Puzzelen op meesterwerkniveau

maandag 16 januari 2023

De bouw van het Aquatics Center is gestart, waarbij de volledige houten hoofdconstructie duidelijk zichtbaar is. De oplevering staat gepland voor 2024. Foto door Salem Mostefaoui

Een gasloos zwembad, wie had dat ooit voor mogelijk gehouden? Toch staat het Aquatics Center in Parijs er nu bijna. Dit zwemstadion kent torenhoge duurzaamheidsambities die volgens de architecten van VenhoevenCS en hun Franse partners van Ateliers 2/3/4/ stuk voor stuk worden waargemaakt. Klap op de vuurpijl is dat het stadion ontworpen is om na de Spelen in 2024 te transformeren tot openbaar sportcentrum. “Het is altijd goed om over dubbelgebruik en multifunctionaliteit na te denken, in grote én kleine projecten.”

“Dit was puzzelen op meesterwerkniveau”, zegt Cecilia Gross, partner en architect bij VenhoevenCS architecure+urbanism, over het ontwerp van het Aquatics Center. Het architectenbureau won samen met Ateliers 2/3/4/ jaren geleden de tender voor het zwemstadion. Niet alleen moest dit een onwijs duurzaam zwemstadion worden, het moest ook flexibel worden ontworpen voor gebruik door inwoners van groot Parijs. “Dat maakt het ingewikkeld voor de bouw: wat komt eerst en wat komt erna?” Klinkt complex en dat is het ook, maar VenhoevenCS is voor deze uitdaging geboren. “De onmogelijke puzzel oplossen, daar zijn we goed in”, aldus Arjen Zaal, architect bij VenhoevenCS.

Legacy

Het Aquatics Center verrijst eerst als zwemstadion voor de Spelen van 2024. Erin worden faciliteiten gemaakt voor de wedstrijden van waterpolo, schoonspringen en synchroonzwemmen, inclusief een tribune van 5.000 zitplaatsen. Na de Spelen in 2024 wordt het stadion getransformeerd tot openbaar sportcomplex met diverse andere sportfaciliteiten en een restaurant. Ook het omliggende gebied wordt dan getransformeerd tot de nieuwe eco-woonwijk La Plaine Saulnier. De architecten moesten dus van meet af aan rekening houden met een flexibele plattegrond, waarbij het uiteindelijke gebouw dient als sociaal en cultureel bindmiddel voor Parijs. 

Impressie van het Aquatics Center en de 18 meter brede voetgangersbrug, die een connectie maakt met het Stade de France. © Proloog

“De slimste oplossing die we voor de verbreding van het type gebruikers bedachten, is dat ongeveer de helft van de tribuneplekken tijdelijk zijn”, zegt Zaal. “Die worden na de Spelen afgebroken, waardoor een enorm vloerveld ontstaat voor bijvoorbeeld padelvelden. En wanneer je tijdens een EK of WK in dit stadion die tribunes weer nodig hebt, kun je ze weer terugbrengen.” Voor al die iteraties is slechts één ontwerp gemaakt. “We noemen dit ontwerpen vanuit de legacy”, zegt Gross, verwijzend naar het feit dat de tweede fase van het pand het uitgangspunt is. “De kunst daarin was om het gebruik van de Olympische functies te vatten binnen het ontwerp van het openbare sportcomplex. Bijvoorbeeld: een lounge voor de Olympische familie is een vereiste, maar in het legacy-ontwerp is daar geen ruimte voor aangewezen, dus heeft die lounge een tijdelijke locatie in de tussenruimte van de overkoepelende houtconstructie.” Het volledige ontwerp was dus een kwestie van omdenken, waardoor een gebouw met een flexibel fundament ontstaat dat ‘wat voor configuratie dan ook’ kan krijgen.

Natuurlijke blikvanger

In beide vormen wordt het Aquatics Center een ware blikvanger. Het sportcomplex is namelijk op vernuftige wijze vormgegeven: een komvormig hangdak gemaakt met een volledig houten hoofdconstructie, met slechts 50cm hoge balken die ruim 80 meter overspannen. Het dak zweeft als het ware op het stadion, elegant de (onzichtbare) contouren volgend van alle vrije hoogtes die nodig zijn voor bijvoorbeeld tribunes en duiktorens. Het gebouw en het dak zijn parametrisch gemodelleerd, waarbij aan de parameters van compactheid veel waarde is toegekend. Zo konden alle functies op een gering vloeroppervlak worden bediend en blijft er meer ruimte over voor een groene buitenruimte. Het schaalvormige dak biedt bovendien veel ruimte voor zonnepanelen – het is zelfs één van de grootste solar farms in Frankrijk – en dient tevens voor de opvang van hemelwater.

Het Aquatics Center wordt na de Spelen van 2024 een openbaar multifunctioneel sportcomplex dat tevens een groen hart van de buurt moet zijn. © Proloog

Zodra het pand is omgetoverd tot multifunctioneel sportcomplex, bedient deze een centrale functie voor de nieuwe woonwijk La Plaine Saulnier. Hoewel VenhoevenCS niet verantwoordelijk is voor dat deel van het project, dragen zij nu alvast zorg voor een groene omgeving. “Dat begint met ruimte voor bomen”, zegt Zaal, “want dit zal langzaam maar zeker uitgroeien tot het hart van de buurt. We vechten dus voor elke boom.” Wat wel onderdeel is van het ontwerp, is een achttien meter brede voetgangersbrug over de snelweg. De brug verbindt het Aquatics Center met het Stade de France, het grootste stadion van Frankrijk. “Daar gaan enorm veel mensen overheen lopen tijdens de Spelen, dus dan is dit deel compleet bestraat”, aldus Zaal. “Na de Spelen komen hier echter bomen en plantenbakken te staan. Omdat het ons ontwerp is, blijven we betrokken om hier zorg voor te dragen.” Onderdeel van die zorg is een klimaatadaptieve inrichting, vertelt Gross: “Er wordt een wadi aangelegd om grote buien op te vangen en al het regenwater wordt geborgen in twee grote waterbuffertanks. Die gebruiken we voor irrigatie van al het groen en om het filter van het zwembad te spoelen. Zo hergebruiken we 100 procent van het regenwater.”

Duurzaam voor water en licht

Duurzaamheid speelde een grote rol voor het project. Sterker nog: “We hebben alles gedaan wat in de Franse regelgeving mogelijk is”, aldus Gross. Dat heeft onder andere als resultaat dat 90 procent van de energie die het zwembad gebruikt hernieuwbaar of terugwinnend is. Dat is een uitgangspunt in de filosofie van VenhoevenCS. “Je wil eerst alle warmte die beschikbaar is hergebruiken. Pas als je extra nodig hebt, wend je je tot hernieuwbare energie.” Voor het Aquatics Center is volgens Gross na een lang proces vol schema’s een optimum gevonden voor hergebruik van energie én water.

Dat bleek nog best een puzzel. Wat betreft water is het in Frankrijk namelijk verplicht om één keer per jaar alle baden te legen. “Zonde, want met dat water kun je vervolgens helemaal niets”, zegt Gross. Nog zo’n puzzelstukje: het gebruik van een voetbad is verplicht voordat mensen het grote bad in gaan. “Al het water van dat voetbad is zo vies dat het direct naar het riool gaat. Het lijkt misschien weinig, maar dat gaat om enorme hoeveelheden water die je zou kunnen verfrissen en opnieuw gebruiken, wat dus niet gebeurt.” Hoewel dergelijke gezondheidsregels niet zomaar aan te passen zijn, heeft VenhoevenCS het voor dit project voor elkaar weten te boksen om een deel van het water dat wordt gebruikt om het bad te spoelen te hergebruiken.


Houtbouw als uitgangspunt
Voor het project werd door de opdrachtgever gevraagd om de CO2-uitstoot te verlagen. “Als je dat wil bereiken, moet je werken met hout”, aldus Gross. “Wij hebben daarom drie keer meer hout in het ontwerp verwerkt dan werd uitgevraagd.” Het hele team stond dan ook achter het gebruik van het materiaal. Het was vooral de vraag hoe en in welke vorm het materiaal werd toegepast, zeker gezien de unieke vorm die de architecten kozen. 


Het komvormige hangdak volgt de contouren van alle vrije hoogtes die nodig zijn voor bijvoorbeeld de tribunes en duiktorens. Foto door Salem Mostefaoui

De moeite met bouwen in hout lag vooral in de eis voor certificaten, zegt Zaal. “In Frankrijk moet je voor elke combinatie van materialen een test doen”, aldus Gross. “Bijvoorbeeld de zwaluwstaartplaat van de dakconstructie, daar hebben we een apart traject voor moeten doorlopen om te garanderen dat die veilig is, anders wordt die niet verzekerd. Voor deze tests moet je extra budget reserveren. In Nederland heb je dat niet; daar wordt toch iets vrijer geëxperimenteerd.” 

Wat betreft de onderaannemer verliepen de certificaten juist zeer soepel, vertelt Zaal: “Wij werken met een van de grootste onderaannemers voor houten constructies in Frankrijk, een van de weinigen die deze vormen kan verwerken. We zijn in hun fabriek geweest en dan is het echt indrukwekkend om te zien hoe ze elke balk testen op vocht, hitte en sterkte.” Frankrijk loopt wat dat betreft voor in houtbouw, zegt Gross: “Alle woningbouwers doen wel iets met het materiaal. Ook hier voor de Olympische Spelen: het dorp voor atleten wordt zoveel mogelijk in hout gebouwd.”  


Wat betreft energie is met praktisch alles rekening gehouden. De pompsystemen van de baden en het ventilatiesysteem schieten pas aan als ze nodig zijn, wat vooral ’s nachts een enorme winst oplevert, en 99 procent van de geleverde energie van de pv-panelen wordt voor het gebouw gebruikt. “De overige energie wordt geleverd via stadswarmte, die groen wordt ingekocht, en via terugwinning van warmte van het datacenter in het gebouw. “Er komt dus ook geen gas aan te pas voor de verwarming. Dat is uniek voor een zwembad. De grootste energievraag zit hem in het opwarmen van al het water, dus het is absurd om al dat water weg te moeten spoelen om vervolgens vers, koel water weer op te warmen.” Daarom is voor dit systeem een unieke oplossing gevonden: door een grote buffer te plaatsen in het waterleveringssysteem, kan het vers aangeleverde water langzaam maar zeker opgewarmd worden voordat het in de baden aankomt.

Van leuk verhaal tot economisch voordeel

Met de opdracht voor het Aquatics Center heeft VenhoevenCS zich gecommitteerd aan de hoge duurzaamheidsambities die Métropole du Grand Paris stelde. Contractueel zijn ze zelfs verplicht om deze te behalen. “Ook het hout dat we bovenop de uitgevraagde hoeveelheid hebben gezet, is opgenomen in de ambities”, licht Gross toe. In de bouw loop je echter altijd tegen obstakels op, al hebben de architecten daarvoor voldoende ruimte om te compenseren. “We wilden bijvoorbeeld low-carbon beton gebruiken, maar dat had meer droogtijd nodig dan we ons konden veroorloven. We kunnen hier en daar dus schroeven aan de ambities, maar het eindresultaat zoals we hem aanboden in de tender komt er.”

Alle baden van het Aquatics Center worden zonder gas verwarmd, een unicum voor zwembaden. © Proloog

Desondanks ligt er een grote uitdaging voor het stadion zodra deze wordt geëxploiteerd, zien de architecten in. “We hebben een ontzettend efficiënt zwembad gemaakt, onder andere omdat door de vorm van het dak een derde minder lucht verwarmd hoeft te worden gedurende de gehele levensduur van het gebouw, maar sinds de ontwerpfase zijn de energieprijzen enorm gestegen”, aldus Zaal. Voor de architecten toont deze ontwikkeling juist de urgentie om te investeren in verduurzaming. Gross: “We moeten echt anders gaan ontwerpen. Ingenieur en architect moeten samen op zoek naar de beste geïntegreerde oplossing. Dat kost misschien iets meer, maar zoiets blijft voor tweehonderd jaar staan, terwijl installaties elk jaar onderhouden moeten worden. Daar zie ik wel een kantelpunt in ontstaan: je moet verduurzamen en isoleren voordat je gaat stoken.”

Gross vervolgt: “Duurzaamheid kent inmiddels ook een economisch voordeel. Tegelijkertijd verkeren we in een moeilijke tijd waarin je je kunt afvragen waarom we miljoenen spenderen aan een zwembad. Moeten we dat wel doen, als het zoveel energie kost? Wij vinden van wel, want de sociale impact ervan voor de omgeving is groot en het zorgt hier voor inclusiviteit: in Frankrijk, in Parijs kunnen veel kinderen namelijk niet zwemmen, wat meedoen met anderen bemoeilijkt en zelfs gevaarlijk kan zijn. We bouwen hier dus ook voor gezondheid en welzijn, want dit gebouw is echt onderdeel van de stad.”

Oplevering

Het Aquatics Center moet in 2024 zijn afgerond. Dat dwingt het bureau tot snelle beslissingen en veel tijdsdruk. Dat ze samenwerken met Ateliers 2/3/4/vraagt ook om inventiviteit qua proces. “Het is een andere manier van bouwen”, zegt Gross. “Omdat het zo’n complex project is, met grote tijdsdruk,  vereist het een goed team en een dynamisch proces waarin we dezelfde kernwaarden delen.” Wat dat betreft was het digitale werken dat voortkwam uit de coronapandemie een voordeel: met een team van veertien personen konden beide bureaus elkaar goed leren kennen via Teams, ondanks de afstand tussen Amsterdam en Parijs. “Een mooi avontuur met een superteam”, noemt Gross het. 


© Proloog

Ondanks het rappe tempo waarin beslissingen moeten worden genomen, komt het gebouw er precies zo uit te zien zoals de architecten het hebben bedacht. “Leg renders van drie jaar geleden naast de bouwfoto’s van nu en je ziet direct hoeveel het op elkaar lijkt”, aldus Zaal. De onvermijdelijke concessies, zoals slankere kozijnen, zijn ‘jammer’, zegt Gross. “Maar het scheelt veel geld en niemand behalve wij ziet het verschil. Wij streven ernaar precies te maken wat we hebben ontworpen en als er iets wijzigt, maken we het beter. Er was bijvoorbeeld een scherm bedacht in één van de hallen en die is verdwenen, dus hebben we daar een extra tribune voor in de plaats gezet. Zo is elke verandering wat ons betreft een kans.” 


Dit artikel verscheen eerder in de Innovatiecatalogus 2023, die op 2 januari 2023 verscheen. Je kunt de editie nabestellen. Een exemplaar kost € 35,- exclusief verzendkosten. Mail naar administratie@acquirepublishing.nl met jouw NAW-gegevens en (indien noodzakelijk) een opdrachtnummer.

Gegarandeerd alle edities van Stedebouw & Architectuur per jaar ontvangen, inclusief de Innovatiecatalogus? Neem dan een abonnement.

Reactie toevoegen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Lazy-loading is enabled for both <img> and <iframe> tags. If you want certain elements skip lazy-loading, add no-b-lazy class name.