zijn natuurlijk alle nano-ontwikkelingen interessant, of het nu gaat om UHPC (Ultra High Performance Concrete) of lotusverf. Meer directere kansen liggen er ook op procesniveau (BIM, generatieve design, feedbacksystemen, integratie), het slim (realtime) verwerken van een veelheid aan informatie. En voor de langere termijn is dat waar deze twee, IC en nano, samenkomen: in biologisch gestuurde processen.”
Hoe richt je het proces in om een innovatie tot een succes te maken?
“Er is geen sjabloon voor succes. Ik denk dat overtuiging, uithoudingsvermogen, openheid en bereidheid tot delen (dus allianties aangaan), intuïtie (te vaak onderschat qua waarde – is krachtiger dan ratio!) en inzicht in de beperkingen én kansen van de context waarin je opereert belangrijke ingrediënten zijn.”
Wat zijn valkuilen, wat kan innovaties frustreren?
“Valkuil: angst in zijn algemeenheid en vooral angst ook voor anderen (blokkeert samenwerking), een andere valkuil: gebrek aan openheid (dus ook openstaan voor suggesties en kritiek van anderen), voorts: gebrekkig inzicht in de wereld waarin je zit, te weinig inzicht in wat anderen al hebben gedaan (het wiel opnieuw uitvinden), geen risico durven lopen, niet de softe factoren meenemen et cetera.”
Wat zou innovaties stimuleren? Hoe creëer je momentum voor innovaties?
“Fear & greed zijn sleutelbegrippen. Dat zijn ook de trigger-elementen. Wat wij maatschappelijk sterk missen is echt inzicht in onderliggende parameters die onze onderlinge interactie remmen. Het zou goed zijn deze tegen het licht te houden en ons af te vragen of ze ons nog helpen of juist afremmen. Te vaak worden ze gezien als onaantastbaar terwijl ze dat absoluut niet zijn. De Eerste en de Tweede Wereldoorlog hebben onze sociale infrastructuur radicaal veranderd. Het kan dus wel!”
Best practices?
“ Spaceboxes! Innovatie op zowel product- als op procesniveau! De implicaties daarvan zijn, als je er even bij stil staat, enorm terwijl het in alle stilte heeft plaatsgevonden en inmiddels volledig maatschappelijk is geaccepteerd en ingeburgerd. Een stille revolutie. Het is een van de grootste producties van woonruimte (in aantallen) van het laatste decennium, heeft impact op alle domeinen van het vakgebied: stedenbouw, architectuur, constructie, aannemerij, ro-wetgeving, opdrachtgeverschap et cetera. Het laat zien dat de traditionele partijen niet instaat zijn tot werkelijke vernieuwing en dat die wederom van buiten komt. Als ik me goed herinner is de eerste spacebox door een industrieel ontwerper bedacht.”
Reactie toevoegen