Conceptmatig bouwen: heilige graal voor renoveren?
De verduurzamingsvraag is enorm: 8 miljoen woningen krijgen de komende jaren een opknapbeurt om ze weer toekomstbestendig te maken. Waar het draagvlak voor verduurzaming soms ontbrak, is er nu een kanteling zichtbaar: de populariteit stijgt snel door torenhoge energierekeningen. De renovatieopgave moet met gezwinde spoed en kwaliteit worden ingevuld. Hoe pakken we dat aan en houden we het betaalbaar?
Deze vraag brandt op ieders lippen, want de energietransitie brengt volop uitdagingen met zich mee. Divers en voor ieder project verschillend. Zo kan het gaan om technische vraagstukken, bijvoorbeeld als bij een renovatie naar het niveau ‘energieneutraal’ de mogelijkheden om lokaal duurzame energie op te wekken ontbreken. Of als er een financieel vraagstuk is, als bijvoorbeeld onduidelijk is welke subsidies toegepast kunnen worden. En zijn er wel voldoende mensen beschikbaar om het werk uit te voeren? Tot slot kan er een gebrek zijn aan draagvlak, als je niet de enige bent die over verduurzaming beslist. Als mensen vóór verduurzaming gaan liggen, kom je alsnog nergens.
Er zijn dus nog drempels te nemen op weg naar de energietransitie. Die ziet ook Koen Berkers (Ventilair), bij bijvoorbeeld Verenigingen van Eigenaren (VvE’s). Hij vertelt over de weerbarstige praktijk: “Hier zien we verschillende barrières. Zo heeft een doorsnee VvE wellicht de financiën niet voor verduurzaming en hebben ze de financieringsmogelijkheden niet scherp. En als ze de keuze maken voor het toekomstbestendig maken van hun vastgoed, is het eerst noodzakelijk geld te investeren om te inventariseren wat je vastgoed nú kan en wat de mogelijkheden zijn. Daarnaast speelt de beslissingsfactor mee, want 70% van alle belanghebbenden moeten overtuigd zijn en vóór verduurzamingsingrepen stemmen. Als het te veel tijd, geld en energie kost, haal je die stem niet en blijf je zitten met vastgoed dat – als dat het einde van de levensduur heeft bereikt – bouwkundig en installatietechnisch onder de maat is. Dat betekent onder andere dat je die verlaging van de energierekening niet haalt en je ook geen stappen zet op het vlak van comfort.”
Energietransitie: ver weg?
Uitdagingen genoeg. Daardoor kan het lijken alsof de energietransitie ver weg is. Maar als we traditionele bouwprocessen achter ons laten en ons meer gaan richten op conceptmatig denken, is er heel veel mogelijk. Daarvan is Berkers overtuigd: “In conceptmatig denken zien we belangrijke elementen voor een succesvolle verduurzaming: snelheid, betaalbaarheid en kwaliteit. Maar ook hoe producten op elkaar inspelen en wat betreft de integraliteit van de aanpak. Het werken met concepten betekent dat je niet bij ieder project het wiel hoeft uit te vinden en dat je, gunstig voor opschaling en versnelling, onderdeel uitmaakt van industriële bouwprocessen.”
Quick wins en haalbaarheidsstudie
Het geheel begint volgens hem met gedegen kennis over de huidige situatie van het vastgoed: “Inzicht is essentieel. Een quick scan en een haalbaarheidsstudie laten zien wat je in huis hebt en welke mogelijkheden je hebt om te verduurzamen. Je komt te weten wat er al voorhanden is op het vlak van bouwkundige elementen, zoals de schil en de constructie. Daarnaast ontginnen we belangrijke informatie over de installatietechnische elementen. Denk bijvoorbeeld aan de manier waarop warmte- en duurzame energieopwekking plaatsvinden. Nadat je dit goed in kaart hebt gebracht, is het tijd om de mogelijkheden van verduurzaming te belichten en je plan op te stellen.”
Die verduurzamingsmogelijkheden variëren vanzelfsprekend enorm aan de hand van de situatie en de uitgangspunten. “Zo kan een kosten- én energieneutrale renovatie met bouwkundige en installatietechnische maatregelen in het verschiet liggen bij ‘Gebouw A’. Als dan maar het draagvlak, de financiële en de operationele component kloppen. Maar het is ook goed mogelijk dat we erachter komen dat een ‘Gebouw B’ alleen een labelsprong kan maken van G naar D door de kozijnen te vervangen. En dat dit voor nu even het maximaal haalbare is. We inventariseren vooraf welke mogelijkheden er zijn. Zijn er voldoende kansen, dan gaan we conceptmatig aan de slag met Renocon.”
Binnen dit proces vindt er ook afstemming plaats om een integrale samenwerking aan te gaan met architecten. “Maar zij komen niet helemaal in het begin, maar pas aan het einde in beeld, tijdens het vergunningsaanvraagproces. Dan is de engineering van de technische installaties klaar en zijn de constructieve mogelijkheden bekeken. De architect kan dan aan de slag, want hij heeft een compleet beeld van wat er mogelijk is.”
Lees nu het complete verhaal in de nieuwe Stedebouw & Architectuur (thema Renovatie & Herstructurering). Je kunt die editie digitaal lezen via onze online bibliotheek. Hiervoor dien je een abonnement te hebben. Nog geen lid? Overweeg dan een abonnement en krijg direct toegang tot alle toekomstige én reeds verschenen edities van Stedebouw & Architectuur.
Tekst: Marvin van Kempen
Beeld: Ventilair
Reactie toevoegen