Atto Harsta

donderdag 12 januari 2012
timer 7 min
, directeur Aldus Bouwinnovatie en Stichting Living Daylights  in Amsterdam, heeft een duidelijke visie. "Door intensieve samenwerking met alle ketenpartijen bouwen aan een duurzame samenleving." Het belangrijkste credo van Harsta, oprichter van Stichting Living Daylights, is: nature is the best inspiration for a better world.

Wat zijn volgens u op dit moment de belangrijkste drivers om te innoveren?

 

”De bouw waant zich nog steeds als de Titanic, het glorieuze hoogtepunt van de techniek, 100 procent vertrouwend op de overheersende macht van de mens om de wereld naar haar hand te kunnen zetten. Dat roer moet nu om, en snel want de draaicirkel is groot...

 

Wij bevinden ons op een belangrijk historisch punt waarbij de overgang plaatsvindt van de tweede industriële revolutie naar een samenleving en industrie gebaseerd op industrial ecology (of eco-efficiency). Dit zal alle onderdelen van de bouw veranderen; van materiaaltoepassingen, bouwmethodes, installatieconcepten tot architectuur. Deze Ecolution betekent onder andere het sluiten van kringlopen, het minimaliseren van grondstof- en energieverlies, het realiseren van meer diensten per materiaaleenheid en het produceren met een minimum aan fossiele brandstoffen. Bovenal zullen wij (weer) moeten gaan leren om samen te werken met de natuur, in plaats van deze te beheersen of overheersen (het adagium van de eerste en tweede industriële revolutie).

 

Daarnaast zijn er een aantal belangrijke sociaal-maatschappelijke drivers: de enorme mismatch tussen vraag en vastgoedvoorraad en de overgang van een focus op duurzaamheid (nu nog veel te veel energie) naar een focus op welzijn in ons vastgoed. Allemaal drivers die innovatie stimuleren en de bouw enorm zouden kunnen veranderen.”

 

Wie zijn de belangrijkste actoren? Bouwbedrijven, leveranciers, onderzoeksinstellingen, opdrachtgevers?

 

"In eerste instantie wordt innovatie in de bouw meestal ingegeven door partijen buiten de sector zelf.  Partijen die nieuwe visies en ontwikkelingen enorm snel incorporeren en daar op eigen wijze uiting aan geven. Kunstenaars en vormgevers zijn daar heel goed in. Via de overheid en onderzoekssinstellingen wordt daar vervolgens richting aan gegeven. Heel langzaam zullen die inzichten door een paar innovators in de markt worden opgepakt, veelal architecten, ambitieuze opdrachtgevers en enkele bevlogen MKB-ers met visionaire leiders. De grootbedrijven in de bouw zijn niet alleen traag maar kenmerken zich veelal door een ongelofelijk gebrek aan visie en strategie; zij volgen dan ook als allerlaatste.

Positieve uitzondering is de situatie waarin architecten met toeleveranciers projectgebonden gaan innoveren (de Booosting gedachte). Daardoor kunnen mooie dingen ontstaan.”

 

Wat zijn op dit moment de belangrijkste trends in materiaal/productinnovatie?

 

”De belangrijkste trend is dat ons perspectief steeds ruimer wordt. We kijken niet alleen meer sec naar het bouwproces, maar we gaan ook de fases die ervoor en erna komen heroverwegen. Levenscyclusanalyses (de basis van Industrial Ecology) laten ons duidelijk zien hoeveel grondstoffen, energie en CO2 we verbruiken en uitstoten. Ontwikkelingen op het gebied van biobased materialen, efficiency, recycling en slimmer materiaalgebruik zijn hier een rechtstreeks gevolg van.

Aan de andere kant wordt ook de gebruiksfase van gebouwen steeds belangrijker voor productinnovatie. We moeten nu echt mensgedreven gaan innoveren; dit betekent zoeken naar materialen en producten die de gezondheid en het welbevinden van mensen ín gebouwen verbeteren. Dynamische producten en actief reagerende gebouwdelen maken dit mogelijk. Momenteel wordt de stap gemaakt van passief naar actieve gebouwen met o.a. installatietechnische producten die mensen intuïtief kunnen en willen gebruiken.”

 

Hoe richt je het proces in om een innovatie tot een succes te maken?

 

”Vanuit je visie op de toekomst van het bedrijf moet een innovatiestrategie worden geformuleerd. Hierin worden de innovatiedoelen SMART benoemd met budget, capaciteit en planning, met een helder idee over wat wanneer moet gaan opleveren. Innoveren kost nu eenmaal tijd. Een innovatieteam met bij voorkeur een externe innovatiemanager (om de oogkleppen te openen en het proces op koers en vaart te houden) gaat daarmee aan de slag. Daarnaast is het van groot belang om ook direct de andere comakers te laten participeren (dit kunnen eindklanten zijn maar ook toeleveranciers).

Goed innovatiemanagement is naar mijn idee een onderschatte succesfactor. Om van een goed idee te komen tot succesvolle marktintroductie komt ieder bedrijf moeilijkheden tegen die absolute ‘showstoppers’ kunnen zijn. Veel innovaties komen dan ook nooit van de grond, ondanks het feit dat er technisch en financieel gezien geen enkel probleem is. Het bij de les houden van alle partijen, het sturen op werkzaamheden en verantwoordelijkheden en het blijven enthousiasmeren is in veel gevallen dan ook veel belangrijker.”

 

Wat zijn valkuilen, wat kan innovaties frustreren?

 

”Het grootste probleem van innovatie in de bouw is de gedachte bij heel veel bedrijven dat èèn: innoveren iets is wat iedereen kan en twee: je het er wel even bij/naast doet. Deze totale onderschatting zorgt voor heel veel onnodige mislukkingen die èèn: veel geld kosten en twee: innovatie een slechte naam bezorgen. ‘Zie je wel dat het niet werkt’ en ‘Ik had toch al gezegd dat er geen markt voor was’ hoor je vaak nadat een product te laat, met een verkeerde propositie op de verkeerde markt werd geïntroduceerd.

De bouw denkt en werkt 100 procent projectgebonden met een langetermijn visie van één week: men wil instant (project)succesjes. Dat verhoudt zich niet tot innoveren waar een lange termijn visie van twee tot vijf jaar een minimale vereiste is. Door deze kortzichtige houding worden lage rendementen geboekt die zich als een vicieuze cirkel bij bedrijven vertalen in lage investeringsbereidheid (of mogelijkheid) voor echte innovatietrajecten.

 

Als laatste factor zou ik de overheersende attitude van het willen uitsluiten van risico’s willen noemen en het niet kunnen omgaan met onzekerheden o.a. over de uitkomsten. Angst belemmert investeringen in innovatie. Innoveren in de bouw zal voorlopig nog wel op het niveau blijven van: ‘we hadden vorig jaar toch een stagiaire lopen’.”

 

Wat zou innovaties stimuleren? Hoe creëer je momentum voor innovaties?

 

”Juist voor een in zichzelf gekeerde sector als de bouw is sectoroverstijgende innovatie cruciaal. Zo liggen er mooie kansen voor de agro-, voeding-, energie- en bouwsector om kringlopen te sluiten en elkaars ‘afval’ als grondstof te gaan gebruiken – de C2C filosofie. Zoek ter inspiratie eens op internet naar de Engelse case from cardboard to caviar. Het overstijgen van de eigen sector vraagt bovendien om integraal en multidisciplinair teamwerk; een manier van samenwerken die absoluut stimulerend is voor succesvolle innovaties.

 

Een andere belangrijke stimulans voor innovatie is een helder en stabiel overheidsbeleid, gericht op het wegnemen van de angst over discontinuïteit bij bedrijven die willen innoveren. Denk hierbij aan het JoJo beleid van de overheid ten aanzien van windenergie. In Nederland is hiermee deze hele industrie om zeep geholpen, terwijl er in Duitsland dankzij een consistent zonne-energiebeleid een bloeiende pv-industrie is ontstaan.

 

Tenslotte is de huidige crisis voor een aantal bedrijven het signaal dat het roer om moet. Die ijsberg ligt er echt en we varen er een keer tegenaan. Grote natuurrampen en oorlogen zijn historisch gezien altijd belangrijke drivers geweest om momentum te creëren, de huidige economische en klimaatcrises zijn in zekere zin een vergelijkbare driver.

 

Wanneer bedrijven investeren in het binnenhalen van kennis (over de markt, over sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen en over nieuwe materialen en technieken) en deze kennis inzetten in hun beleid en strategie dan zal dat absoluut leiden tot meer en betere ideeën. Open source en crowd innovation kunnen de hierop volgende innovatieprocessen versnellen en de marktacceptatie vergroten. Dit vraagt van de bouw echter wel een open houding gebaseerd op vertrouwen en elkaar zaken gunnen. En ook daar hebben wij nog veel te leren.”

Reactie toevoegen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Lazy-loading is enabled for both <img> and <iframe> tags. If you want certain elements skip lazy-loading, add no-b-lazy class name.
S&A artikel