Blue zones: niet nieuw, wel nuttig

donderdag 11 juli 2024

Dorte Kristensen (zie onder) heeft een korte maar krachtige definitie van een blue zone: “Een plek waar je heel oud wordt. Daarbij gaat het zowel om fysieke als mentale gezondheid en behelst het een scala aan onderdelen: fysiek bezig zijn, een verstandig eetpatroon, om persoonlijke doelen en evenwicht, stressmanagement, goede sociale structuren en volgens sommigen - ik zet daar overigens mijn vraagtekens bij - zelfs om religie.”

Volgens Kristensen is de term blue zone deels oude wijn in nieuwe zakken. Ze legt uit: “Ik werk veel in de zorg en daar wordt vaak de term healing environment gebruikt. Als je daar goed naar kijkt, gaat het echter vaak om dezelfde zaken als bij blue zones. In het verleden schreven bovendien ook mensen als Florence Nightingale (1820-1910) en Vitruvius (85-20 voor Christus) al over een gezonde leefomgeving. Als je er namelijk goed naar kijkt, draait het bij blue zones om gezond verstand, om mens sana in corpore sano, een gezonde geest in een gezond lichaam. Het neemt allemaal overigens niet weg dat er hele waardevolle elementen in blue zones zitten. Want wat wel nieuw is aan de blue zones is dat al deze bovengenoemde zaken onderzocht zijn.”

  • Dorte Kristensen
    Dorte Kristensen, die in 1963 werd geboren in het Deense Århus, is architect en sinds 35 jaar werkzaam voor atelier PRO, waarvan ze sinds 2003 directeur is. Ze houdt zich binnen het bureau bezig met architectuur richting de kleine schaal, dat wil zeggen architectuur, interieur, detaillering en tactiliteit. Het bureau is werkzaam in alle sectoren. “We zijn bewust omnivoren omdat we de frisse onderzoekende geest willen behouden van een oorspronkelijke denker. We willen steeds getriggerd worden door nieuwe dingen. Als je namelijk teveel in je eigen straatje blijft, ga je in je eigen onzin geloven.”

Beïnvloeden in blue zones

In blue zones zijn er verschillende zaken die je als architect en stedenbouwer kunt beïnvloeden. “Het begint ermee dat de plek waar je als architect of stedenbouwkundige je interventie doet een gezonde omgeving is.

Vervolgens is er een aantal primaire zaken: lucht, licht, zicht, voelen, bewegen. Dat betekent bij lucht zorgen voor frisse lucht, goede ventilatie, geen uitwasemende materialen. Bij licht gaat het om voldoende daglicht - ‘honing voor de ziel’ - en goede verlichting; dat reduceert stress. Bij zicht gaat het om te zorgen voor een betekenisvol uitzicht. De kwaliteit van een kop thee in een vensterbank en ondertussen wegdromend naar buiten kijken is namelijk niet te versmaden. Ook het voelen van materialen en de tactiliteit ervan doet iets met je.

In de volgende schil gaat het om de beleving. Dat gaat onder meer over schaal. Wat zie je, voel je je op je gemak, is het veilig? Daarbij noem ik Jan Gehl, een Deense stedenbouwer die veel geschreven heeft over leven tussen de huizen. Daarbij behandelt hij onder meer hoe je om moet gaan met de kwaliteit van (semi)openbare ruimte tussen huizen, hoe je de schaal goed krijgt, hoe je duidelijkheid krijgt over de overgangen tussen privé, collectief en openbaar en over de vindbaarheid, logica en leesbaarheid. 

Het zijn allemaal zaken die gaan over beleving, over stress en over welbevinden. Soms gaan ze ook over kleine geneugten in het leven zoals toevallige ontmoetingen of de eerdergenoemde kop thee in de vensterbank.” Een architect of stedenbouwkundige kan dat allemaal beïnvloeden, zegt Kristensen: “Door fijnzinnig, met aandacht en zorgvuldig, grenzen te ontwerpen zorgt hij voor welbevinden en een goed gebruik van de gebouwde omgeving.”

‘Ik denk dat we op de goede weg zijn’

Het brengt Kristensen bij het volgende onderdeel, de omgeving waarin de architect of stedenbouwkundige ontwerpt. Is die omgeving groen, is er zon, is er schaduw, kun je vogels horen zingen. “Het komt neer op: heb je toegang in de omgeving tot wat je begeert?”

Resumerend: “De zaken die wij als architect en stedenbouwkundige in een blue zone kunnen beïnvloeden zijn zaken als welbevinden, kansen op sociale interactie en aandacht en zorgvuldigheid bij de aansluiting tussen het private, semi-private en openbare leven. We kunnen er met onze ontwerpen aan bijdragen dat mensen eigen regie en keuzevrijheid hebben. Daarnaast zijn er natuurlijk ‘zachte’ aspecten waar we geen invloed op hebben, maar die wel belangrijk zijn voor een blue zone: frisse lucht, gezond eten en meer bewegen.”

Lees nu het complete verhaal in ons themanummer Gebiedsontwikkeling (voor abonnees in onze bibliotheek). Nog geen abonnee? Hier vind je onze aanbiedingen

Tekst: Peter Bekkering
Beeld: Scheldehof Vlissingen (foto: Ronald Tilleman)