CO2-ladder aangepast voor adviesbureaus
In 2009 introduceerde ProRail de CO2-prestatieladder om grip te krijgen op de CO2-uitstoot van hun projecten. Een leverancier die zich certificeert op deze ladder toont onder meer aan inzicht te hebben in de eigen ‘voetafdruk’, doelstellingen te hebben geformuleerd en transparant te zijn.
Voorsprong in de aanbesteding
Een certificering op ‘de ladder’ betekent een voorsprong in de aanbesteding. De CO2-prestatieladder stuurt echter voor een groot deel op de CO2-uitstoot van de bedrijfsvoering. Deze uitstoot is voor ingenieursbureaus relatief klein, vele tientallen malen minder dan de winst die te behalen valt door het maken van slimme ontwerpen en het geven van slimme adviezen.
Een grote bijdrage
Ingenieursbureaus kunnen een grote bijdrage leveren aan de terugdringing van de CO2-uitstoot. Die bijdrage zit in de ontwerpen die zij maken: innovaties in de fysieke inrichting van de maatschappij, oplossingen voor de levensduur van een object en rekening houden met CO2-consequenties in de hele levenscyclus. Via de branchetoelichting worden deze zaken nu ook beloond.
Downstream-gedachte
De belangrijkste wijziging ten opzichte van de ‘reguliere’ ladder is de zogenaamde downstream-gedachte. Zo vragen ingenieursbureaus nu niet meer hun leveranciers, maar hun opdrachtgevers om een CO2-footprint van de organisatie en het uit te vragen werk. Met die footprint kan een ingenieur aan de slag met het genereren van alternatieven die uitstootreductie opleveren.
De volledige tekst van de branchetoelichting wordt naar verwachting begin oktober op de website van SKAO gepubliceerd. De toelichting is vanaf dat moment voor ingenieursbureaus van kracht.
Reactie toevoegen