De titanen van het spoor
Het was een klus van jewelste: de grondige renovatie van het ruim tachtig jaar oude Station Amsterdam Amstel. Door de herontwikkeling eist het monumentale gebouw opnieuw zijn plek op in de omgeving. Terecht, aldus de verantwoordelijke architecten van Office Winhov, want achter het stationsgebouw schuilt een scala aan cultuurhistorische waardes. “Ik hoop dat men gaat beseffen dat we op wereldniveau met een unieke opgave bezig zijn. Daar mogen we knettertrots op zijn”, zegt Jan Peter Wingender.
De uitvraag voor Station Amsterdam Amstel was omvangrijk: renovatie van de oostzijde, een ruime verdubbeling van de fietsenstalling, herinrichting van het voorplein, herpositionering van alle vervoersbewegingen rond het station en een visie op een nieuwe toegang aan de westzijde. Kortgezegd: veel opgaven met veel stakeholders. “In de spoorse wereld worden zulke opgaven altijd in losse projecten uitgevoerd”, aldus Jan Peter Wingender, partner bij Office Winhov. “Men had hier echter de wens voor één partij die al deze deelopgaves kon bundelen tot één geheel. Eigenlijk zochten ze een stationsarchitect.”
Office Winhov kreeg de opdracht gegund. Zij trokken op met de Deense Gottlieb Paludan Architects, een bureau met veel ervaring in de Scandinavische spoorwereld. “De overeenkomsten (tussen de Nederlandse en Deense stations; red.) zijn groter dan de verschillen”, vertelt Wingender. “De spoorontwerpen zijn in beide landen in hoge mate gestandaardiseerd. Het gaat er dan vooral om hoe je die standaarden inpast in een specifiek monument en hoe je omgaat met de grotere schaal van stations. Dat was voor ons een leerschool: in woningbouw is tien meter een grote maat, maar in een station biedt dat nauwelijks genoeg ruimte voor de toegangspoortjes. Die schaalsprong in architectonisch denken was een belangrijk aspect binnen onze samenwerking.”
In ere herstellen
Het herschikken van alle vervoersbewegingen in en rond Station Amsterdam Amstel zorgde voor een zekere complexiteit die onvermijdelijk uitkwam in de monumentale stationshal. “Een bijna sacrale kerkruimte, typologisch gezien”, aldus Wingender over de stationshal. “Ontworpen door de architecten Schelling en Leupen als een soort baken dat indertijd zei: ‘Let op, hier komt een nieuwe stad’. De hal stond bij de oplevering ook helemaal alleen in de polder en binnenin vond je slechts de kaartloketten.”
Maar dat was toen. De architecten troffen enkele jaren geleden een heel andere situatie aan: in de loop der tijd was de stationshal verrommeld en overgenomen door commerciële ruimtes, inclusief een paviljoen middenin de hal, en er waren kunstwerken verplaatst. “We moesten het echt leeghalen”, zegt Wingender. Caroline Versteden, projectleider bij Office Winhov, vult aan: “Alles wat in het midden stond, konden we naar de kant duwen, in de ‘zijbeuken’ van de hal. Logistiek gezien lag dat voor de hand, omdat je de toegangen zo open mogelijk houdt, de commerciële ruimtes op elke tijd van de dag kunt activeren en zitplaatsen binnen die contouren kunt organiseren.”
“Typologisch gezien was de hal al heel sterk”, vervolgt Wingender. “Als je die typologie volgt, landt alles vanzelf. Het ontwerp tekenen gebeurde dus heel snel, maar zorgen dat het ontwerp kon worden uitgevoerd in een station dat altijd in gebruik is, was een enorme opgave.” Vooral de aanwezigheid van veel stakeholders, met hun specifieke eisen en wensen, maakte het een intensief proces. Zij hebben immers allemaal een uitgesproken mening. “De specialisten van de Monumenten en Archeologie van de gemeente Amsterdam kijken bijvoorbeeld heel nauwkeurig mee met wat je doet. En terecht, want het is een bijzonder monument! Je moet uiteindelijk al die partijen bij elkaar zien te brengen rond een plan. NS en ProRail zijn daarin overigens zeer professionele partijen, die hun reizigers en huurders heel goed begrijpen.”
Beleving als speerpunt
Opmerkelijk aan de stationshal is dat de functie ervan door de jaren heen is veranderd: van verblijf naar vervoer. “Dat zie je ook op andere stations: in de afgelopen decennia heeft de functionele dimensie de overhand gekregen”, aldus Wingender. “Dat was noodzakelijk, want stations hebben een gigantische groei doorgemaakt.” Voor de architecten was dit een strijd, want zij moesten juist de monumentale kwaliteit van Station Amsterdam Amstel terugbrengen. Of, zoals Wingender het omschrijft: “De schreeuwerigheid wegnemen.”
De renovatie heeft er dan ook voor gezorgd dat het aantal wachtende reizigers in de stationshal is toegenomen. Dat is geen slecht iets, legt Wingender uit: “Vroeger wilde je er niet dood gevonden worden, maar nu kiezen mensen ervoor daar te wachten. Het herstellen van de monumentale kwaliteiten voegt veel toe aan de reizigersbeleving en dus ook aan het verblijf. Dat aspect begint een steeds grotere rol te spelen in stations.” Ruimte is hierin het sleutelwoord.
Veel meer daarover lees je in het uitgebreide verhaal over dit station en over vele andere ontwikkelingen rond de stedelijke stations in de nieuwe Stedebouw & Architectuur (thema Renovatie & Herstructurering). Je kunt de hele editie digitaal lezen via onze online bibliotheek. Hiervoor dien je een abonnement te hebben. Nog geen lid? Overweeg dan een abonnement en krijg direct toegang tot alle toekomstige én reeds verschenen edities van Stedebouw & Architectuur.
Lees ook: De toekomst van het station: ruimtelijke gelaagdheid
Tekst: Reinoud Schaatsbergen
Fotografie: Stefan Müller
Reactie toevoegen