In de Verkadefabriek te ’s-Hertogenbosch heeft op 6 oktober het BRO seminar ‘Ruimtelijke ontwikkeling in transitie’ plaatsgevonden.
Definitieve verandering van regierol in de ruimtelijke ontwikkeling
donderdag 7 oktober 2010
2 min
Dit seminar werd gehouden voor overheden, semi-overheden en bedrijfsleven om de veranderingen in de ruimtelijke ontwikkeling te verduidelijken.
Tijdens dit seminar heeft BRO, advies- en ontwerpbureau in de ruimtelijke ontwikkeling, haar visie op de recente financiële, economische en demografische ontwikkelingen uiteengezet. Deze ontwikkelingen brengen een blijvende verandering teweeg in de positie van spelers in het veld van de ruimtelijke ontwikkeling. Economische groei wordt geherdefinieerd op basis van meer maatschappelijke en duurzaamheids doelen. Henry Meijdam voorzitter van de VROM-raad, stelde de transformatie van bestaande stedelijke gebieden en gebouwen centraal. Hierbij is geen plaats meer voor dominante posities van partijen.
De ‘aanbiedersmarkt’ voor woningen, voorzieningen en bedrijfsruimten verandert in een ‘vragersmarkt’. Het spreekt voor zich dat dit belangrijke consequenties heeft voor alle hoofdrolspelers zoals gemeenten, eigenaren van grond/ vastgoed, gebruikers en intermediaire organisaties. Door de verlaging van beschikbare overheidsmiddelen moeten gemeentelijke organisaties zich transformeren tot kernteams gericht op regievoering: beleidsregie om negatieve effecten te voorkomen en uitvoeringsregie om partijen te mobiliseren en projecten in gang te krijgen en te houden.
De negatieve effecten van het nieuwe regeerakkoord om de regionale samenwerkingsverbanden op te heffen, kwamen nadrukkelijk aan bod. Juist omdat we transformeren van een aanbod- naar een vraaggerichte markt is regionale afstemming van groot belang.
Duidelijk is dat de gebruiker van het stedelijke en landelijke gebied in de toekomst meer dan ooit de vragende partij is als het gaat om ruimtelijke ontwikkelingen. Diezelfde gebruiker is in het merendeel van de gevallen tevens eigenaar. Ook voor beleggers en corporaties verandert de scope. Zij richten zich, veel nadrukkelijker dan in het verleden, op de exploitatie van grond en gebouwen. De rol van ontwikkelaar verschuift van opdrachtgever, naar opdrachtnemer en dienstverlener. De projecten worden kleinschaliger en gedifferentieerder. De behoefte aan regie op afstemming vanuit de overheid wordt daardoor nog eens benadrukt.
Tijdens dit seminar heeft BRO, advies- en ontwerpbureau in de ruimtelijke ontwikkeling, haar visie op de recente financiële, economische en demografische ontwikkelingen uiteengezet. Deze ontwikkelingen brengen een blijvende verandering teweeg in de positie van spelers in het veld van de ruimtelijke ontwikkeling. Economische groei wordt geherdefinieerd op basis van meer maatschappelijke en duurzaamheids doelen. Henry Meijdam voorzitter van de VROM-raad, stelde de transformatie van bestaande stedelijke gebieden en gebouwen centraal. Hierbij is geen plaats meer voor dominante posities van partijen.
De ‘aanbiedersmarkt’ voor woningen, voorzieningen en bedrijfsruimten verandert in een ‘vragersmarkt’. Het spreekt voor zich dat dit belangrijke consequenties heeft voor alle hoofdrolspelers zoals gemeenten, eigenaren van grond/ vastgoed, gebruikers en intermediaire organisaties. Door de verlaging van beschikbare overheidsmiddelen moeten gemeentelijke organisaties zich transformeren tot kernteams gericht op regievoering: beleidsregie om negatieve effecten te voorkomen en uitvoeringsregie om partijen te mobiliseren en projecten in gang te krijgen en te houden.
De negatieve effecten van het nieuwe regeerakkoord om de regionale samenwerkingsverbanden op te heffen, kwamen nadrukkelijk aan bod. Juist omdat we transformeren van een aanbod- naar een vraaggerichte markt is regionale afstemming van groot belang.
Duidelijk is dat de gebruiker van het stedelijke en landelijke gebied in de toekomst meer dan ooit de vragende partij is als het gaat om ruimtelijke ontwikkelingen. Diezelfde gebruiker is in het merendeel van de gevallen tevens eigenaar. Ook voor beleggers en corporaties verandert de scope. Zij richten zich, veel nadrukkelijker dan in het verleden, op de exploitatie van grond en gebouwen. De rol van ontwikkelaar verschuift van opdrachtgever, naar opdrachtnemer en dienstverlener. De projecten worden kleinschaliger en gedifferentieerder. De behoefte aan regie op afstemming vanuit de overheid wordt daardoor nog eens benadrukt.
Reactie toevoegen