Het oplossen van milieuvraagstukken in de ruimtelijke ordening vraagt om een integrale aanpak. Natuur en milieu zijn in zo’n aanpak geen obstakel maar een kans om te komen tot een vormentaal die architectuur en ruimtelijke inrichting vernieuwen en verrijken. Biotextuur, milieutechnische in- frastructuur en -geleding worden de dragers (structuur) van nieuwe gebouwen en steden.
Deep-Eco wijk in Den Haag
zondag 2 mei 2010
2 min
In ‘groene’ bouwprojecten van de laatste jaren zie je twee ecologische thema’s steeds weer terugkeren: efficie¨ntieverbetering van (bestaande) systemen en de integratie van natuurlijke en kunstmatige milieutechnieken in de architectuur. Bij dat laatste richt de aandacht zich steeds meer op integratie in de gebouwschil van duurzame maatregelen en op slimme installatiesystemen die essentieële ‘stromen’ (energie, water, afval/materiaal) reguleren. In de huidige benadering krijgt de energievoorziening de meeste aandacht. Het sluiten van de water- en stofkringlopen, en het verbinden ‘groen’ en ‘blauw’, zou echter voorop moeten staan. De basis moet zijn de interactie van gei¨ntegreerde ecosystemen waarin techniek en natuur samenwerken. Ecologie en natuur worden niet opgevat als autonome ‘zones’. Stad, water, groen, energie en ruimte vormen één geheel. Voor de energiegerelateerde ingrepen zit de innovatie met name in een mix van lokale duurzame bronnen (polygeneratie) in combinatie met een flexibel systeem van afgifte naar gebruikers waarbij bidirectioneel warmte, koude en elektriciteitstransport kan plaatsvinden al dan niet in combinatie met verschillende vormen van buffering. Een benadering vanuit exergie (het cascaderen van energiekwaliteit) wordt dan als uitgangspunt genomen.
Reactie toevoegen